De Libische protesten: dagboek van een revolutionair

Anwar (fictieve naam) is 24-jaar oud en student aan de Al-Fateh universiteit in Tripoli. Hij is afkomstig uit een middenklasse gezin en woont in een buitenwijk van de hoofdstad. Tot een aantal weken geleden interesseerde hij zich niet voor politiek. Het was gevaarlijk om je met politiek bezig te houden en er leefde het gevoel dat er toch niets veranderd kon worden.

  • www.flickr.com/photos/carsten_tb (CC BY-NC-ND 2.0) Kadhaffi op een reclamepaneel in Derj, Libië www.flickr.com/photos/carsten_tb (CC BY-NC-ND 2.0)

Het resulteerde bij hem en bij velen van zijn generatiegenoten in politieke onverschilligheid. Nu droomt hij van vrijheid en democratie, maar een diepere gedachte over wat voor democratisch systeem in Libië zou passen heeft hij niet. De belangrijkste eis is dat Kadhaffi en zijn familie van het toneel verdwijnen, “wat er daarna gebeurt, zien we wel”.

Het begin van de Libische protesten

In het spoor van de gebeurtenissen in Tunesië en Egypte begonnen in de vroege ochtend van woensdag 16 februari de eerste protesten in Libië. In Benghazi, de tweede stad van het land, gingen anti-Kadhaffi betogers de straat op net als in het verder oostelijk gelegen Al-Bayda. Directe aanleiding voor de protesten was de arrestatie van mensenrechtenadvocaat Fathi Terbil. Al weken van te voren was donderdag 17 februari op internet aangekondigd als Libische ‘Dag van Woede’. 17 februari is een symbolische datum voor islamistische bewegingen in het oosten van Libië. Op die dag in 1987 werden in Benghazi negen mannen publiekelijk opgehangen en geëxecuteerd. Ze werden verdacht deel uit te maken van een islamistische cel en van de moord op een vooraanstaand lid van Kadhaffi’s regime. Dagenlang werden de beelden van de executies herhaald op de Libische staatstelevisie. In 2006 werd op 17 februari in Benghazi een protest gehouden ter herdenking van de negen geëxecuteerde mannen. De demonstratie werd hard neergeslagen door de Libische veiligheidsdiensten.

Tripoli — vrijdag 18 februari 2011

“De telefoonlijnen worden afgeluisterd dus over de telefoon praat ik niet meer over de situatie hier. Er waren vandaag veel Kadhaffi aanhangers op straat. Je kunt je niet voorstellen hoe boos en verdrietig dit me maakt. Op hetzelfde moment dat mensen juichen voor hem, worden mensen in het oosten van het land dankzij hem vermoord. Het is ontzettend frustrerend. Behalve die idioten op straat, gaat het leven gewoon door. Het is nog best veilig hier. Vanmiddag heb ik zelfs met een vriend een kop koffie gedronken op een terrasje in het centrum. Ik vraag me echt af of er wel iets gebeurt in Tripoli.”

Tripoli — zaterdag 19 februari 2011

“Al-Jazeera lag er uit maar werkt weer en het nieuws uit het oosten komt binnen. Ik heb net gehoord van de ‘yellow hats’, dat zijn Afrikaanse huurlingen die Kadhaffi heeft ingevlogen. Ik ben niet verrast dat hij huurlingen tegen zijn eigen mensen inzet. Ze zijn zeer gewelddadig en schijnen zomaar in het rond te schieten.”

Tripoli — zondag 20 februari 2011

“Het is begonnen. Tripoli ligt zwaar onder vuur. Op het nieuws wordt gezegd dat Kadhaffi is opgestapt. Vanavond geeft Saif (de tweede zoon van Kadhaffi) een toespraak op de Libische staatstelevisie. Het gaat nu erg snel. Ze omsingelen op dit moment Kadhaffi’s compound. Dit heeft een vriend verteld die er vlakbij woont en die nu op straat aan het demonstreren is. We zijn vrij! De politie heeft zich aangesloten bij het volk. Er wordt binnen Kadhaffi’s compound geschoten. Ik wil nu naar het centrum! Maar mijn ouders hebben mijn autosleutels ingenomen. Ik kan nergens heen! Het is eigenlijk ook te mooi om waar te zijn. Als het waar is, is hij een watje. Maar ik denk niet dat hij zo snel opgeeft. Uiteindelijk moet en zal hij ten onder gaan. Hij is de controle over Benghazi al kwijt en de vlag van de monarchie wordt overal uitgehangen. Ik begin nu al van die vlag te houden, ook al is hij lelijk.”

Tripoli — Maandag 21 februari 2011

’s Nachts: “Wat een hoop bla bla komt er uit Saif’s mond. Vertel me dat je vader weg is. Dat is het enige wat ik wil horen. Niemand wil meer een Kadhaffi. Het is verdomme geen monarchie. Wat zegt hij! Hij is nog een betere leugenaar dan zijn vader. Zo vader, zo zoon. Ik wil de monarchie terug zodat ik de Jamhahiryah (een door Kadhaffi bedachte term die vrij vertaald volksrepubliek betekent) uit mijn geheugen kan wissen. Hij praat te veel, net als zijn vader. Als hij de macht overneemt zullen de mensen niet ophouden met protesteren. De mensen zijn niet meer bang. Er sterven mensen om van hem en zijn vader af te komen. Angst is geen optie meer. Wat de toekomst ook brengt, het zal honderd keer beter zijn dan onder zijn vader. Eerst dacht ik dat Saif een goed opgeleide man was, maar hij is onbeschoft en dom. Mijn vader is stil. Hij heeft de televisie uitgedaan en is naar bed gegaan. Hij is teleurgesteld. Ik denk niet dat ik zelf kan slapen. Mensen worden op dit moment op straat vermoord.”

Overdag: “Vandaag ben ik naar de bank geweest, maar die was gesloten. In de winkels is het druk en er staan lange rijen voor de tankstations. De lucht ziet zwart van de helikopters. Ik realiseer me net dat ik sinds gisteren al niet meer heb gegeten.”

Tripoli — Dinsdag 22 februari 2011

’s Nachts: “Kadhaffi was net op televisie. Niet langer dan twaalf seconden. Hij zat in een auto en hield een paraplu vast. Hij droeg een Russische bontmuts. Waarom zou hij maar twaalf seconden praten? Normaal praat hij toch ook altijd uren achter elkaar. Wat een onwetende kamelenhoeder is het ook, zoals mijn vader hem altijd noemt. Mijn buurman, die gelieerd is aan het regime, staat op het punt om te vertrekken. Hij heeft zijn dure auto’s al verkocht en heeft alleen nog de goedkope auto van zijn chauffeur.”

Overdag: “Ik heb net afscheid genomen van mijn vriendin. Ze is op weg naar het vliegveld waar haar vlucht morgenochtend vertrekt naar Europa. Vandaag is ze jarig, ze zal haar verjaardag moeten doorbrengen op het overvolle vliegveld. Ik voel me een beetje in de steek gelaten door de buitenlanders die vertrekken, maar snap wel waarom ze vertrekken. Libië is niet hun land. Ik wil gewoon dat het allemaal voorbij is en daarmee bedoel ik dat Kadhaffi weg is. Mijn ouders en iedereen wil dat hij weggaat. Waar ik me echt zorgen om maak is wat er gebeurt als Kadhaffi niet weggaat. Ik denk dat het dan een stuk erger wordt dan voorheen.”

Tripoli — Woensdag 23 februari 2011

“Kadhaffi zet zijn laatste troef in: geld. Hij probeert mensen om te kopen. Als je “God bless Kadhaffi” sms’t naar vier nummers, krijg je honderd Libische Dinar beltegoed (ongeveer zestig Euro). De angst heerst dat hij onze olievelden in brand zal steken en dat hij het hele land in vuur en vlam zet voordat hij ten onder gaat. Net als de demonstranten wil ik vrijheid en democratie, maar ik kan mijn buurt niet uit. Helemaal niet meer na vijf uur, dan is alles afgezet. Eigenlijk wil ik mijn familie ook niet in de steek laten. In huis ben ik de jonge volwassen man, mijn vader wordt oud en ziet slecht. Ik kan ze gewoon niet alleen laten.”

Tripoli  — Donderdag 24 februari 2011

“Het regime heeft de boel opgeruimd. Ze willen de media snel de stad in brengen. Het lijkt nu alsof er niets gebeurd is in Tripoli. Vandaag was ik op de universiteit die weer open was. Bij de ingang werd ik wel voor het eerst grondig gefouilleerd. Ik ging om het resultaat van mijn examen te bekijken. Voor de eerste keer is er bijna niemand geslaagd voor het examen. Misschien proberen ze op deze manier studenten op te roepen om te gaan demonstreren? Toen ik daarna naar het ziekenhuis probeerde te gaan werd ik tegengehouden door de Revolutionaire garde. Ze dreigde het vuur te openen als ik niet zou omkeren. Ik was woedend dat ze me tegenhielden. Pas toen ik thuis was realiseerde ik me dat het een gevaarlijk moment was. Hopelijk is morgen de dag dat Libië wordt bevrijd. Na er over te hebben nagedacht heb ik besloten morgen mee te gaan demonstreren. Het is gevaarlijk voor iedereen en ik ben geen haar beter dan de mensen op straat. Als iedereen zou zeggen dat het te gevaarlijk is heeft het allemaal geen nut gehad.”

Tripoli — Vrijdag 25 februari 2011

“Met geen mogelijkheid kon ik er vanochtend door. Mijn hele buurt is afgesloten. Overal hangen milities rond. Ik zag veel militairen en huurlingen met een lichte huid, volgens mij zijn het geen Libiërs. Ze hebben auto’s met machinegeweren en zwaar geschut waarmee ze de weg blokkeren. Vanavond had ik zin in een cola dus ik ben naar buiten gegaan om een blikje te kopen. Elke vijftig meter was er een wegafzetting met nu Afrikaanse huurlingen. Ze spreken niet eens Arabisch, maar Frans en Engels. Op de kruising stond een tank. Ik werd gefouilleerd en moest me bijna uitkleden. Ze vroegen me waar ik heen ging op dat late tijdstip. Godzijdank had ik mijn documenten bij me. Ik was zo bang. In totaal stonden er acht wegafzettingen op een afstand van minder dan een kilometer. Het kostte me een half uur in plaats van tien minuten. Op de terugweg werd ik weer gefouilleerd. Het was duidelijk een slecht idee. Het interesseert die lui niet dat het hard waait, regent of koud is. Ze zien er eng uit, bijna onmenselijk en je ziet de pure slechtheid in hun ogen. Ik heb het maar niet aan mijn ouders verteld want ik wil ze niet bang maken. Mijn vader maakt zich altijd al zorgen om de beveiliging van ons huis. Normaal lach ik hem uit als hij zo paranoïde doet, maar nu geef ik hem gelijk.”

Colin Kampschöer is politiek wetenschapper. Hij woonde en werkte recentelijk in Tripoli.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.