De Afrikaanse industrie in vogelvlucht

Hoewel Afrika de voorbije jaren een redelijke economische groei kende, raakt het continent steeds verder achterop wat de productie van arbeidsintensieve goederen betreft. Dit concludeert een recent rapport over de economische ontwikkeling in Afrika.

  • bbcworldservice Een textielfabriek in Tanzania. Tanzania is volgens een rapport van de UNIDO op industrieel gebied een 'achterkomer', met een lage industrialisatiegraad en een lage industriële groei. bbcworldservice

Deze conclusie is volgens Ludovico Alcorta van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling (UNIDO) zorgwekkend, want precies deze arbeidsintensieve productie wordt beschouwd als een belangrijke opstap naar industriële ontwikkeling. Het rapport werd opgesteld door de UNIDO in samenwerking met de Conferentie van de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD).

Eén procent van de wereldproductie

In 2008 vertegenwoordigden Afrikaanse producten amper 1,1 procent van de totale wereldproductie. In 2000 was dat “nog” 1,2 procent. Ter vergelijking: Aziës aandeel in de wereldproductie steeg in diezelfde periode van 13 naar 25 procent.

Als gevolg van deze daling exporteert Afrika ook steeds minder afgewerkte producten. De Afrikaanse export blijkt nog steeds erg afhankelijk van producten die weinig verwerking vragen, zoals voedingswaren, tabak, glas en mineralen. Het continent boekte wel een bescheiden vooruitgang op vlak van technologie-intensieve productie. Zo doet de chemicaliënindustrie in Tanzania het erg goed, net als de motorindustrie in Nigeria.

De productie op het Afrikaanse continent heeft ook te lijden onder de economische crisis. Terwijl de jaarlijkse groei van de totale productie in de periode 2000-2006 nog op 5,2 procent lag, bedroeg deze in 2009 slechts 2,6 procent. Deze daling is echter niet gelijk verdeeld. Terwijl sommige landen hun productie de voorbije jaren aanzienlijk zagen stijgen, deden andere landen het steeds slechter op gebied van industriële productie.


De Afrikaanse landen, ingekleurd volgens de groei (of krimp) van hun industrie tussen 1990 en 2010. Klik op de landen voor meer info.
Bron: UNIDO/UNCTAD

Koplopers en achterkomers

Het rapport identificeert vijf soorten Afrikaanse landen aan de hand van hun industriële ontwikkeling: de koplopers, de strebers, de inhalers, de achterkomers en tenslotte de beginners (klik op een land op bovenstaande kaart om te weten te komen tot welke categorie het land behoort).

De ‘koplopers’ kenmerken zich door een industrialisatiegraad die twee keer zo hoog ligt als het Afrikaans gemiddelde, en door een industriële groei van minstens 2,5 procent. Namibië, Tunesië, de Seychellen en Egypte mogen zich de Afrikaanse ‘koplopers’ noemen

Eén trapje lager in de rangschikking bevinden zich de ‘strebers’. Ondanks de hoge industrialisering komen deze landen niet boven de 2,5 procent industriële groei uit. Zuid-Afrika, Gabon, Marokko en Libië horen volgens UNIDO in deze groep thuis.

De derde groep, de ‘inhalers’, evolueert op beide vlakken in de goede richting en bezit het potentieel om op relatief korte termijn sterk te groeien. Angola, Mozambique, Soedan en Oeganda zijn voorbeelden van ‘inhalers’.

De ‘achterkomers’ hebben dan weer een relatief lage industrialisatiegraad. Hun industriële groei is ook onvoldoende om de economische situatie op korte termijn vooruit te helpen. Dit geldt onder andere voor Zimbabwe, Kenia, Nigeria, Ivoorkust en Algerije.

Bij de laatste groep, de ‘beginners’ is amper sprake van industrialisering. Congo, Mali, Rwanda en Liberia zijn allen ‘beginners’. Deze landen vormen tevens de grootste verliezers wat betreft productiegroei.

De verschillende categorieën waartoe de landen behoren, duiden op de grote verscheidenheid op het Afrikaanse continent. Landen als Namibië , Zuid-Afrika en Gabon hebben een hoger BBP per inwoner dan de economische reus China. Libië en de Seychellen doen het zelfs beter dan Rusland, net als China een van de BRIC-landen. Het BBP per inwoner in Congo is echter nog geen tiende van het gemiddelde per inwoner in buurland Angola.


Gemiddeld BBP per inwoner per jaar van de Afrikaanse landen voor de periode 2005-2009 (in euro). Beweeg over de grafiek voor de exacte cijfers.
Bron: UNCTAD

Aanbevelingen

Ondanks de grote onderlinge economische verschillen, doet UNIDO toch een aantal algemene beleidsaanbevelingen om de Afrikaanse industriële revolutie aan te wakkeren.

Wetenschappelijke kennis en technische vaardigheden zijn onontbeerlijk om een industriële ontwikkeling te stimuleren, aldus UNIDO. De nadruk ligt hierbij vooral op onderwijs.

De overheid moet ook een economisch vriendelijk klimaat creëren, zowel voor binnenlandse als voor buitenlandse bedrijven. Maar vooraleer de overheid dit kan doen, moet ze ervoor zorgen dat ze zelf sterk genoeg is. ‘Zwakke staatsinstellingen maken het erg moeilijk voor een regering om industriële ontwikkelingsprogramma’s door te voeren’, aldus het UNIDO-rapport.

Ten slotte legt het rapport de nadruk op het belang van regionale integratie. Als een van de snelst groeiende regio’s ter wereld kan een robuuste, regionale markt en nauwe onderlinge samenwerking Afrika’s productiepotentieel ontsluiten en de industriële ontwikkeling een enorme boost geven.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.