De ether is weer vrij, maar de pers nog gebonden

Tien jaar na de genocide heeft de Rwandese regering de ether weer opengesteld voor privé-zenders. De Rwandese bevolking is voortaan niet enkel meer aangewezen op de staatszender Radio Rwanda maar kan nu nieuwsuitzendingen horen op vijf privé-radio’s. Het is een stap in de richting van een vrijere pers, maar de weg is nog zeer lang.



Dat het tien jaar duurde voor de Rwandese regering de radiogolven openstelde, heeft alles te maken met de excessen uit het verleden. De vreselijke ervaring met de haatzender Radio télevision libre de mille collines (RTLM) ligt nog vers in het geheugen. Momenteel zitten er 25 journalisten achter de tralies op beschuldiging van medeplichtigheid aan volkerenmoord. De radiomakers wisten de Rwandese Hutu-bevolking doodsbang te maken voor het baarlijke kwaad van de oprukkende Tutsi-minderheid en legden zo mee de basis voor de collectieve geweldpsychose die bijna een miljoen Rwandezen het leven kostte tussen april en juni 1994.

Sinds 1 februari is het staatsmonopolie in de ether doorbroken en vijf nieuwe zenders laten nu een frisse wind waaien in de Rwandese huiskamers: Radio 10, Flash FM, Radio Contact (drie commerciële zenders), ADECO (een gemeenschapszender in de oostelijke provincie Kibungo) en de studentenzender van het instituut voor Journalistiek aan de nationale universiteit van Butare. Twee confessionele zenders wachten nog op een erkenning.

Het is plots bijzonder druk op de FM-band, die tot dusver enkel bevolkt werd door Radio Rwanda en drie internationale zenders. De nieuwe perswet dateert al van 1996 maar trad pas in juli 2002 in voege. Pas deze maand rondde de Hoge Raad voor de Pers (HCP) de nodige licenties af. De overheid ging erg traag en omzichtig te werk om de wantoestanden uit het verleden te vermijden. De toekenning van de frequenties ging gepaard met eindeloze oproepen om etnisch geïnspireerde zenders uit de ether te houden.

Volgens vele journalisten gebruikt de regering de erfenis van Mille collines als een excuus om de pers te muilkorven. Zich beroepend op de ervaring met de haatmedia, houdt de overheid een stevige greep op de informatie die verspreid wordt via de radio, zegt Fedinand Murara, journalist bij het katholieke tweemaandelijkse blad ‘Kinyamateka’.

Het Rwandese medialandschap zag er tien jaar lang bijzonder schraal uit. Het bestond hoofdzakelijk uit armtierige gedrukte media met een magere oplage tussen 1000 en 2000 exemplaren. Dat de Rwandese pers nauwelijks gelezen wordt, heeft te maken met geldgebrek (de advertentiemarkt is nagenoeg onbestaande) maar ook met het feit dat in Rwanda een orale cultuur gedijt. Bovendien kan 67 procent van de bevolking schrijven noch lezen.

Het twintigtal titels op de Rwandese markt heeft het niet makkelijk om zich onafhankelijk op te stellen. Artikels 10 en 11 van de grondwet mogen de pers dan wel als vrij omschrijven en censuur verbieden, in de praktijk is de Rwandese pers aan de macht gebonden. Reporters zonder Grenzen (RSF) plaatst het land op de 123ste plaats in de wereldranglijst in zijn jaarrapport 2003 omdat de zelfcensuur er een courante praktijk blijft bij de lokale pers.

De overheid wijst die kritiek van de hand. Er is momenteel geen enkele journalist in Rwanda die wegens zijn geschriften opgesloten, bedreigd of gedood werd, zegt minister van Informatie Laurent Nkusi. Toch heeft het weekblad Umuseso het regelmatig aan de stok met vadertje staat. De vrijheid / onbeschaamdheid die het blad zich permitteert om de corruptie en onrechtvaardigheden aan de kaak te stellen, leidt regelmatig tot inbeslagnames en ondervragingen. Met een oplage van 6000 exemplaren is het veruit het meest gelezen weekblad.

De persvrijheid wordt niet enkel door censuur en zelfcensuur ingetoomd. De echte rem op de persvrijheid zit elders, beklemtoont Marie-Immaculée Ingabire, de voorzitter van de Vereniging van Rwandese Journalisten. Met name het gebrek aan professionalisme van veel journalisten en de zwakke financiële middelen van de persorganen muilkorft de vierde macht. De meerderheid van de Rwandese journalisten heeft geen enkele professionele vorming en heeft vaak niet eens de lagere school doorlopen. Het handvol oude rotten in het vak is na 1994 teruggekeerd uit ballingschap of zijn afkomstig uit de persorganen van het Front patriotique du Rwanda (FPR), de partij die momenteel aan de macht is.

Het gevolg is dat de meerderheid van de kranten neigt naar sensationele berichtgeving, geruchten voor waar neemt en eenvoudige commentaren brengt in plaats van analyses. Als algemene regel geldt in Rwanda dat je een bericht niet voor waar kan nemen gewoon omdat het in de krant staat - het is onbegonnen werk om elk feit te verifiëren.

Het wordt afwachten of de nieuwe zenders het beter gaan doen bij hun nieuwsvoorziening. Ze hebben in ieder geval meer geld dan de geschreven pers. Achter de privé-radio’s zitten Rwandese zakenmensen of instellingen die niet om centen verlegen zitten. Nu nog professionele radiomakers vinden.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.