Cuba wil eerst spionnen uit Amerikaanse cel

Cuba wil de vijf Cubaanse agenten ruilen voor dissidenten die in Cuba gevangen zitten. In december stelde president Raúl Castro al zoiets voor in een opiniestuk.
Ricardo Alarcón, voorzitter van het Cubaanse parlement, zei deze week dat president Obama in zijn eentje het probleem al kan oplossen, net zoals hij vorige week deed bij twee mannen die van spionage voor Israël beschuldigd werden. “Met één handtekening van de president is deze strijd afgelopen. Híj kan een eind maken aan deze onrechtvaardigheid.”
Alarcón zegt dat Havana nog steeds achter een ruil staat “maar los daarvan blijft ook de eis bestaan dat Obama de zaak kan oplossen met zijn handtekening.”
Sinds het aantreden van president Obama is de relatie tussen de VS en Cuba minder gespannen. “De dag dat we ernstig met elkaar gaan praten, zal dit punt (over de vijf) bovenaan op de agenda staan”, zegt Alarcón.

Samenzwering tot spionage

Gerardo Hernández, René González, Antonio Guerrero, Ramón Labañino en Fernando González werden in 1989 gearresteerd op beschuldiging van samenzwering tot spionage en, in het geval van Gerardo Hernández, ook van samenzwering tot moord.
Havana ontkende de beschuldigingen. Volgens de advocaten van de vijf had de Cubaanse regering hen ongewapend naar de VS gestuurd met als enige opdracht informatie te verzamelen over terreurplannen tegen Cuba door Cubaanse ballingen.
Een jury in Miami vond de vijf over de hele lijn schuldig. Gerardo Hernández kreeg tweemaal levenslang plus 15 jaar, René González 15 jaar, Antonio Guerrero levenslang plus 10 jaar, Ramon Labañino levenslang plus 18 jaar en Fernando González 19 jaar.

Geen rechtvaardig proces

De rechtszaak tegen de vijf Cubanen vond plaats in Miami. Volgens de Amerikaanse advocaat Leonard Weinglass, die de vijf verdedigt, is dat de enige plaats in de Verenigde Staten waar een rechtvaardig proces niet mogelijk is door de druk van de grote Cubaanse gemeenschap die zich sterk tegen het regime in Havana verzet.
Vorig jaar werden de straffen tegen Gerardo Hernández en René González in beroep bevestigd. De zaak van de drie anderen werd terug naar de rechtbank van Miami gestuurd. Maar hun proces zal daar worden herzien door rechter Joan Lenard, dezelfde die hen in 2001 veroordeelde.
De verdediging van de vijf vroeg het Amerikaanse Hooggerechtshof op 30 januari om het hele proces te herzien. De regering moet op 22 mei haar antwoord formuleren.
Advocaat Roberto González verwacht niet veel van die nieuwe procedure. “Niet dat ik geen hoop heb maar je moet realistisch zijn.” Het Hooggerechtshof herziet slechts 1 tot 2 procent van de zaken.
“Het probleem is dat Hooggerechtshof er niet is om onrechtvaardigheden weg te werken maar om conflicten tussen beslissingen van rechtbanken op te lossen”, zegt González. Zelfs als het Hooggerechtshof de zaak aanvaardt, zal de definitieve uitspraak pas volgend jaar vallen.

Geen bezoek van familie

De familie krijgt ondertussen nauwelijks de kans om de vijf te bezoeken. Twee vrouwen hebben hun echtgenoten al jaren niet meer gezien. Adriana Pérez vroeg op 10 april voor de tiende maal een visum aan, het eerste onder het bewind van president Obama, om haar man, Gerardo Hernández, te bezoeken. “Ik vraag een tijdelijk visum aan om Gerardo te kunnen bezoeken maar ze hebben me dit humanitair recht systematisch ontzegd. Ik heb hem al meer dan tien jaar niet gezien.”
Volgens Pérez is geen nieuw proces of een uitspraak van het Hooggerechtshof nodig. “Het ging om een onwettelijk en willekeurig proces. We vinden dat ze hun straf met waardigheid hebben uitgezeten. Het moment is aangebroken dat ze naar huis terugkeren.”