'Per dag komen er 930 vluchtelingen bij'

De zwaarst getroffen departementen liggen aan de Ecuadoraanse en
Venezolaanse grens. Het UNHCR rapporteert dat zestig gezinnen er vorige
zondag nog hun huis moesten ontvluchten door het geweld tussen guerrilla en
paramilitairen. Het maakt zich ook zorgen over de veiligheid van zijn
medewerkers ter plaatse. De regering sloot door het geweld de internationale
brug met Ecuador voor nachtelijk verkeer.

Brunson McKinley, de directeur van de Internationale Organisatie voor
Migratie (IOM), sloot maandag een werkbezoek aan het land af. Volgens hem is
het probleem van interne ontheemding zelfs verontrustender dan in
Afghanistan, waar 4 miljoen mensen hun huis achterlieten, omdat in Colombia
het ontwrichtende geweld al veel langer woedt. Het IOM legt 19 miljoen
dollar op tafel voor hulp aan de thuislozen.

Een onderzoek van CODHES, het niet-gouvernementele Consulaat voor de
Mensenrechten en Ontheemding, wijst uit dat de rechtse paramilitairen
verantwoordelijk zijn voor 49.3 procent van de gevallen waarin mensen
gedwongen werden te vluchten, de linkse guerrilla neemt 19.7 procent voor
zijn rekening, en de regeringstroepen 1.1 procent. Volgens CODHES-voorzitter
Jorge Rojas moeten dagelijks 930 mensen hun spullen pakken als gevolg van
het geweld.

De Verenigde Naties rapporteren dat de interne ontheemding al met de helft
toenam in de periode 2000-2001. Het aantal ontheemden sinds 1995 wordt
berekend op twee miljoen, zegt Kris Janowski,de woordvoerder van het UNHCR.

De regering heeft een Sociale Zekerheid Netwerk opgezet om het probleem op
te vangen, maar het systeem wordt overspoeld door de grote vraag naar steun.
Het Netwerk levert eerste hulp aan de getroffen bevolking en probeert in het
beste geval opleidingen te geven, maar volgens Rojas slagen de getroffen
landbouwers er niet in werk te vinden in de steden.

De geweldspiraal in Colombia kreeg een nieuwe impuls na het afspringen van
vredesonderhandelingen tussen het FARC en de regering op 22 februari. De
conservatieve president Andrés Pastrana, die de onderhandelingen voerde,
heeft op 7 augustus plaats gemaakt voor de meer rechtse Alvaro Uribe. De
18000 strijders van het FARC begroette zijn verkiezing met een golf van
geweld die het leven kostte aan meer dan duizend mensen en duizenden anderen
op de vlucht joeg.