De OESO en de Belgische Ontwikkelingshulp

Bij het verschijnen van dit MO*nummer (26 oktober) bespreekt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) een rapport over de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Dat rapport kiest duidelijk partij tegen de regionalisering van de Belgische hulp. ‘Te laat en met foute argumenten’, zegt Vlaams minister Bourgeois. ‘Terecht. We zullen ontwikkelingshulp nooit splitsen’, stelt federaal minister De Decker scherper dan ooit.
Eind september werd in de schoot van de OESO het vierjaarlijkse rapport over de Belgische ontwikkelingssamenwerking afgewerkt door Portugese en Oostenrijkse deskundigen. Het rapport erkent dat België tegenwoordig 99,1 procent van zijn hulp “ontbonden” heeft, dat de Belgische hulp met andere woorden niet moet worden uitgevoerd door een Belgisch bedrijf. Die ontbinding geldt ook voor de leningen van staat tot staat, waarmee de Belgische export vroeger zo gul gesteund werd dat de ontwikkelingslanden overstelpt werden met nutteloze megaprojecten. Vandaag haalt het bedrijf dat de beste prijs levert de offerte binnen.
Zo gaf België een staatslening van 2,3 miljoen euro voor de aanleg van waterleidingen in Burkina Faso, en de werken werden uitgevoerd door een lokale onderneming. Het OESO-rapport noteert echter dat het aantal leningen sterk verminderd is omdat de ontwikkelingslanden het systeem niet kennen en de ‘Federale Overheidsdienst van Financiën weinig inspanningen levert om het bekend te maken.’
Ook op het vlak van coherentie tussen ontwikkelingshulp en andere beleidsdomeinen ziet de OESO vooruitgang. Verschillende beleidsverantwoordelijken stemmen hun beleid meer af op ontwikkelingssamenwerking, al vindt het rapport dat een en ander nog te informeel blijft. Een meer structurele of zelfs wettelijke regeling om de objectieven van ontwikkelingssamenwerking te laten wegen op de andere aspecten van het Belgische beleid, ontbreekt. Minister De Decker zegt in een gesprek met de redactie daarmee ‘een beetje akkoord te gaan’, maar nam voorlopig nog geen initiatieven om daaraan te verhelpen.

Nooit meer Lambermont


Het meest opvallende punt van het rapport is de erg kritische opstelling tegenover een verdere regionalisering van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Op bladzijde 14 (van de franstalige versie) formuleren de OESO-deskundigen het zo: ‘Indien tot een regionalisering van de ontwikkelingssamenwerking beslist wordt, zou deze partieel moeten zijn, zodat de ontwikkelingssamenwerking een federale bevoegdheid blijft en de federale administratie over de bevoegdheden en middelen beschikt om de coherentie en efficiëntie te verzekeren.’
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Armand De Decker voelt zich hierdoor gesteund in zijn overtuiging. ‘De tekst van Lambermont zegt niet dat ontwikkelingssamenwerking geen federale bevoegdheid meer is, maar wel dat de gewesten in het verlengde van hun bevoegdheden een eigen beleid kunnen ontwikkelen. Buitenlandse handel werd effectief toegewezen aan de gewesten, maar dat zal nooit gebeuren met ontwikkelingssamenwerking. België kan immers geen buitenlands beleid meer voeren als je dat doet.
Hoe kan de minister van Buitenlandse Zaken in Congo een beleid voeren als hij achteraf aan de gewesten moet vragen: wilt u alstublieft iets in Congo doen? Met mijn ervaring van 25 jaar in het parlement zeg ik u: dat zal nooit gebeuren. Trouwens, er is geen politieke wil voor, zeker niet in deze regering.
Lambermont, dat was één nacht waar men op de hoek van een tafel iets op papier heeft gezet zonder het minste effect. Ontwikkelingssamenwerking is federale materie en dat zal zo blijven. Niets belet echter dat de gewesten een eigen beleid voeren. Ik ben daar zelfs voor, meer zelfs: ik zal het cofinancieren. Naast elke regionale euro wil ik een federale euro leggen. Ik sta dus open voor samenwerking en pleit voor een federale raad waarin het beleid wordt gecoördineerd.’
Eddy Boutmans (Groen!) was staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking tussen 1999 en 2003, de periode waarin de regionalisering werd beslist. ‘Eigenlijk zegt dit rapport op een diplomatieke manier: doe dat niet! Veel duidelijker kan de OESO niet zijn’, reageert hij. ‘Het vorige OESO-rapport was zo mogelijk nog scherper over dit thema. Premier Guy Verhofstadt heeft toen om uitleg verzocht, maar dat was vooral om de evenwichten in zijn coalitie niet te verstoren, want achteraf zei hij me dat ik gelijk had. Bijna iedereen die in België met ontwikkelingssamenwerking bezig is, is tegen regionalisering gekant.
Ook de internationale gemeenschap zegt dat dit geen goede zaak is. Dat het haaks staat op de internationaal gedragen visie dat er meer samenhang en efficiëntie moet komen in de ontwikkelingssamenwerking. Het klassieke argument om bevoegdheden te regionaliseren - dat het leidt tot beter bestuur - kan hier dus niet gebruikt worden. Spirit en N-VA zullen dus andere argumenten op tafel moeten leggen.’

Lambermont is een feit


Vlaams minister-president Leterme wijst meteen op de politieke feitelijkheid: ‘Door het Lambermont-akkoord werden ook de middelen van de federale Ontwikkelingssamenwerking naar Vlaanderen overgedragen.’ Vlaams minister van Ontwikkelingssamenwerking Geert Bourgeois zit op dezelfde lijn. Hij ziet in het OESO-rapport allesbehalve een nieuw feit. ‘In 2001 besliste het parlement dat de onderdelen [van ontwikkelingssamenwerking] die betrekking hebben op gewest- gemeenschapsmateries overgeheveld zouden worden naar de deelstaten.
En dat met een ruime tweederde meerderheid, democratischer kan niet. Het is toch evident dat de betrokkenheid van de Vlamingen groter is bij een eigen Vlaams ontwikkelingsbeleid. De OESO loopt dus wat achter de feiten aan, al betreur ik ten zeerste dat deze democratische beslissing nog steeds niet werd uitgevoerd.’
Bourgeois wijst er ook op dat de Vlaamse overheid een beleid voert dat rekening houdt met alle OESO-aanbevelingen, en die ook omzet in concrete acties op het terrein. ‘Zo zorgt Vlaanderen in Mozambique, samen met 14 andere toonaangevende donoren, voor rechtstreekse budgetsteun. Die werkmethode, waarbij de Mozambikaanse regering, de internationale donoren en andere betrokken partijen samen zitten om een coherent beleid te realiseren op het vlak van gezondheidszorg, verlaat de projectgebonden financiering en evolueert naar een structurele budgetsteun. Daarmee gaan we juist in tegen de versnippering die men zo vaak ziet in ontwikkelingssamenwerking.’
Leterme bevestigt dat ‘de ontwikkelingshulp die betrekking heeft op onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, waterbeleid, welzijnszorg, economie en landbouw’ in overleg met de federale overheid moet worden overgeheveld, inclusief de middelen. Leterme: ‘Het spreekt voor zich dat goede afspraken met alle federale entiteiten de coherente aanpak kunnen verzekeren. Een doordachte en afgewogen regionalisering van bepaalde aspecten van de ontwikkelingssamenwerking staat hier geenszins haaks op.’
Daarmee is Bogdan Vanden Berghe, algemeen secretaris van 11.11.11, het niet eens. Hij noemt dit rapport ‘een signaal dat bovenop vele andere komt. In 2002 voerde IBM Business Consulting Services in opdracht van het federale ministerie voor ontwikkelingssamenwerking een studie uit bij de belangrijkste actoren van internationale samenwerking. Toen reageerde 87 procent van de betrokkenen negatief op een regionalisering van ontwikkelingssamenwerking. Dit rapport onderstreept dat onze argumenten actueel blijven: regionalisering komt in geen geval ten goede aan de coherentie tussen de verschillende departementen op regionaal en federaal niveau. Het is duidelijk dat we er internationaal minder zwaar zullen doorwegen. Van een donor van middelgroot belang zouden we ons zelf vervangen door verschillende mini-donoren… zonder belang?’
Reageer op dit artikel

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.