‘De mensen moeten vertrouwen op hun eigen kracht’

Op tien augustus begon Rafael Correa aan een nieuwe ambtstermijn als president van Ecuador. Zijn burgerrevolutie en de nieuwe grondwet hebben grote verwachtingen gewekt, maar de feitelijke beleidskeuzes zorgen ook voor frustraties en ontgoocheling.

  • Alma De Walsche Ecuador is in volle overgang, zoals de Ecuadoranen het zelf noemen. Alma De Walsche

Op het ogenblik van mijn verblijf in Ecuador is het land in volle overgang, zoals de Ecuadoranen het zelf noemen. De nieuwe grondwet moet geïmplementeerd worden in een hele reeks van wetten en decreten, en snel ook, want de grondwetgevende vergadering heeft deadlines gesteld. Maar tussen de nieuwe grondwet en de dagelijkse realiteit gaapt een gevaarlijke kloof.

De drang naar verandering, het ongeduld en het karakter van de president botsen nogal eens met de complexiteit van de thema’s, de weerbarstige oude orde en vroegere privileges, en dat zorgt voor ontgoochelingen, en voor lastercampagnes in de kranten. De relaties met de inheemse bevolking en met de civiele samenleving lopen in de praktijk heel wat moeilijker dan je van een burgerrevolutie zou verwachten. De vraag is dan ook of de Ecuadoraanse samenleving klaar is voor Correa’s project. En of Correa voldoende luistert naar de samenleving die hij wil veranderen.

Na het neoliberalisme

We hebben nauwelijks voet op Ecuadoraanse bodem gezet of we worden al gescand door een vreemd toestelletje, bediend door iemand met een mondmaskertje voor. De angst voor de Mexicaanse griepepidemie zit er ook hier goed in. ‘Enkele jaren geleden zou zo’n controle in ons land ondenkbaar geweest zijn’, merkt iemand op. Het is maar een van de dingen die aangeven dat de regering-Correa echt werk maakt van een moderner en doeltreffender gezondheidsbeleid.

Sinds hij aan de macht is (januari 2007) verachtvoudigden de publieke uitgaven. Prioriteiten zijn gezondheidszorg en onderwijs, die vandaag voor iedereen gratis zijn. In tegenstelling tot Venezuela, waar een massaal beroep gedaan wordt op Cubaanse inbreng en gewerkt wordt met projecten naast de vermolmde instellingen, pakt de regering-Correa de bestaande structuren aan. De publieke ziekenhuizen worden voorzien van nieuwe technologische apparatuur. Er wordt gestreefd naar een grotere soevereiniteit op het gebied van intellectuele eigendom en het produceren van generische geneesmiddelen.

In het onderwijs kan iedereen die er slim genoeg voor is nu gratis naar de universiteit. Maar ook in de onderwijsinrichtingen zelf wordt orde op zaken gesteld. Zij krijgen tientallen miljoenen dollars, en moeten daarover dus ook rekenschap afleggen. Maar dat wordt geïnterpreteerd als een aanslag op de autonomie. In het verleden werd er nooit gecontroleerd, want de onderwijsvakbond UNE en de linkse partij MPD beschermden de privileges van het onderwijskorps. Deze zomer echter moesten ook de professoren deelnemen aan een examen om hun bekwaamheid te testen. Gevolg: groot gemor over zoveel strengheid.

Guayaquil, het bastion van de oppositie tegen de regering-Correa, was in juli ook het toneel van hevige protesten tegen het wetsontwerp voor het hoger onderwijs. In zijn wekelijkse tv-uitzending, de zaterdag daarop, geeft de president de betogers lik op stuk: ‘De beste universiteit van Ecuador staat op de 2000ste plaats op de wereldranglijst! Dat is een schande. Dat kan alleen opgekrikt worden met mensen die deskundig zijn en met instellingen die verantwoordelijkheid kunnen dragen.’

Al sinds zijn verkiezingscampagne kondigt Rafael Correa aan ‘een einde te maken aan de lange nacht van het neoliberalisme’ die het land heeft uitverkocht. Als briljant econoom heeft hij de buitenlandse schuld, aangegaan door vroegere corrupte regeringen, onderworpen aan een internationaal onderzoek, het gesjoemel en de schuldigen aangeklaagd en over het resterende bedrag heronderhandeld, met uitermate voordelige gevolgen voor de staatskas. Voor het eerst sinds de terugkeer naar de democratie in 1979 is er een duidelijk uitgeschreven Nationaal Ontwikkelingsplan, uitgetekend tot 2025, om de industrialisering van het land op te krikken en de werkgelegenheid te stimuleren.

Petroleum in de ondergrond

Ecuador is een olieland. Sinds de jaren zeventig is de petroleumexport goed voor 20 procent van het bruto nationale inkomen. Voor 2009 verwacht men een inkrimping tot 17,4 procent. Correa wil de Ecuadoraanse economie minder afhankelijk maken van die petroleuminkomsten. Diversifiëren maakt immers minder kwetsbaar.

Maar berekeningen hebben ook uitgewezen dat die petroleumexploitatie in Ecuador maximaal nog vijftien jaar voor inkomsten kan zorgen. En dan is er ook nog het probleem van de opwarming van de aarde. Dat alles heeft de regering gevoelig gemaakt voor het Yasuni-project. Onder dit beschermd natuurpark in het Amazonewoud liggen de grootste olievoorraden van het land: 850 miljoen vaten olie, zo’n twintig procent van Ecuadors reserves.  De regering is bereid die voorraden niet te ontginnen, indien de internationale gemeenschap met geld over de brug komt om de biodiversiteit van die regio te redden, en tegelijk 410 miljoen ton CO2-uitstoot te vermijden. Na twee jaar van bewustmaking is de kogel door de kerk. In juni meldde de regering officieel aan de VN dat de petroleum van het ITT-veld voor onbepaalde tijd in de ondergrond zal blijven, om zo de biodiversiteit en de habitat van de inheemse gemeenschappen te behouden.

Roque Sevilla, directeur van Metropolitan Touring en door de regering belast met het zakelijke management van het project, is samen met de minister van Buitenlandse Zaken Falder Falconí opgetogen teruggekeerd uit Duitsland, waar het parlement en de regering formeel verklaard hebben geld uit te trekken voor het project. Er worden bedragen genoemd van 50 miljoen dollar per jaar.

Van oliedollars naar edele metalen

Maar dit uitdoofbeleid in de petroleumsector heeft zijn keerzijde. Correa wil de komende jaren massaal inzetten op grootschalige mijnbouw van goud, zilver, koper en zink in de Andes en in de zuidelijke Amazone. Twintig procent van het nationale territorium is bestemd voor mijnexploitatie, zo’n 5,6 miljoen hectare. Om de internationale bedrijven een duwtje in de rug te geven, werd in februari een nieuwe mijnwet goedgekeurd, die heel wat stof heeft doen opwaaien omdat ze indruist tegen de nieuwe grondwet, die de rechten van de natuur erkent. Protestmanifestaties om de goedkeuring van die wet te verhinderen, werden hardhandig onderdrukt.

Een van de protesthaarden is Molleturo, op zo’n honderd kolometer van Cuenca, in de zuidelijke Andes. Het dorp ligt midden in de bergen en strekt zich uit over verschillende ecologische verdiepingen van koud naar warm, van 500 meter tot 3000 meter hoog, wat hier als een rijkdom wordt ervaren. De bovenste regio is het grootste deel van de tijd in de mist gehuld, maar het is de plaats waar de heldere bergriviertjes ontspringen die de groene weilanden van water voorzien. De gezinnen leven er traditioneel van landbouw en veeteelt.

Maar tachtig procent van het grondgebied van Molleturo is in concessie gegeven aan internationale mijnbedrijven, vooral het Canadese International Minerals Corporation, voor de ontginning van goud en zilver. Een groot deel van de inwoners van Molleturo wil dat echter niet. De gemeente is een bolwerk in het nationale verzet tegen de mijnbouw. In de protestbetogingen van januari ging het hier hard tegen hard, verschillende mensen raakten gewond en er viel een dode. Tegen zeven personen van het dorp loopt er een rechtszaak voor terrorisme en sabotage.  ‘Zie ik er dan uit als een terrorist?’ vraagt een jongeman –die liever niet met naam vermeld werd– vertwijfeld. Hij is geboren en getogen in Molleturo, een van de weinige jonge werkkrachten die niet migreerden. ‘Als we die mijnbouw toelaten, kunnen we de landbouw vergeten. Wat moet er dan van onze kinderen worden? In de stad is er ook geen werk.’

Het lijkt of mensen hun enthousiasme verloren hebben omdat ze denken dat de president zijn wil toch doordrijft.

Omdat de migratie in de regio zo sterk is, zijn het ook vooral vrouwen en kinderen die vechten voor hun land, het water en de toekomst van de landbouw in deze zone. Ze doen dat in het Frente de Mujeres Defensoras de la Pachamama, het Vrouwenfront ter Verdediging van Pachamama. De vrouwen klinken strijdlustig: ‘Deze strijd is er een van lange adem, het is een verzetsstrijd. Wijzelf worden met uitsterven bedreigd door deze mijnexploitatie. Als de ontginning doorgaat, betekent dat onze dood!’

Elsie Monge, boegbeeld van de mensenrechtenorganisatie CEDHU, is bezorgd over de groeiende tendens van het criminaliseren van sociale protesten. Maar ze is vooral bezorgd over de wet op de nationale veiligheid waarover volop gedebatteerd wordt. Die erkent het bestaan van “gebieden met uitzonderlijke veiligheidsnormen”, waaronder die met natuurlijke rijkdommen. Het leger en de politie krijgen daar extra bevoegdheden. Monge: ‘In de jaren zeventig zei men ook dat de petroleum ontwikkeling zou brengen voor de inheemse gemeenschappen. Intussen zijn de mensen armer geworden, is het milieu vernield, en zijn de winsten door anderen opgestreken.’

Eigen voedsel eerst

Opvallende bordjes sporen de winkelende Ecuadoraan ertoe aan Ecuadoraans te kopen. De nationale productie stimuleren is een prioriteit. Ecuador is heel rijk aan zaden en gewassen, bodemkwaliteiten en microklimaten. Maar toch voert het honderd procent in van zijn haver, linzen, kikkererwten, tomatenpasta en pofmaïs, bijna alle tarwe, de helft van de harde maïs en twintig procent van de bonen. Dat is de vrucht van een jarenlang beleid, gericht op handelsgewassen en niet op eigen voedselproductie. Die economische realiteit omkeren zal niet makkelijk zijn, volgens Fabian Calispa, een van de leiders van de boerenorganisatie Fenocin en coördinator van het landbouwoverleg met de boerenorganisaties van de kustregio.

De organisaties hebben actief geparticipeerd in het overleg over de nieuwe grondwet, maar er moeten nog harde noten gekraakt worden. De nieuwe grondwet stelt voedselsoevereiniteit centraal en komt hiermee tegemoet aan een jarenlange eis van de boerenorganisaties. De ontgoocheling was dan ook groot toen de concrete wet over de voedselsoevereiniteit begin dit jaar werd uitgevaardigd en bleek dat er niet zo veel was terug te vinden van alle mooie principes van de grondwet. De wet geeft alle ruimte aan de productie van gewassen voor biobrandstoffen en laat ggo’s toe, wat volgens de grondwet niet kan. Bovendien stimuleert het regeringsbeleid het gangbare landbouwmodel door de kleine boeren pakketten met pesticiden en chemische meststoffen cadeau te doen.

Die aanpak maakt German Jácome bijzonder kritisch tegenover de regering. ‘In mijn ogen is Correa geen socialist, maar een socio listo, een sluwe vos die zich evengoed door de kapitaalkrachtige figuren van het oude regime laat omringen’, vindt hij. German Jácome is professor aan de Universiteit van Quevedo, boerenleider en boer. Zijn tuin, aan de rand van de stad Quevedo, is een ecosysteem op zich. ‘El buen vivir’, het principe van het goede leven dat centraal staat in de nieuwe grondwet, probeert hij op zijn perceel waar te maken met vrouw en kinderen, buren en vrienden. Jácome: ‘Voor mij betekent dat een bestaan in harmonie met de natuur. Alles vol Afrikaanse palmbomen zaaien, is dat het goede leven? Of vol bananenplantages die bijna dagelijks besproeid worden met toxische bestrijdingsmiddelen?’

Het kanton Quevedo ligt in de provincie Los Ríos. Het is een groene golf van Afrikaanse palm- en bananenplantages. Jácome noemt de streek ‘de wachtkamer voor de agro-industrie en de megaprojecten. Het Indonesië of het Colombia van Ecuador.’ Steeds meer grond komt in handen van buitenlanders. Vooral Colombianen met veel drugsgeld, maar ook Turks, Russisch en Chinees kapitaal vindt zijn weg naar Los Rios. Lokale boeren worden onder druk gezet om hun grond te verkopen of te verhuren, en zelf te migreren.

Al die grootschalige land- en bosbouw vraagt ook massa’s water en energie. De provincie Los Ríos is bezaaid met grote en kleine waterlopen. Er zijn plannen om, verspreid over heel Ecuador, 260 stuwdammen te bouwen en de loop van rivieren om te keren, om in de water- en energiebehoeften van de agro-industrie te voorzien. In Los Rios alleen worden er de komende jaren tientallen stuwdammen aangelegd. Voor de 1.500 vissers die leven van de Quevedorivier is dat een ramp.

Enkele jaren geleden bond Jácome de strijd aan tegen de stuwdam van Baba, omdat die vooral bedoeld is om het bedrijf Fabril, dat biobrandstoffen produceert, van elektriciteit te voorzien. Van een vriend uit het dorp vernam hij dat er 12.000 dollar op zijn hoofd was gezet. Sindsdien doet hij het wat rustiger aan. ‘Het zijn Colombiaanse praktijken hier, met huurmoordenaars die altijd bereid zijn voor een prijsje ongewenste individuen uit te schakelen.’

De pijn van de vernieuwing

Rafael Correa heeft het lastig met al die kritiek. In zijn zaterdagprogramma’s heeft hij het over ‘infantiele’ ecologisten. De indiaanse beweging en de linkse groeperingen krijgen hetzelfde verwijt. Toch is er een speciale minister aangesteld voor dialoog met het middenveld, Doris Solis – in een vorig leven verbonden aan de ngo Sendas. Ze legt omstandig uit hoe belangrijk het is de diversiteit in het land te erkennen en hoe ze werk wil maken van een gelijkekansenbeleid voor alle sectoren van de samenleving. Solis: ‘Wat we aantroffen was een land in puin. Dat proberen we nu herop te bouwen, in dialoog.’

Ook Alberto Acosta benadrukt het belang van dialoog. Acosta is een autoriteit in Ecuador. Hij is nu hoogleraar aan de Flacso-universiteit in Quito. Hij was mede-initiatiefnemer van deze Burgerrevolutie en een van de denkers van het eerste uur. In de eerste regering-Correa bekleedde hij de cruciale post van minister van Energie en Mijnbouw. Vanwege verschillen in visie stapte hij op, om voorzitter te worden van de grondwetgevende vergadering. Ook daar stapte hij voortijdig op, omdat hij enkele weken meer tijd wilde voor het afwerken van het grondwetsontwerp, wat voor de partij van Correa onaanvaardbaar was.

Acosta: ‘Een van de zaken die me ernstige zorgen baren is het feit dat er te weinig burgers participeren in deze burgerrevolutie.’ Acosta vindt dat Correa autoritaire trekken vertoont, maar ziet ook een grote passiviteit van de civiele samenleving. ‘Het lijkt wel of mensen hun enthousiasme hebben verloren omdat ze denken dat de president zijn wil uiteindelijk toch doordrijft.’ Acosta benadrukt wel dat het een vergissing zou zijn dit proces niet langer te steunen, omdat er heel wat positiefs wél gerealiseerd werd.

Historicus Pablo Ospina, verbonden aan de Universidad Andina Simón Bolívar in Quito, is ook altijd erg kritisch in zijn analyses. Maar ook hij maakt een positieve eindbalans op: ‘Ik ben de voorbije twee jaar over heel wat zaken ontgoocheld, maar het proces dat we nu doormaken is ongetwijfeld positief. Vroeger ging alle energie naar het vermijden van steeds grotere problemen.

Vandaag kunnen we het lopende proces verbeteren en nadenken over een postneoliberale politiek. We discussiëren over thema’s die vijf jaar geleden ondenkbaar waren. Dit proces doet ons dromen van zaken die vroeger niet eens binnen bereik leken. Maar zolang het volk en de sociale organisaties de revolutie verwachten van de president, zal ze niet plaatsvinden. Je moet vertrouwen op je eigen kracht.’

Lees ook:

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.