De omgekeerde wereld: Braziliaan doet inleefstage in België

Jonas Carvalho e Silva is doet zijn buitenlandse stage in België. Hij werkte in een asielcentrum, een vormingscentrumen een bejaardentehuis. ‘In Brazilië vragen we op het einde van een stage een verslag. Suggesties ter verbetering passen we dan vaak toe. Maar hier… niemand heeft me zoiets gevraagd.’
Sinds 1996 zendt de Sociale School Heverlee (een departement van de KHL) studenten voor een periode van 6 maanden als vrijwilliger naar een ontwikkelingsland in het kader van het postgraduaat capaciteitsopbouw. Vorig jaar maakte voor het eerst een Braziliaanse student de omgekeerde beweging voor een inleefstage in België. MO.be sprak met  Jonas Carvalho e Silva uit Brazilië. 
Brazilië is een enorm land. Van waar ben jij precies afkomstig?
Ik kom uit de deelstaat Tocantins. Dat is in het binnenland van Brazilië, tegen het Amazonewoud. Tocantins bestaat nog maar 19 jaar, toen het afgesplitst werd van de grotere provincie Goiàs. We beschikken nog niet over een uitgebreide industrie, omdat de ontwikkeling er nog volop aan de gang is. Toen Tocantins nog geen aparte provincie was werd het door de regering erg verwaarloosd. Maar de laatste jaren is er veel veranderd. Er wordt veel gedaan om zaken als armoede en kinderarbeid te bestrijden.
Hoe kwam je in contact met de Sociale School Heverlee?
Wel, ik wilde heel graag Engels leren. Maar dat is niet evident in Brazilië. Weinig mensen spreken het, en de cursussen zijn ofwel te duur ofwel van een te laag niveau. Via de organisatie waar mijn vader werkt, ontmoette ik enkele Belgische studenten. Ik zocht verder contact met hen om mijn Engels te kunnen oefenen. Wat later kon ik de mensen van de Sociale School overtuigen om ook eens naar het project Comsaùde in mijn eigen regio te komen kijken. Men heeft me toen gevraagd of ik niet op mijn beurt eens naar België wou komen.
Wat voor werk heb je tijdens je stage precies verricht?
Eerst en vooral heb ik in een asielcentrum in Sint-Truiden gewerkt. Daar gaf ik psychologische steun aan de vluchtelingen. Zij komen niet naar België omdat ze dat willen, maar omdat ze geen andere keuze hebben. Mijn taak was vooral naar hen te luisteren. En dat is nu net waar ik een hele goede opleiding voor gekregen heb. Ik denk ook dat het voor mij als buitenstaander veel makkelijker is. Omdat ik de situatie in hun land niet met eigen ogen gezien heb, kan ik het sneller van me afzetten als iemand een negatief antwoord krijgt en teruggestuurd wordt. Anders zou ik het daar veel moeilijker mee hebben.
Het tweede deel van mijn stage vond plaats in het Kinderrechtenhuis van Alken. Ik heb daar workshops gehouden over kinderarbeid. Eigenlijk heb ik vooral geprobeerd om de Braziliaanse visie op kinderarbeid uit te leggen. Het is zeker niet zo dat wij kinderarbeid niet erg vinden. Maar in onze cultuur bekijken we kinderen anders dan in Europa. Ze moeten zeker beschermd worden door hun ouders, maar ze moeten vooral leren. Daarbij hoort ook onder meer ‘leren werken’. Onze religie zegt dat werk je een goed persoon maakt. Wie niet werkt staat aan de zijde van de duivel. Maar dat wil nog niet zeggen dat we vinden dat kinderen mogen uitgebuit worden. Alleen is het zo dat vele mensen het verschil niet inzien. En daar profiteren vele bedrijven van.
Ik heb ook nog even in Zonhoven gewerkt, in een rusthuis. Ook dat was erg nieuw voor mij. In Brazilië bestaat dit wel, maar enkel voor de rijken. Voor iemand uit Tocantins lijkt het erg vreemd om je ouders of grootouders naar zo een plek te sturen. Men heeft mij dan maar gevraagd om vooral te observeren.
Kreeg je de kans om de manier waarop je in Brazilië tewerk ging toe te passen?
In het asielcentrum en het rusthuis niet echt, ik had vooral nog veel te leren. In het Kinderrechtenhuis had ik aanvankelijk wat problemen, omdat ik niet goed wist wat een workshop hier inhield. Daarna gaven ze mij wel de kans de workshops op te bouwen zoals ik dat zelf wilde.
Hoe ga je de ervaringen van je inleefstage later gebruiken?
In ieder geval zal ik niet snel mijn organisatie in Tocantins verlaten. Het eerste wat ik ga doen is mijn bevindingen overbrengen in verschillende rapporten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan mijn werk rond kinderarbeid. In Brazilië spreekt men vooral met de ouders. We leggen hen uit wat uitbuiting is, waar de grens ligt. Maar de kinderen informeren doen we nauwelijks. We houden ons wel met de jongeren bezig die uitgebuit werden, maar dan vooral door hen van straat te houden.
Hoe voelen die jongeren zich? Zijn zij naar de toekomst toe eerder optimistisch of pessimistisch?
Zij denken daar niet echt bij na. Ze maken zich niet echt zorgen. Zelfs in de ergste situaties denken ze: “het kan altijd erger”. Ze beseffen wel dat ze het niet zo goed hebben, maar dat verandert niets aan hun houding.
En jij? Ben jij nog optimistisch na een half jaar leven en werken in België?
Moeilijk te zeggen. Er is wel iets veranderd in de manier waarop ik naar Europa kijk. De Europeanen die ik in Brazilië ontmoette waren allen geëngageerd en bezorgd. Maar hier blijkt toch dat lang niet alle Europeanen zo zijn. En als ze hier al met iets bezig zijn, is het met Afrika. Van Zuid-Amerika weten ze meestal niets, zelfs niet welke taal ze in Brazilië spreken. Dat heeft mijn beeld van Europa wel wat veranderd.
Nu, jij bent vanwege je werk met Belgische studenten bij Comsaùde goed geplaatst om beide inleefstages met elkaar te vergelijken. Wat doen de Belgische studenten juist?
Ze proberen om kinderen van straat te houden door tal van activiteiten voor hen te organiseren. Daarnaast hebben we een project in verband met gezondheidszorg. Ze kregen de opdracht oudere mensen met hartklachten op te zoeken. Die kregen in het ziekenhuis informatie over onder meer een beter dieet. De taak van de studenten bestaat er uit na te gaan of ze die informatie ook voldoende gebruiken en hun manier van leven veranderd hebben.
Hoe zou je hun invloed beoordelen? Hebben zij meer impact gehad op het werk van jouw organisatie dan jij op het werk van je 3 Belgische stageplaatsen? Wat denk je?
Hun aanwezigheid heeft in ieder geval een erg grote impact. Zij brengen nieuwe informatie, nieuwe methodes met zich mee. Bij Comsaùde vragen we elke student om op het einde van de stage een verslag te maken over hoe het was en welke verbeteringen kunnen aangebracht worden volgens hen. Die passen we dan vaak toe. Maar hier… niemand heeft me zoiets gevraagd. In het kinderrechtenhuis heb ik veel over mijn cultuur en mijn organisatie opgenomen in mijn workshop. Dat vonden mijn collega’s wel erg interessant en ze hebben me gevraagd daar een paper over te schrijven. Maar ik denk niet dat ze dat gaan toepassen, het zal louter informatief gebruikt worden.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.