De punks van Istanbul rapen vodden

De kloof tussen arm en rijk is groot in Turkije, de Osmaanse economische tijger. In miljoenenstad Istanbul vegen stedelijke vernieuwingsprojecten de vertrappelden zonder pardon weg.

  • José Fernandes (www.josefernandesphoto.com) Vuilnisrapers in de straten van Tarlaba, een verpauperde wijk van Istanbul José Fernandes (www.josefernandesphoto.com)

De 48-jarige Omer trekt al vijf jaar met zijn zware afvalkar door de steile straten van Istanbul. Hij is één van de vele kati atik toplu isçileri, vuilnisrapers die met hun handgemaakte karren overgebleven afval ophalen en doorverkopen. Maar dat vertrouwde beeld behoort binnenkort tot het verleden, nu een urbanisatieplan op kruissnelheid komt en behalve buurten ook de bevolking zal “saneren”. De veelal Koerdische vuilnisrapers zoals Omer en andere havenots moeten de baan ruimen voor “witte Turken”. Het stadsbestuur, gedomineerd door de islamitische AK Partij van premier Erdogan, heeft gewacht tot na 2010, het jaar waarin Istanbul Culturele Hoofdstad van Europa was. De verdere uitvoering van zijn saneringsplannen zal immers gepaard gaan met geweld en verzet –dat wil men liever niet in de wereldpers.

‘Istanbul is een heuse wereldstad geworden. Het stadscentrum is dan ook zeer gegeerd en breidt uit, vooral rond het Europese centrum van de stad: het Taksimplein. Men is bezig een compleet nieuwe woonomgeving te creëren voor de groeiende middenklasse, de zogenaamde “witte Turken” die doorgaans voor regeringspartij AKP stemmen’, zegt Yaşar Adanalı, die voor het cultuurcentrum DEPO onderzoek doet naar stadstransformatie. Op het immer drukke Taksimplein verrijzen inderdaad steeds meer sterrenhotels, lofts, hippe clubs en exclusieve panoramarestaurants. De verarmde volkswijken rond dit kloppende hart worden sinds een aantal jaar een voor een aangepakt. In elke woonwijk worden “eilanden” met de grond gelijkgemaakt en vervolgens opnieuw volgebouwd met woningen voor de nieuwe welgestelde inwoners en bezoekers. Die eilanden worden vervolgens de groeipolen voor de verdere sanering van het stadsdeel.

De koerdische Che

Tarlabaşı is zo’n verpauperde wijk vlakbij het Taksimplein –een lucratieve ligging voor projectontwikkelaars. Sinds decennia stromen plattelandfamilies uit de rest van Turkije naar de voormalige Griekse diplomatenwijk uit de Ottomaanse tijd –daaronder heel wat Koerden en Roma die al eeuwen in Istanbul wonen. De vrouwen zitten op de stoep pannenkoekjes te maken, kinderen spelen op straat, de vuilnismannen runnen er hun afvaldepot. Er wonen ook heel wat vluchtelingen in de wijk, alsook illegalen, travestieten, prostituees, drugkoeriers, politieke extremisten en verzetslui. Een explosieve bevolkingsmix. Dit maakt dat de “witte Turken” er niet durven komen, én dat de overheid zo lang mogelijk heeft gewacht om de buurt aan te pakken. ‘Zeventig procent van de mensen in Tarlabaşı huren of kraken hun huis’, zegt professor Nese Erdilek van het Centre for Migration Research aan de Istanbul Bilgi Universiteit. ‘De dertig procent eigenaars zijn rijken die wisten wat er met de wijk zou gebeuren en die enkele jaren geleden huizen hebben opgekocht. Alleen die dertig procent krijgen inspraak en zullen vergoed worden voor hun grond. De armen, die er echt leven en die geen andere mogelijkheid hebben, moeten opkrassen naar de voorsteden.’ De tijd dat Tarlabaşı een toevluchtsoord was voor paupers is voorbij.

Als je in Turkije niet aan de kant van de sterkste staat, mag je het vergeten. Alle Europese opsmuk ten spijt

De vuilnismannen zullen mee in de klappen delen. Yaşar Adanalı van DEPO: ‘De lokale overheid beseft nu dat ze geld kan verdienen met recyclage en afvalophaling door de job uit te besteden aan private bedrijven. De vuilnismannen zullen dus verdwijnen, zoals ze al verdwenen zijn in andere westerse landen. Terwijl de overheid er ook voor zou kunnen kiezen hen te integreren in het nieuwe systeem.’ Beseffen de vuilnismannen wat hen boven het hoofd hangt? ‘Dit is al vaak gebeurd in Istanbul’, zegt Ömer. De held van de vuilnismannen hangt aan de muur, boven zijn weegschaal. Het is de Koerdische Che: Deniz Gezmiş, een linkse militant die in 1972 door de Turkse overheid werd opgeknoopt. ‘Als je in Turkije niet aan de kant van de sterkste staat, mag je het vergeten. Dat was toen zo en dat is nu nog altijd zo. Alle Europese opsmuk ten spijt.’ Ömer blijft er gelaten bij: ‘Wij zijn zoals de punks: no future. Alleen Allah weet wat er met ons gaat gebeuren. Van zodra ze hier hotels en restaurants beginnen bouwen, gaan ze ons verjagen want het nieuwe publiek wil ons niet zien. Daar tegen protesteren, haalt niets uit. Dit is Turkije, dit is niet Europa: als je protesteert zit je al vlug bij de politie. Of erger.’

Wet 5366

Dat er hommeles van gaat komen, is duidelijk. In september liet de bevolking van de wijk Tophane al voelen dat ze zich verzet tegen de voortschrijdende “opwaardering” en bijhorende sociale verdringing. In Tophane openden de jongste jaren een pak galeries gespecialiseerd in hedendaagse kunst en design. Op een vernissageavond werden de galeries plots aangevallen: vijf galeriebezoekers werden afgevoerd naar het ziekenhuis, met letsels door pepperspray, gebroken flessen, knuppels en messen. De Turkse media sprak over ‘fundamentalisten’ die protesteerden tegen alcoholgebruik en ‘onzedig’ gedrag. Curator Zeynep Morali van cultuur- en debatcentrum DEPO in dezelfde wijk weerlegt dat: ‘Buurtbewoners zien de galeries als de eerste tekenen van een proces dat er uiteindelijk toe zal leiden dat ze hun huur niet meer zullen kunnen betalen. In de Turkse maatschappij is er een erg grote kloof tussen arm en rijk. We kunnen zo niet verder, we hebben een nieuwe maatschappijvisie nodig, waarbij mensen gelijke kansen krijgen. Maar daar zijn we nog lang niet. De urbanistische plannen van de overheid bewijzen dat. Er is geen visie.’

Maar het ziet er niet naar uit dat de Turkse overheid zich laat tegenhouden. Sinds 2005 regelt wet nr. 5366 het ‘Behoud door Renovatie en het gebruik door revitalisering van Beschadigde Onroerende Historische en Culturele Eigendommen’. De wet legt de basis voor de stedelijke transformatieprojecten in de historische wijken. Vroeger besliste het hooggerechtshof of een bouwproject wel in overeenstemming was met het algemeen belang. Het kon desnoods afbraakprojecten stopzetten. Wet nr. 5366 legt de macht van het hooggerechtshof evenwel aan banden en doekt op die manier een legale manier van verzet op.

Voor Tarlabaşı en zijn arme bewoners ziet het er dan ook niet goed uit. Sinds de dood van Deniz “Che” Gezmiş is Turkije er ogenschijnlijk democratischer op geworden, vooral onder druk van Europa. Maar dat wil nog niet zeggen dat outcasts en dissidenten zoveel beter af zijn in wat vandaag als één van de sterkste economieën ter wereld wordt beschouwd. Het portret van Deniz Gezmiş zal voor de Istanbulse vuilnisrapers ongetwijfeld nog lang relevant blijven.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met onderzoeker Geert Devos en de steun van de Koning Boudewijnstichting en het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.

Journaliste en historica Veerle Devos onderzoekt de transitie van Brussel en de rol van migratie daarin. Zij publiceerde reeds ‘Lusobelgae, de Portugezen van Brussel’ en bereidt publicaties voor over Turkse muzikanten en Congolese beeldend kunstenaars van Brussel. Meer info op www.officeforurbanreporting.eu


Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.