De Egyptische volkscomités

Klaarwakkere kinderen van de revolutie

De volkscomités, aanvankelijk opgericht om voor veiligheid te zorgen in het heetst van de Egyptische revolutie, vertalen de revolutionaire inspiratie naar het lokale niveau. Of ze zich ook kunnen vertalen naar een bredere politieke beweging, is onduidelijk.

Tegen het einde van de avond, op 28 januari 2011, trok de Egyptische politie zich langzaam terug om plaats te maken voor het leger. Na vier dagen lang de confrontatie te zijn aangegaan met een aanhoudende stroom demonstranten, waren de ordetroepen moegestreden, verward en zonder moraal. Het volk vierde die voorlopige overwinning en verwelkomde het leger dat zich positioneerde op cruciale locaties in de steden. De gehate politiediensten van president Mubarak waren verjaagd, en voor het eerst sinds jaren was er geen agent te zien in de doorgaans goed bemande Egyptische straten.

Aangespoord door geruchten over plunderaars en vrijgelaten criminelen, begonnen bewoners vervolgens zelf de bewaking van hun buurten te organiseren. Zogenaamde volkscomités schoten als paddenstoelen uit de grond. Na zonsondergang wierpen ze barricades op en beschermden hun eigendommen met huis- tuin- en keukenwapens.

Op 11 februari trad Mubarak af en in de weken daarna maakte de langzame terugkeer van de politie de volkscomités overbodig. Maar verandering laat op zich wachten en oude gewoontes blijken moeilijk af te leren. Het corrupte staatsapparaat van Mubarak is nog grotendeels intact, en de martelpraktijken van de militaire politie doen denken aan de veiligheidsdiensten van het vorige regime. De comités beleven derhalve een comeback.

Aanvankelijk waren ze opgericht onder het motto ‘als de staat niet voor je zorgt, dan doe je er zelf wat aan’. Ze waren onderdeel van de golf van zelfvertrouwen die begin 2011 Egypte overspoelde. Het is die gedachte die sommigen nu levend proberen te houden.

In talloze buurten in heel Egypte zijn inmiddels comités actief bezig de verworvenheden van de revolutie te verdedigen en haar idealen te verspreiden, toe te passen en af te dwingen.

Op vrijdag 22 april organiseerden zij op het Tahrirplein in Caïro een manifestatie om de revolutie te vieren. Ondanks de aanwezigheid van afgevaardigden van comités uit het hele land, was de opkomst beperkt. Maar volgens de betrokkenen is het te vroeg om daar conclusies aan te verbinden: ‘We zijn pas net begonnen’.

De kunst van campagnevoeren

Voor de start van de Egyptische revolutie leed het land al decennialang onder een opgelegde politieke apathie. Onafhankelijke organisaties waren niet toegestaan en het politieke leven werd gedomineerd door de heersende partij van voormalig president Mubarak. Vandaag barst Egypte bijna letterlijk van de activiteit. Terwijl een militaire Hoge Raad de dagelijkse regeringstaken voor zijn rekening neemt, ontstaan overal politieke initiatieven en nieuwe partijen. Demonstraties zijn tegenwoordig gemeengoed en meningen worden overal geuit.

Maar Egypte worstelt zichtbaar met de nieuwe relatieve vrijheid. Wat vroeger binnenkamers moest blijven, kan nu publiekelijk gezegd worden. De kunst van campagnevoeren hebben de meesten echter nog niet onder de knie. Het verschil tussen de partijen is bovendien nauwelijks zichtbaar. Allemaal proberen ze verder te bouwen op de geest van de revolutie, maar die blijkt vooralsnog moeilijk te vatten.

Het revolutionaire discours –rechtvaardigheid, democratie, mensenrechten en vrijheid– is doorgedrongen tot in de reclame op televisie en de verklaringen van het leger. De nieuwe politieke partijen op hun beurt doen hun uiterste best om die kreten het hardst te uiten. Zelfs de in het Westen zo gevreesde Moslimbroeders hebben, volledig in lijn met de revolutie, een nieuwe partij genaamd Partij van Vrijheid en Gerechtigheid.

De Egyptische revolutie blijft vooralsnog zonder absolute leider en van massale politieke partijen of stromingen is nog geen sprake. Tegelijkertijd groeit de frustratie over het uitblijven van ingrijpende veranderingen en het trage tempo van de hervormingen. De economische misère van veel Egyptenaren is zelfs erger geworden door een gebrek aan buitenlandse investeringen en een terugval in toerisme.

Het jarenlang voortdurende economische en politieke mismanagement had Egypte vatbaar gemaakt voor een opstand. Het is dan ook op die vlakken dat er volgens veel Egyptenaren iets moet veranderen. Maar het politieke establishment en de zittende militaire interimregering doen alsof de revolutie voorbij is en prediken rust, stabiliteit en economisch herstel. Voor vele anderen begint de revolutie echter pas. Voor hen is het vertrek van Mubarak slechts het begin van een langer proces van diepgaande en verreikende verandering. Verandering die volgens de leden van de volkscomités zelf bewerkstelligd moet worden.

De nieuwe volkscomités

Elke maandag komen op een smoezelig kantoortje in het district Giza de vertegenwoordigers van verschillende comités uit Caïro samen. Ze bespreken strategieën en wisselen ideeën uit over eventuele acties. ‘Maar,’ zo benadrukt een van de initiatiefnemers, advocaat Ahmed Ezzat, ‘alle comités opereren onafhankelijk en in hun eigen wijk.’ Volgens Ezzat zijn de comités dé manier om de revolutie gaande te houden. ‘Sinds de opstand weet iedere Egyptenaar dat er mogelijkheden bestaan om zelf iets te doen aan de situatie in zijn directe omgeving. Dat besef proberen wij aan te spreken, aan te wakkeren en te kanaliseren. Door het hele land zijn er comités actief met ledenaantallen variërend van twee of drie tot vele tientallen. Sommigen hiervan zijn direct voortgekomen uit de comités die tijdens de opstand de buurten beveiligden, anderen zijn daardoor geïnspireerd. Zelfs in de kleinste dorpen confronteren inwoners de lokale autoriteiten met hun eisen, maar een bepaalde vorm van coördinatie is nodig en dat blijkt erg lastig.’

Wat vroeger binnenkamers moest blijven, kan nu publiekelijk gezegd worden.
Ihab Ali, een van de miljoenen Egyptenaren gepolitiseerd door de revolutie, is een van de oprichters van het volkscomité in Imbaba, een reusachtige volkswijk op de westoever van de Nijl. In een luidruchtig koffiehuis aan de rand van de wijk vertelt hij hoe hij ertoe kwam samen met gelijkgestemden een volkscomité op te richten.

‘Tijdens de revolutie leefde ik op Tahrir. Gedurende de achttien dagen van het protest ben ik slechts thuis geweest om me te wassen en om te kleden. Op het plein kwam ik veel mensen tegen uit mijn buurt. We discussieerden samen over de problemen in de wijk en over mogelijke oplossingen. Via via kwamen we in aanraking met een comité uit een andere buurt dat zich sinds het begin van de opstand had beziggehouden met meer dan alleen de verdediging van eigendommen. We besloten hun voorbeeld te volgen. Sindsdien houden we ons bezig met onder andere corruptie op lokaal niveau, onderwijs, de vuilnisproblematiek, problemen rond woningnood, het controleren van de politiediensten en het in kaart brengen van bestuurlijke structuren en de daaraan verbonden verantwoordelijkheden.’

Boeten voor misdaden

Ali, 38, heeft net als vele andere Egyptenaren het merendeel van zijn leven onder Mubarak doorgebracht. Vandaar dat hij enorm wantrouwig is tegenover politici en het politieke proces in het algemeen. Het comité is voor hem een goede manier om met politieke problemen bezig te zijn, zonder partijpolitieke belemmeringen en verleidingen. Ali: ‘Het is een lokaal initiatief. We richten ons dus ook op zaken die van direct belang zijn voor de mensen in de buurt.’

Een van de onderwerpen waar Ali’s comité rond werkt, is de berechting van de politieofficieren die vroeger de wijk terroriseerden. Bij het uitbreken van de volksopstand schoten die officieren op jongeren uit de buurt. Hierbij vielen negen doden. De officieren zijn na de opstand tewerkgesteld in een andere buurt gezien de vijandelijke houding van de bewoners van Imbaba. Maar het comité wil dat ze boeten voor hun misdaden. Ali:

‘We hebben bewijzen verzameld voor hun misdaden. Op gsm-filmopnames is te zien dat ze met scherp schoten op de protesterende massa. Die beelden hebben wij verzameld op dvd en verspreid in de buurt. Toen het uiteindelijk tot een rechtszaak kwam, zijn we met de nabestaanden van de martelaren en honderden sympathisanten naar het gerechtsgebouw getrokken.’ Hoewel het proces uiteindelijk werd uitgesteld, blijft Ali positief. ‘We laten de overheid zien dat we het niet meer pikken, eerst op nationaal en nu op lokaal niveau.’

Mai Abdel Razek is al even enthousiast over de revolutie. Zij stond aan de wieg van het comité in Doqqi, een middenklassebuurt op de westoever van de Nijl. Volgens Abdel Razek valt er niets te verwachten van de huidige militaire interimregering en en hebben de corrupte machthebbers van weleer nog teveel invloed, vooral lokaal. ‘Lokaal wanbestuur is minstens even wijdverspreid als corruptie. De mensen zijn dat zat. Wij proberen nu buiten de verrotte structuren om verandering af te dwingen.’

Abdel Razek coördineert wekelijks met andere comités in de omgeving en merkte dat bewoners zich onafhankelijk van elkaar beginnen te organiseren. Als computerprogrammeur probeert zij de verschillende comités met elkaar in contact te brengen, voornamelijk via internet. Verschillende comités hebben hun eigen Facebookpagina, waar leden zich kunnen aanmelden en levendig gediscussieerd wordt over lokale problemen en oplossingen.

Haar comité bestaat inmiddels uit een vijfendertigtal mensen, allemaal op zoek naar manieren om actief te zijn zonder de stap naar de politiek te moeten zetten. ‘Wij richten ons op diensten,’ zegt ze, ‘maar zelf leveren we die niet. We dwingen ze af door mensen te mobiliseren voor zaken die direct van invloed zijn op hun dagelijks leven. Men is bereid om daarvoor te vechten, niet voor uitgeholde en abstracte politieke kreten.’

Van onderuit

De comités zijn nieuwe en bescheiden pogingen om de woede en inspiratie te kanaliseren die naar boven kwamen tijdens de achttien dagen Tahrirprotest. In plaats van te wachten tot verkozen politici van bovenaf veranderingen opleggen, beogen de comités de tegenovergestelde richting, van onderuit naar boven. Hoewel ze vooralsnog kleine kernen van activiteit vormen, hebben de comités een enorme potentie. Het regime van Mubarak heeft Egypte in een chaotische staat achtergelaten en de mensen immuun gemaakt voor politieke beloftes. Bovendien leeft de huidige generatie met de herinnering aan de opstand. Ze weten uit eigen ervaring dat collectieve actie tot resultaten kan leiden. Of de comités ooit zullen uitgroeien tot machtscentra van betekenis, durft Abdel Razek niet voorspellen. ‘Stap voor stap’, zegt ze zuchtend. ‘Er is heel veel mogelijk, maar we moeten realistisch blijven. Elementen van de oude macht zullen ons tegenwerken en elke kleine overwinning kost tijd en enorm veel inspanning.’

De krachten die door de Egyptische volksopstand zijn losgekomen, zullen waarschijnlijk niet snel uitgewerkt raken. De nieuwe initiatieven lijken nog onervaren en slecht georganiseerd, maar de realiteit dwingt hen snel te leren van hun fouten. Egypte is in een stroomversnelling terechtgekomen door het collectief ontwaken van zijn burgers. Na een slaap van dertig jaar is het Egyptische volk klaarwakker, en het is niet van plan zomaar opnieuw de ogen te sluiten.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.