De slachtoffers krijgen de schuld

Het aantal kinderen dat in Bulgarije op straat leeft, is de jongste jaren spectaculair gestegen. De criminaliteit is voor velen een overlevingsstrategie. De overheid heeft geen betere oplossing dan het legertje ongeregeld op te sluiten in heropvoedingsinstellingen, een gruwel waaruit ze zo snel mogelijk weer proberen te ontsnappen.
Simeon is dertien. Elke ochtend wordt hij om vijf uur gewekt door de bewakers. Samen met de vierenzestig andere kinderen van het heropvoedingsinstituut in Slavovitsa verricht hij vóór en na schooltijd zware, onbetaalde arbeid op de boerderij. Om tien uur ‘s avonds mag hij naar de slaapkamer die hij met drie andere kinderen deelt. De matrassen zijn vuil, alleen bedekt met een versleten deken. Er is één badkamer met één douche voor vijfenzestig kinderen. In de winter is het er bar koud, want de verwarming werkt niet. Het schaarse eten is van povere kwaliteit. Als ze klagen over de slechte behandeling, wordt hun hoofd kaalgeschoren of vliegen ze in de isoleercel. Geregeld vallen er harde klappen in de instelling. Bewakers en leraars hebben zo hun methodes om de discipline te handhaven. Simeon heeft al twee keer geprobeerd om weg te lopen. Voor hij het dichtstbijzijnde dorp kon bereiken, werd hij echter opnieuw opgepakt en afgeranseld. Wat heeft Simeon mispeuterd om dit lot te verdienen? Hij maakt deel uit van Bulgarijes groeiende leger straatkinderen.

DE PRIJS VAN DE MARKTECONOMIE

Precieze cijfers zijn er niet. Sommige bronnen hebben het over twaalfduizend, andere houden het op twee- tot drieduizend. Eén ding staat vast, het aantal kinderen dat in Bulgarije op straat leeft, is de jongste tien jaar fenomenaal gestegen. Bulgarije bengelt samen met Roemenië en Albanië achteraan de lijst van de nieuwe leerlingen van de markteconomie. De gevolgen van de transitie laten zich in alle geledingen van de maatschappij voelen. De zwaarst getroffen groep zijn eens te meer de Roma-zigeuners, die naar schatting zes procent van de bevolking uitmaken. Omdat hun ouders niet voor hen kunnen zorgen, zijn veel Roma-kinderen op zichzelf aangewezen om te overleven. Voor velen betekent dit een leven op de straat, waar ze hun dagelijkse kostje bijeenscharrelen door te bedelen, zakkenroller te spelen of vuilnisbelten af te schuimen. Nogal wat van deze straatkinderen raken verzeild in de prostitutie. En er is de voortdurende terreur van racistische skinheads. Mensenrechtenactivisten hebben al meermaals het politiegeweld tegen straatkinderen aangeklaagd, op politiebescherming moeten de slachtoffers dus niet rekenen.

‘Straatkinderen worden door de Bulgaarse bevolking als outsiders beschouwd’, zegt Tanya Kovatcheva. ‘Er is geen plaats voor hen in de maatschappij.’ Kovatcheva werkt voor de Bulgaarse afdeling van de hulporganisatie Save The Children en zit in de adviesraad van het straatkinderenproject dat de Koning Boudewijnstichting twee jaar geleden in tien voormalige Oostbloklanden opzette. ‘De houding van het grote publiek weerspiegelt die van de overheid. In het beste geval kunnen we spreken van totale onverschilligheid. Privé-initiatieven als het St. Sofia Bridge Project van de ngo The Free and Democratic Bulgaria Foundation, zijn voorlopig de grote uitzondering. De staat onderneemt bijzonder weinig om de straatkinderen te integreren. Er is geen enkel hulpprogramma dat deze kinderen probeert te bereiken, zelfs een minimale vorm van gezondheidszorg wordt niet verstrekt.’

DE MISDAAD VAN HET RONDHANGEN

De enige staatsvoorziening voor straatkinderen zijn de elf heropvoedingsinstituten, een soort gesloten kostscholen waar ze verondersteld worden een beroep te leren. Alle minderjarigen van acht tot achttien die met de wet in aanraking gekomen zijn, komen hier terecht. Over de plaatsing wordt meestal beslist door lokale comités ter bestrijding van antisociaal gedrag bij minderjarigen. Een paar dagen rondhangen op straat volstaat om als een crimineel element beschouwd te worden. Vaak geeft zo’n comité de plaatselijke politie de opdracht een hele groep straatkinderen tegelijk op te pakken en in een instelling te parkeren. De kinderen zelf hebben geen enkel recht op verdediging of beroep, een praktijk die onder andere door het Bulgaarse Helsinki Comité wordt veroordeeld. Met hun slecht opgeleid personeel een een nijpend geldgebrek zijn de instellingen alles behalve voorzien op de opvang van de jeugdige “delinquenten”. Malena Filipova, die in 1995 hoofd van de afdeling jeugdstrafrecht was, luidt de alarmbel: ‘Ze heten wel heropvoedingsinstituten maar van heropvoeden is helemaal geen sprake. Het zijn gewoon plaatsen waar we probleemkinderen dumpen. Na een verblijf van minimaal drie jaar zijn ze voor het leven getekend. Dan zijn volwassen misdadigers nog beter af, die kunnen tenminste een advocaat inschakelen om hun rechten te verdedigen.’

Veel instellingskinderen zien maar één uitweg, namelijk weglopen. Op straat zijn ze tenminste vrij. Ook de kinderen die hun tijd uitzitten, komen nadien vaak opnieuw op straat terecht. Het is een vicieuze cirkel. Bovendien verbetert de toestand er niet op. Bulgarije is het land met het grootste percentage geïnterneerde kinderen in Europa. De gemiddelde leeftijd van de straatkinderen zakt intussen gestaag. Tien jaar geleden vormden veertien- en vijftienjarigen de hoofdmoot, vandaag is tien procent van de kinderen jonger dan tien.

WIE IS VERANTWOORDELIJK?

In april vorig jaar trad de nieuwe wetgeving op kinderbescherming en kinderwelzijn in voege. Voor de uitvoering ervan kreeg Bulgarije acht miljoen dollar van de Wereldbank. Voor de opvang van straatkinderen werd echter het kleinste deelbudget uitgetrokken en een flinke hap daarvan gaat naar het opstellen van een database. Volgens Stewart Asquith van het Centre for the Child & Society van de universiteit van Glasgow, die meewerkte aan het project van de Koning Boudewijnstichting, ligt het probleem vooral bij de publieke opinie: ‘Men gaat er te makkelijk van uit dat de kinderen zelf verantwoordelijk zijn voor de situatie waarin ze zijn beland. Of men vindt dat hun gedrag vooral hinderlijk is voor anderen. Men vergeet dat die kinderen tot een mensonwaardig leven veroordeeld zijn, een leven van seksueel misbruik, ziekte en honger, een leven waar de dood op de loer ligt. De kinderen de schuld geven, betekent de schuld leggen bij het slachtoffer en dat is geen realistische vertrekbasis voor preventie en hulpverlening.’

‘De straatkinderen kunnen niet wachten’, zegt Lenko Lenkov, directeur van The Free and Democratic Bulgaria Foundation. ‘Elke Bulgaar die geeft om de toekomst van zijn land, moet zijn verantwoordelijkheid nemen en nu aan een oplossing voor dit probleem meewerken.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.