De levenden sterven niet mee met de doden

Magnum-fotograaf Paolo Pellegrin ging naar Balakot en omgeving, in de Pakistaanse Himalaya, om te kijken hoe het intussen nog is met de miljoenen mensen die vorig jaar in oktober slachtoffer werden van een krachtige aardbeving. MO* had daarover een gesprek met Arif Hasan, een Pakistaans stedenbouwkundig architect die nauw betrokken is bij de wederopbouw in de regio.
Een jaar geleden, op 8 oktober 2005, schokte de aarde in de hooggelegen valleien en bergen van de Pakistaanse North West Frontier Province en Kasjmir. Meer dan 73.000 mensen vonden daarbij de dood, nog eens 70.000 werden zwaar gewond en zowat 2,8 miljoen mensen waren van het ene op het andere moment dakloos.
‘Meteen na de aardbeving waren voedsel en medische zorgen voor de slachtoffers prioritair’, zegt Arif Hasan, een Pakistaans stedenbouwkundig architect met internationale faam, die nauw betrokken is bij de wederopbouw in de regio. ‘De hospitalen konden het aantal gewonden niet aan. Een half miljoen huizen en een groot deel van de ziekenhuizen in de regio was vernield. Er moesten medische kampen opgezet worden voor hulp. Er kwam een indrukwekkend aanbod van hulp, uit heel de wereld en vanuit Pakistan zelf. Maar de wegen waren verdwenen en de hele regio was zo goed als afgesloten.’ Die wegen blijven ook een jaar later een probleem. In augustus moesten tienduizenden opnieuw hun dorpen of opvangkampen verlaten omdat de aarde, die door de aardbeving instabiel geworden is, aan het schuiven ging na aanhoudende moessonregens. Geologen spreken over de grootste aardverschuivingsdreiging ter wereld.
Hasan zegt dat hij heel erg onder de indruk was van de stroom van solidariteit die binnen Pakistan op gang kwam. ‘We hadden geen dokters meer in Karachi, want die waren naar het rampgebied vertrokken. Nogal wat waarnemers denken dat vooral jongeren massaal gereageerd hebben, omdat ze geen andere uitlaatklep hebben voor hun behoefte aan engagement. Ze zijn al te lang gemarginaliseerd door dictators, ze zijn vervreemd van de politiek. Ze hebben een reden nodig om zich in te zetten en de aardbeving heeft daarvoor gezorgd. Pakistan is een zeer gefragmenteerde samenleving, met zowel extreem fundamentalistische organisaties als extreem feministische. Maar in de hulp aan de slachtoffers van de aardbeving viel dat onderscheid weg, iedereen kwam in beweging.’
Die enorme nationale én internationale hulp en solidariteit betekent niet dat de slachtoffers intussen allemaal weer in een huis wonen en stukje bij beetje aan een nieuwe toekomst werken. Een groot deel van de mensen die een jaar geleden in tentenkampen zaten, zijn intussen teruggekeerd, maar ze hebben nog steeds geen dak boven hun hoofd dat hen voldoende beschermt tegen de natuurelementen in de Himalaya.
Alleen al in de regio Muzaffarabad zitten zowat 30.000 mensen ook vandaag nog in noodkampen. En meer dan 50.000 mensen moesten in september dit jaar dringend geëvacueerd worden omwille van de dreigende grondverschuivingen en lawines. Overigens, zegt Arif Hasan, is het onmogelijk om op korte tijd zoveel huizen te bouwen, naast scholen en andere openbare gebouwen: ‘Alleen al qua materiaalbenodigdheden is dit een onmogelijke opdracht. Ook de lokale infrastructuur, zoals watervoorziening, moet hersteld worden. Als je dat niet kan doen via de lokale besturen, vergt het twintig jaar om dit te realiseren.
De betrokkenheid van de gemeenschappen is dus cruciaal. Wij stelden voor de mensen zelf hun huizen te laten bouwen, aardschokbestendig en voor een deel met recuperatie van het bruikbare materiaal uit het puin. Zij hebben schrijnwerkers, metselaars, elektriciens, zij hebben de kennis. Er was een principieel akkoord voor deze aanpak, maar uiteindelijk werd het plan van tafel geveegd en ging de voorkeur toch naar de aanpak van de grote maatschappijen en hun onderaannemers. Niet alleen ging het idee van participatie van de bevolking daardoor verloren, het wordt allemaal ook veel duurder.
Bovendien is de beste manier om corruptie tegen te gaan, de controle van onderuit. Je kan het slechte beheer van fondsen maar bestrijden als er ook een visie en een wederopbouwplan is vanuit de basis.’
De 36-jarige Gull Nasia verloor op 8 oktober 2005 haar echtgenoot en een van haar zonen. Ze had niet alleen af te rekenen met dakloosheid en materiële zorgen, maar ook met een diepe depressie. Vandaag zegt ze: ‘De levenden sterven niet mee met de doden’.
Het is een overtuiging die van diepe hoop en strijdlust getuigt. Al vertoont de situatie van tienduizenden gezinnen in de Pakistaanse Himalaya in oktober 2006 nog ijzingwekkend veel gelijkenissen met de weken na de aardbeving. Voor Gull zijn het haar twee overlevende zonen die de stimulans vormen om opnieuw te beginnen. (adw / gg)
Reageer via info@mo.be

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.