‘De Arabische wereld heeft genoeg revoluties gekend’

Ondanks de enorme bodemrijkdommen en enkele hervormingspogingen is er in de Arabische wereld nog steeds geen sprake van duurzame ontwikkeling. Dat zegt Amat Al Alim Alsoswa, in een vorig leven minister voor Mensenrechten in Jemen, vandaag directeur van het regionaal bureau voor de Arabische wereld van het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP).
  • Brecht Goris Amat Al Alim Alsoswa, in een vorig leven minister voor Mensenrechten in Jemen. Brecht Goris
De aanleiding voor het bezoek van Amat Al Alim Alsoswa aan Brussel was de publicatie van het vijfde Arab Human Development Report, dat de nadruk legt op het belang van veiligheid en zekerheid vanuit het perspectief van menselijke ontwikkeling.
Tijdens een debat dat denktank Friends of Europe op 9 maart in samenwerking met MO* organiseerde, zei Alsoswa dat het verschrikkelijk is dat een regio met 400 miljoen inwoners –een aantal dat tegen 2050 zal verdubbelen– voortdurend blijft worstelen met wetteloosheid. ‘In de Arabische wereld zijn er naar schatting 17 miljoen interne vluchtelingen als gevolg van burgeroorlogen en interne conflicten, te beginnen met de Naqba van 1948 in Palestina.’
MO* kreeg als enige medium de kans om een lang gesprek te voeren met Amat Alsoswa, een intellectuele die de gevoeligheden van de Arabische wereld zo goed kent dat ze weigert om landen of regeringen bij naam te noemen.
Het gebrek aan duurzame ontwikkeling in de Arabische wereld is  in de vorige UNDP-rapporten al gedetailleerd beschreven. Zijn er nieuwe ontwikkelingen?
Amat Alsoswa:
Dit nieuwe rapport focust op menselijke veiligheid als de noodzakelijke voorwaarde om een echte sprong voorwaarts te maken, iets wat ontwikkelingslanden in Azië wel gerealiseerd hebben, de Arabische wereld niet. We stellen in de Arabische wereld zelfs een achteruitgang vast. Wij stellen het concept “menselijke veiligheid” tegenover de “nationale veiligheid”, een concept waarvan heel wat regeringen in de regio zich bedienen om hun greep op de bevolking te behouden en de kleine marge van vrijheid nog in te perken. Voor ons is menselijke veiligheid niet meer en niet minder dan het garanderen van de rechtstaat en het implementeren van de mensenrechten.
Het is een nieuwe benaming voor een oud streven: duurzame ontwikkeling?
Inderdaad. Men verwart al te vaak financiële welvaart met menselijke welvaart. Zo voelen tal van Arabische landen zich onheus behandeld omdat ze gerekend worden tot de ontwikkelingslanden, zeker die landen waar het gemiddelde inkomen vrij hoog ligt. Voor ons is menselijke veiligheid, de voorwaarde voor duurzame ontwikkeling, veel meer dan het garanderen van een deftig gemiddeld inkomen voor het individu. Menselijke veiligheid veronderstelt financiële, economische, sociale en politieke voorwaarden, die een deftig leven voor elke burger garanderen.
Jammer genoeg wordt die noodzaak niet erkend, er wordt zelfs mee gelachen. Het implementeren van de rechtstaat en de mensenrechten zijn geen garantie om duurzame ontwikkeling te realiseren, zegt men. En ze geven het voorbeeld van landen die een enorme economische sprong voorwaarts gemaakt hebben zonder dat er sprake zou zijn van democratie of mensenrechten, zelfs het omgekeerde daarvan. Soms zijn het juist de staten die met een ijzeren hand besturen die op economisch vlak het beste presteren, is de redenering. En dat klopt niet, vandaar het belang van dit rapport.
Stelt UNDP ook concrete oplossingen voor?
De economische situatie is complex en is nog ingewikkelder geworden door de sociale gevolgen van de economische crisis. In feite was er in de Arabische wereld al een crisis voor de instorting van de financiële markten, maar die was niet erg zichtbaar. De crisis heeft vooral landen getroffen die diepgaand verweven zijn met het internationale financiële systeem, maar niet alle Arabische landen maken deel uit van dat systeem en dat is een goede zaak.
De meeste Arabische landen beschikken niet over sterke economieën. Zelfs de commerciële relaties tussen de Arabische landen onderling blijven heel beperkt, al waren er sinds de jaren veertig pogingen om een Arabische economische gemeenschap op te zetten. Maar die zijn allemaal mislukt.
Waarom slagen de armere Arabische landen er niet in zich op te werken?
Het grootste probleem in de landen met een bescheiden gemiddeld inkomen en waar de economie niet op olie-inkomsten berust, is dat die landen de bevolkingsexplosie niet goed opgevangen hebben. De enorme bevolkingsgroei is niet hand in hand gegaan met maatregelen op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid. In die landen zijn die diensten soms zelfs achteruitgegaan.
De grootste uitdaging is dus het bestrijden van de armoede, want het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft is ontzettend toegenomen. Er is geen sociale bescherming voor gepensioneerden of mensen die vervroegd met pensioen zijn gegaan, voor mensen die hun werk verloren hebben, voor de vrouwen die al zonder werk zaten en voor de jongeren. De jeugdwerkloosheid in de Arabische wereld is groter dan in alle andere regio’s van de wereld.
Dragen de olieproducerende landen een grote verantwoordelijkheid voor het falen van de hele regio?
Neen. De Golfstaten hebben afzonderlijk en samen enorm bijgedragen tot het ontwikkelingswerk in de arme landen binnen de regio en ook daarbuiten. Alleen spreken ze daar niet over. Ze hebben niet dezelfde houding als het Westen. Hier wordt elke euro die men geeft, bekendgemaakt en opgevolgd. En terecht. Men vindt zelfs dat daar iets tegenover moet staan. Het is misschien naïef, maar de Arabische leiders van de Golfstaten geven veel en spreken daar niet over. Dat heeft zeker met cultuur te maken: je mag niet pronken met wat je weggeeft.
Maar het zijn regeringsleiders, ze moeten een beleid voeren, ook wat ontwikkelingshulp betreft.
Dat klopt en er zijn landen die zich daar meer en meer bewust van worden. Ze hebben ook grote instellingen die dat werk doen. Nu zien ze het nut in om aan de wereld te tonen wat ze aan internationale hulp doen.
Er zijn ook rijke landen met een arme bevolking.
Armoede is een structureel probleem, dat nog moeilijker aan te pakken is dan andere problemen. Zelfs de politieke hervormingen die sommige landen hebben doorgevoerd, hebben hun effect gemist. Alleen de elite heeft daarvan kunnen profiteren. Door een gebrek aan de nodige structuren konden de hervormingen niet doorsijpelen naar de rest van de bevolking.
Heeft de Arabische wereld een revolutie nodig om sociale bescherming, armoedebestrijding en degelijk onderwijs voor allen te krijgen?
We hebben in de Arabische wereld genoeg revoluties gehad –en ik zeg dat niet omdat ik conservatief of traditioneel ben. We roepen op tot een echte dialoog, tot een nationale dialoog die de stabiliteit in de regio kan garanderen. Dat kan als er daartoe wil is van de overheid, de elite en de volkeren. Dat kan via de structuren die instaan voor de welvaart van de burger en voor de stabiliteit in de staten. Op een aantal vlakken is er ook al vooruitgang. Kijk maar naar het aantal mensen, en met name vrouwen, die onderwijs genoten hebben. Maar die vooruitgang gaat niet snel genoeg om voor duurzame ontwikkeling en sociale vrede te zorgen.
 
Welke rol is hier voor het sociale middenveld weggelegd?
Het sociale middenveld in de Arabische wereld is nog heel jong, al is het er in sommige landen in geslaagd om een aantal zaken te realiseren, zaken die soms de kern vormen van het werk van de overheden. Maar het sociale middenveld blijft een potentieel dat nog niet echt gebruikt wordt.
Waarom wordt dat potentieel niet gebruikt?
Omdat te veel regeringen nog altijd bang zijn de eigen macht te verliezen. Partnerschap met het sociale middenveld wordt dan als een bedreiging gezien, terwijl intussen de realiteit van beleid en bestuur in voortdurende verandering is, wereldwijd. De staat met een centraal bestuur dat alles in handen heeft en het volk dat passief afwacht, dat is niet meer van deze tijd. Zelfs in de Arabische samenlevingen hebben we historische plaatselijke tradities van deelname aan het bestuur waarbij derden advies verleenden.
Het zou beter zijn om naar die krachten te luisteren en dat potentieel te gebruiken in plaats van hen tot concurrenten van de macht te maken. Om correct te blijven moet ik er wel op wijzen dat er in de Arabische wereld middenveldorganisaties zijn die niet open staan voor begrippen als mensenrechten en organisaties die meer regeringsgezind zijn dan de regeringen zelf. Het is dus geen eenvoudig plaatje.
De jaren zestig en zeventig staan in de Arabische wereld voor de jaren van bloei en vooruitgang. Hoe komt het dat die vooruitgang niet van blijvende duur was?
De jaren zeventig zorgden via de olieboom voor een enorme economische bloei in de Arabische wereld, niet alleen in de olieproducerende landen maar ook in de omringende landen via de gastarbeiders, via de economische projecten en grote infrastructuurwerken. Maar er werd geen werk gemaakt van het diversifiëren van de economie. Men is blijven rekenen op één bron van inkomsten: olie. Wanneer er dan internationale of regionale crisissen uitbreken, kunnen deze economieën niet volgen. Nu zien we dat men zich meer en meer bewust is van de noodzaak om de economie te diversifiëren, en men er ook werk van maakt.
Hoe komt dat ook de stem van de intellectuele elite de laatste decennia zo zwak is?
De Arabische landen waren tijdens de jaren zestig en zeventig in een periode van opbouw: ze verkregen politieke onafhankelijkheid en nationale staten kregen vorm. Bij het opzetten van structuren voor de nieuwe staten is men voorbijgegaan aan de uitdagingen van de bevolkingsgroei. Die kan een voordeel zijn, op voorwaarde dat die opgevangen en benut wordt, maar is een zware last wanneer de nodige voorzieningen ontbreken.
Er had op dit vlak veel meer aandacht moeten gaan naar de positie van de vrouw als onderdeel van het gezin, met een eigen rol en een eigen mening. Maar zelfs als het over een extreem probleem gaat als seksuele verminking bij vrouwen, wordt er nauwelijks over gesproken.
Nochtans is de besnijdenis van meisjes een wijd verbreide kwaal. In sommige Arabische landen als Somalië, Djibouti, Egypte en Soedan zijn negentig procent van de vrouwen besneden. Wanneer zo’n groot deel van de bevolking getroffen wordt, spreken we over een zaak van nationaal belang.
Wie moet de menselijke veiligheid van vrouwen en hele bevolkingen garanderen?
We richten onze oproep aan iedereen. Zaken als veiligheid en stabiliteit zijn de verantwoordelijkheid van iedereen. Daarom vragen middenveldorganisaties ook meer ruimte voor participatie aan het bestuur. Het rapport met als ondertitel Uitdagingen voor menselijke veiligheid in de Arabische landen is een hulpmiddel voor degenen die het beleid uittekenen op elk niveau en in elk gebied. Het gaat om de basisprincipes van veiligheid en stabiliteit die noodzakelijk zijn voor economische groei.
U bent in Brussel om het rapport aan de Europese Unie voor te leggen. Wat kan de EU betekenen voor duurzame ontwikkeling aan de andere kant van de Middellandse Zee?
Duurzame ontwikkeling is op de eerste plaats een nationale zaak en dus de verantwoordelijkheid van de nationale regeringen en van de volkeren. Elke bijdrage of hulp die van buiten komt, ook de Europese, moet in dat kader geplaatst worden. Het Europese Nabuurschapsbeleid ten opzichte van de Arabische wereld mag zich ook niet beperken tot het versterken van de wederzijdse veiligheid, maar moet ook de mediterrane wateren en het luchtruim openstellen als een ruimte om met elkaar in contact te komen en samen zaken te ondernemen.

Schaakmat in de Arabische wereld


‘Enerzijds blijven veel mensen in de regio bescherming of verlossing verwachten van krachten buiten de regio. De massale aandacht voor het nieuwe Midden-Oostenbeleid van de regering-Obama was daarvan de meest de dramatische illustratie. Anderzijds is er de poging van honderden miljoenen mensen om te breken met die vazallen-van-het-Westen mentaliteit.
De vele islamistische bewegingen in de regio zijn de belangrijkste dragers geweest van dit streven naar eigen identiteit en belangen, maar zij blijven op de eerste plaats defensief en reactionair. Ze mankeren elke bewezen capaciteit om de massale noden op het vlak van werkgelegenheid, milieubescherming en politieke modernisering aan te pakken.
Politieke liberalisering en democratisering liggen momenteel begraven onder het verpletterende gewicht van corrupte Arabische veiligheidsstaten, emotie- en angstgedreven massabewegingen en het ondermijnende impact van Israëlische, Amerikaanse of andere buitenlandse interventies.
De oudste en krachtigste motor van ongenoegen, onevenwicht en radicalisme in onze regio –het Arabisch-Israëlisch conflict– zit volkomen geblokkeerd en vormt eerder het voorwerp van onoprechte en niet overtuigende “vredesproces”retoriek dan van een geloofwaardig gevoel van diplomatieke urgentie.’
Rami G. Khoury, in: ‘Uitdagingen voor menselijke veiligheid in de Arabische landen’ (blz. 190).

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.