De identiteitscrisis van de Belgische politiek

In tijden van crisis dringt de vraag naar duidelijkheid zich op. Een land waarin sommigen baarden laten groeien, anderen hunkeren naar de volgende historisch verantwoorde Latijnse oneliner en nog anderen het simpelweg overlaten aan de allerslimsten haar burgers, is daar een schoolvoorbeeld van.

De tot in den treure herhaalde vraag hoe het nu verder moet, gesteld aan eenieder die ook maar een antwoord wil geven, de ondertussen bijna bejaarde claims voor politieke moed, en ook een diffuse doch sympathieke betoging brengen tot nog toe weinig soelaas. Nu is ook meneer Vande Lanotte verduidelijker af. Is het simpelweg een kwestie van tijd? Terwijl de media en opiniemakers hun uiterste best doen alle mogelijke vraagtekens recht te trekken, staat in de alomtegenwoordige vaderlandse onduidelijkheid één ding als een paal boven water: eenduidigheid en eensgezindheid zijn ver te zoeken, zowel in de wetstraat als in de dorpsstraat. Een uitroepteken is niet meer dan een vermomd vraagteken.

De definitie van de democratie zou misschien wel eens gelegen kunnen zijn in zulke verscheidenheid en onduidelijkheid. Meer zelfs, daarin zou misschien wel eens de letterlijke en figuurlijke grond kunnen liggen van een land dat zich België laat noemen. Laat noemen, want geen van Albert’s onderdanen die tegenwoordig een duidelijk beeld blijkt of ook maar durft te hebben over de betekenis van dat woord. Verstaat u me echter niet verkeerd. Onderstaande is geen poging tot verduidelijking, aanspraak op of beschrijving van een Belgische identiteit. In geen geval wens ik me achter de noodzaak van de driekleur te scharen. Integendeel, als er iets is waar ik me graag ver weg van mag houden, dan is het wel een hooggehesen vaandel. Als zogeheten Vlaming wonende in Brussel meen ik me met enig begrip uiteraard wel bekend met de Vlaamsche grieven in een overrompelende kosmopolitische stad, en in het licht van de vaderlandse socio-politieke historie heb ik ook een zekere voeling met de Vlaamse zaak. Maar dat heb ik als Belg eveneens. Of als Brusselaar. Zelfs als naakte mens raken hoge woorden als rechtvaardigheid en vrijheid me. In die zin pin ik me liever niet vast op deze of gene identiteit. Temeer omdat die niet eenvoudigweg gegeven is: wie of wat is een échte Vlaming, Waal of een échte Belg? Identiteit werpt zich niet op als feit, maar openbaart zich eerder telkens opnieuw als vraag. Dat ik me Europeaan, muzikant of sportmens voel, heeft niet zoveel te maken met een feitelijke en eenduidige waarheid (welke dan?), maar geeft eerder aan dat het met zulk beeld is dat ik me wil identificeren. Identiteit is met andere woorden niets anders dan een bodemloos vat dat steeds vraagt gevuld te worden. Het vervat altijd al meer dan louter zichzelf. Dit impliceert het gebrek aan eenduidigheid van identiteiten. Of nog: identiteit bestaat enkel in het meervoud.

De hedendaagse crisis en het uitblijven van oplossingen heeft alles te maken met het halsstarrig blijven vasthouden aan de eigen overtuiging.
Ik herneem: in tijden van crisis dringt de vraag naar duidelijkheid zich op. Deze tautologische stelling verwijst naar niets meer dan de etymologische achtergrond van crisis: het moment van beslissing, verduidelijking. Het is de vraag naar eenduidigheid. Wat we tegenwoordig meemaken, lijkt niets anders dan die vraag naar identiteit, maar dan ontdaan van haar fundamentele vraagkarakter. De lauwe reactie van zowel N-VA en PS als vele anderen op de 34.000 mensen die afgelopen zondag op straat kwamen, geeft de vastgeroestheid van de politieke identiteit aan. Dat zie je ook in de media. De vraag naar duidelijkheid (of ze nu van journalisten komt of tussen politici onderling) levert meestal niet meer op dan het reciteren van het eigen gelijk, van de eigen vermeende onwrikbare identiteit. De vraag als fundamentele invraagstelling, als twijfel of kritiek blijft achterwege. Hierdoor blijkt politiek vandaag niet verder te raken dan narcistische partijpolitiek. Het is het gevolg van de illusie dat identiteit enkel naar zichzelf verwijst.

De hedendaagse crisis en het uitblijven van oplossingen heeft alles te maken met het halsstarrig blijven vasthouden aan de eigen overtuiging. En hoewel dat misschien een lovenswaardige eigenschap is voor een politicus, geeft het in tijden van onderhandeling en crisis voornamelijk de onkunde of de onverantwoordelijkheid weer zich te kunnen situeren in een polis: in het samenwonen met anderen, of dat nu de (aristotelische) stad, een land of een huis is. Politiek verwijst in de eerste plaats naar het bevragen van het samen van dit samenwonen. Dit bevragen is niets anders dan een fundamenteel in vraag stellen, en dus geen verwijzing naar een antwoord dat reeds doorspekt is met argumenten in het voordeel van een of andere vermeende eenduidige identiteit. In die zin kan ik enkel hopen dat politici zich in vraag laten stellen, hun partijpolitiek achterwege laten en ons (Belgisch, Vlaams, Europees, …) samenwonen niet ondergeschikt maken aan deze of gene vastgelegde identiteit. Ondertussen blijf ik nog steeds twijfelen of ik me nu moet scheren of niet.

Pieter Meurs is PhD student CLEA aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.