De anti-homo wet in Uganda: It’s the politics, stupid!

Een avond in mei 2012. In een tuin in Uganda’s hoofdstad Kampala vindt een benefiet plaats van de Ugandese LGBT beweging: ze verzamelen fondsen om de eerste Ugandese gay pride te organiseren.  De sfeer is uitgelaten: een drag queen treedt op; er vindt een veiling plaats van gay pride memorabilia in dewelke een date met uithangbord Frank Mugisha – die in 2013 een eredoctoraat kreeg aan de Universiteit Gent – bijzonder populair is.

  • CC Kaytee Riek Protest tegen anti-homowetgeving in Oeganda voor de Oegandese ambassade in New York, november 2009. CC Kaytee Riek

De avond is symptomatisch voor de twee impulsen waaraan de beweging onderhevig is: één waarbij de beweging actief z’n rechten en plaats in de Ugandese samenleving wil opeisen; en een andere impuls waarbij de beweging de buitenwereld net vermijdt – de avond vindt plaats in een afgesloten huis en tuin. Homo’s (en LGBT’s in het algemeen) zijn al langer aanwezig in de Ugandese samenleving en ondanks het bestaan van een oudere wet (een overblijfsel van de Britse koloniale periode) waardoor ‘homoseksuele activiteiten’ strafbaar zijn, zijn ze nooit actief juridisch vervolgd geweest, daar de wet in de praktijk niet (of amper) gebruikt wordt.

Bepaalde omstandigheden hebben echter een impact gehad op bovenstaande keuzes van de beweging, en zetten die laatste tendens onder druk: het wordt moeilijker voor LGBT’s – of zij die verdacht worden dit te zijn – om ongestoord hun leven te leiden. Drie jaar eerder, in April 2009, is een wetsvoorstel ingediend waarbij homoseksuelen niet enkel een levenslange gevangenisstraf kunnen krijgen, maar ook de doodstraf. Diegene die weet hebben van homoseksuelen maar die niet aangeven krijgen ook een gevangenisstraf.

Onder sterke internationale druk viel de doodstraf weg, maar het wetsvoorstel blijft behouden – parlementslid David Bahati, die het wetsvoorstel heeft ingediend, blijft samen met z’n medestanders verwijzen naar het gevaar van ‘homoseksuele rekrutering’. De wet blijft jarenlang liggen, maar duikt plots opnieuw op: op 20 december 2013 wordt het wetsvoorstel goedgekeurd door het parlement, en op 14 februari 2014 kondigt President Museveni aan het wetsvoorstel te zullen ondertekenen. Het niet aangeven van homoseksuelen blijft nog steeds strafbaar.

Het wetsvoorstel is meer dan het strafbaar maken van wat als een moreel afkeurenswaardige praktijk wordt beschouwd. Over de wet en de dynamieken errond kan heel veel gezegd worden, maar wat ik hier wil aantonen is dat de anti-homowet in de eerste plaats een politiek mobilisatiemiddel vormt, wat het voor buitenstaanders ook moeilijker maakt om erin tussen te komen.

Identiteitspolitiek als mobilisatiemiddel

In elke samenleving lopen er heel wat breuklijnen. Etniciteit en seksuele geaardheid zijn niet noodzakelijk de belangrijkste, maar zijn wel een bijzonder effectief politiek mobilisatiemiddel: geen beter mobilisatieplatform dan het ontwikkelen van een ‘wij’ tegen ‘zij’ discours, vooral als de ‘ander’ sterk in de minderheid is. Identiteiten zijn veelal flou en veelzijdig, tot ze politiek gemobiliseerd worden en identiteiten gepolariseerd worden: waar LGBT’s tot nog niet zo heel lang geleden relatief ongestoord aanwezig konden in Uganda, is dit nu niet langer het geval.

Dat er daarenboven bijzonder weinig geweten is over deze groep, en men kan verwijzen naar ‘Afrikaanse traditie’ maakt demoniseren stukken makkelijker  — zie bijvoorbeeld deze tragikomische en intrieste video. Het Museveni regime is als al ruim 27 jaar aan de macht, en is lang voorbij z’n populariteit van de jaren ’80 en ‘90 – zo blijft corruptie op de hoogste politieke niveaus grotendeels zonder gevolg; en zijn bijvoorbeeld de uiterst belangrijke akkoorden rond recent ontdekte olie-exploitatie bijzonder onduidelijk. Geen betere bliksemafleider in deze omstandigheden dan een exotische en ‘duivelse’ minderheidsgroep. Met dit beleid bouwt het regime dan ook politieke kapitaal en legitimiteit op. 

Munitie tegen kritische civiele maatschappij

Recent is ook de ‘anti-pornografie’ wet goedgekeurd die onder meer de minirok illegaal maakt. Met deze wet kan “de manier waarop iemand praat, zich kleedt  of wandelt” tot arrestatie leiden, als dit als “provocatief gezien kan worden, of voor seksuele opwinding kan zorgen”, dixit de Minister van Ethiek en Integriteit. Deze wet werkt op een gelijkaardige manier als bliksemafleider,  maar deze, en ander recent ingevoerde maatregelen (zoals de publieke orde wet) zijn ook meer dan dat: het laat het regime toe om een arsenaal aan juridische maatregelen op te bouwen die het kan gebruiken om kritische organisaties de mond te snoeren.

Met andere woorden, het betekent niet noodzakelijk dat elke minirok tot een arrestatie zal leiden, of dat er automatisch een heksenjacht op homo’s zal gevoerd worden, maar het laat het regime toe om organisaties of individuen die het als te kritisch ervaart op basis van deze wetten (op beschuldiging van ‘pro-homo’ of ‘pro-pornografische propaganda’) te vervolgen. Dat bijvoorbeeld pornografie of homoseksuele propaganda niet gedefinieerd worden, draagt alleen maar bij tot de discretionaire macht van het  regime. Vandaar dat de Ugandese civiele maatschappij vooral focust op het feit dat de anti-homo wet in de eerste plaats een anti-mensenrechten wet is: het laat het regime toe de politieke ruimte te vernauwen en respect voor mensenrechten onder druk te zetten.

Interne politieke strijd

De reële oppositie in Uganda speelt zich niet langer af tussen regerende partij en oppositiepartijen, maar binnen de oppermachtige regeringspartij. Binnen deze partij, de National Resistance Movement, beginnen een aantal figuren zich meer en meer politiek te profileren: President Museveni begint een meer en meer gepersonaliseerd beleid te voeren, in dewelke hij z’n persoonlijke controle over het bestuur van het land sterk heeft verhoogd; wat intern tot toenemende oppositie leidt. Intussen is hij ook 70 jaar, en bijna 30 jaar aan de macht, en ooit moet er een andere President komen.

Dat hij zelf bepaalde figuren probeert voor te bereiden op een eventuele opvolging (zoals zijn zoon Muhoozi), valt niet bij iedereen in goede aarde. Figuren zoals Rebacca Kadaga, de speaker van het Ugandese parlement, beginnen zich steeds sterker te profileren als een mogelijke opvolger voor Museveni. De anti-homo wet is hier een perfect platform voor: Kadaga noemde het aanvaarden van het wetsontwerp door het parlement een ‘kerstcadeau’ aan de Ugandese bevolking. Anderzijds is er het parlement dat zich wil afzetten tegen de toenemende controle van President Museveni en zich meer en meer als onafhankelijk wil profileren. De anti-homo wet vormt hier opnieuw een goed platform voor.

Strijd tegen Westers neo-koloniaal imperialisme

Het anti-homo debat wordt heel sterk gekaderd binnen een strijd tegen het Westers neo-koloniaal imperialisme, waarbij holebirechten deel uitmaken van een breder Westers plot om traditionele Afrikaanse waarden te laten verdwijnen en homo’s te ‘rekruteren’.  Reageren tegen wat gepercipieerd wordt als westers neokolonialisme is een bijzonder effectieve manier om politiek kapitaal te creëren. Publieke aanvallen van Westerse actoren op de wet spelen grotendeels in het voordeel van de politici in kwestie: elke uithaal van een Ugandese actor naar het moreel corrupte Westen dat Uganda onder druk zet om hun ‘traditionele waarden’ te verlaten wordt op applaus onthaalt, en verstevigt de positie van de politici in kwestie – of het nu om de President, Minister van Ethiek, de spreker van het parlement of parlementslid Bahiti gaat.

Dit betekent niet dat Westerse druk zonder effect is geweest. Westerse druk heeft een belangrijke rol gespeeld in het laten verdwijnen van de doodstraf uit het wetsvoorstel. Maar, in de huidige omstandigheden lijkt druk achter de schermen stukken effectiever dan publieke aanvallen, die vooral tot een verdere polarisering, en het verstevigen van de politieke posities van de actoren in kwestie leidt. Ook President Museveni, die nog het meest vatbaar was voor eventuele druk en sancties, lijkt voor interne politieke steun gekozen te hebben, eerder dan harmonieuze relaties met donors – althans in z’n publieke statements, waar hij de oorlog verklaarde aan homo’s en de pro-homo lobby. Private, niet-publieke druk lijkt momenteel de enige constructieve manier om iets te bereiken.

Ugandese LGBT activisten zelf?

Belangrijk is wat Ugandese – en meer algemeen Afrikaanse — LGBT- en mensenrechtenactivisten over deze kwestie vinden. Hier is natuurlijk geen uniform antwoord op te geven, maar zijn er algemene tendensen: één tendens, zoals prominente figuren uit de Ugandese LGBT beweging, ijveren wel voor publieke actie, en vragen aan internationale actoren om op verschillende manieren acties te ondernemen (onder meer door het tijdelijk terugroepen van ambassadeurs).

Anderen zijn hier dan weer tegen,  zoals de blogger van dit excellente stuk: specifieke actie tegen de LGBT wet is contraproductief, omdat het een specifieke vorm van Westerse actie naar een Afrikaanse context vertaalt, waar homorechten zijn als een ‘roze hoed voor een naakte man’: homorechten, en activisme hieromtrent, kunnen niet geïmplementeerd worden in een context waar politieke ruimte en mensenrechten niet genoeg aanwezig zijn. Kritiek van Westerse leiders zoals Obama op de anti-homo wet, maar niet op het gebrek aan democratie, mensenrechtenschendingen, gebrek aan politieke ruimte, corruptie, straffeloosheid en anderen wordt dan ook niet in dank afgenomen.

Een belangrijk discussiepunt onder activisten zijn de Westerse dreigementen met sancties tegen het anti-homo wetsontwerp. Sommigen zijn gematigd kritisch over de mogelijkheid van sancties, anderen zeer kritisch, daar deze op verschillende manieren contraproductief zijn. Zo stelt een brede coalitie van Afrikaanse NGOs dat deze sancties niet tot een verbeterde rechtsbescherming van LGBT’s zullen leiden, en dat “donor sancties van nature dwingend zijn en de ongelijke machtsdynamieken tussen donorlanden en ontvangers versterkt”. Zo is in het verleden financiering van een Ugandese universiteit stopgezet omdat deze weigerde een anti-discriminatie clausule op basis van seksuele geaardheid te onderteken. Als gevolg hiervan moest de Universiteit zo goed als sluiten, wat tot verdere anti-westerse gevoelens leidde – en felicitaties van de universiteit van de regering.

Tot besluit, de anti-homo wet heeft belangrijke functies op verschillende niveaus; maar is vooral een belangrijke politiek mobilisatiemiddel: het laat een aantal figuren toe om zich politiek te profileren, maar leidt vooral tot een vernauwing van de politieke ruimte en mensenrechtensituatie. Ugandese parlementsleden vertelden me hoe ze absoluut niet akkoord zijn met de wet die – los van elke morele vraag over seksuele voorkeur — fundamentele vrijheden in vraag stelt, maar hoe het onmogelijk is om er tegen in te gaan: dit zou politiek catastrofaal zijn voor hen. Ugandese publieke figuren die zich uitspreken tegen de wet – zoals bekende muzikanten – worden grotendeels bedolven onder kritiek.

Tenslotte is ook cruciaal hoe het wetsvoorstel lokaal geïnterpreteerd en geïmplementeerd wordt: hoe een wet goedgekeurd en geschreven wordt is anders dan hoe die lokaal wordt begrepen en toegepast, bijvoorbeeld door politieagenten en de bredere bevolking. De recente arrestatie van een Belg lijkt dit aan te tonen, net als de tijdelijke arrestaties van een aantal LGBT activisten: alhoewel de wet nog niet geïmplementeerd is beginnen lokale actoren (politieagenten en bevolking) die al toe te passen. Tussenkomen in deze omstandigheden is dan ook een bijzonder moeilijke evenwichtsoefening, waarvan de effecten moeilijk in te schatten zijn, en die – zeker bij publieke statements of sancties – contraproductief kunnen werken.

Kristof Titeca is als onderzoeker en docent verbonden aan het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en – beheer (Universiteit Antwerpen) en de Conflict Reserach Group (Universiteit Gent). Momenteel is hij gebaseerd aan de London School of Economics and Political Science (visiting fellow, Department of International Development).

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.