De struikelblokken voor de Grote Inga

Op 21 juni organiseerde 11.11.11 een debatnamiddag over de plannen voor een nieuwe reusachtige dam op de Congorivier (de zogenaamde Grand Inga) en de rol van de Wereldbank en andere internationale financiële instellingen daarbij. Dr. Anders Lustgarten stelde er zijn rapport over het project voor (lees het eerste deel van dit dossier, een interview met Dr. Lustgarten). In dit derde deel van het Inga-dossier wordt het rapport samengevat en wordt beknopt verslag uitgebracht van het gevoerde debat. Deel 2 van dit dossier ging over de problemen waar de bestaande dammen Inga 1 en 2 mee te kampen hebben.

  • Alaindg Een deel van het bestaande Inga-dammencomplex Alaindg

De plannen

Naast de bestaande dammen Inga 1 en 2, aangelegd in de jaren 70 en 80, bestaan er ambitieuze plannen voor het aanleggen van 2 nieuwe, grotere dammen: Inga 3 en Grand Inga.

Inga 3

Het plan voor de Inga 3 is om door het boren van lange tunnels in de zijkant van waterreservoir van de Inga 1 het water in een neerwaartse hoek naar nieuwe turbines te voeren. Op deze manier worden bestaande maar ongebruikte faciliteiten en waterkracht toch aangewend voor elektriciteitsproductie. De Inga 3 zou zestien turbines tellen die 6300 kubieke meter water per seconde aankunnen. Dit zou goed zijn voor een theoretisch vermogen van 3500 megawatt.


De bestaande (blauwe icoontjes) en geplande infrastructuur (gele icoontjes) van het Inga-dammencomplex. Klik op de kaartelementen voor meer info. Bekijk op een grotere kaart
Bron: www.internationalrivers.org

Grand Inga

De plannen voor de Grand Inga dam spreken tot de verbeelding. Wellicht de grootste dam ter wereld, met tweemaal de capaciteit van de Drie Kloven Dam in China. Een titaan van staal en beton van 80 miljard dollar en een theoretisch vermogen van 40.000 megawatt. De 52 turbines kunnen elk ongeveer 26.400 kubieke meter water per seconde aan. Volgens de Wereldbank zal deze dam alleen al in staat zijn “om elektriciteit te leveren aan 500 van de 900 miljoen Afrikanen, samen met de industrie van verscheidene landen op het continent”.

De verhouding tussen Inga 3 en de Grand Inga is niet duidelijk. De Inga 3 wordt door sommigen bekeken als een voorloper of “testdam” voor de Grand Inga, terwijl anderen, waaronder de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (ADB) vinden dat er een keuze voor een van de twee moet worden gemaakt.

Distributie

De plannen voor de nieuwe dammen tonen zonder twijfel een grote ambitie, maar zien wel iets over het hoofd. Om de helft van de Afrikaanse bevolking van elektriciteit te voorzien moet die eerst nog tot bij de huizen gebracht worden. Momenteel heeft minder dan 25% van die bevolking toegang tot elektriciteit. Een project op poten zetten om een basisnetwerk van lokale elektrische centrales aan te leggen, en daarnaast alle aansluitingen naar de steden en gemeenschappen te voorzien, zal tientallen miljarden en vele jaren vereisen. Maar dit is wel precies wat het continent nodig heeft. Momenteel is de Afrikaanse bevolking voor haar energie vooral van biomassa afhankelijk. Het verbranden van hout en houtskool zorgt voor de broodnodige energie om te overleven. Op de weg van Kinshasa naar Matadi is de eens zo dichtbegroeide jungle hierdoor verworden tot een desolaat apocalyptisch landschap. Elektriciteit zou dus in de noden van de mensen én van de natuur voorzien.

De Congolese regering wil, volgens het nationale energieplan, 60 procent van de Congolese bevolking op het elektriciteitsnet aansluiten tegen 2025. Dit betekent dat er per jaar 400.000 nieuwe aansluitingen zouden moeten gebeuren. Momenteel heeft Societé National d’Electricé (SNEL), de nationale elektriciteitsmaatschappij, 400.000 aansluitingen in het totaal. Dit vooropgestelde doel is volgens Pol Vandervoort, beleidsmedewerker Internationale Financiële Instellingen bij 11.11.11, onhaalbaar.

(Op) weg met de energie

Volgens een rapport van de World Energy Council (WEC) uit maart 2007 zal het Inga-project leefbaar moeten gemaakt worden door de export van de elektriciteit naar verschillende Afrikaanse regio’s.


De nieuwe hoogspanningslijnen nodig voor de export van de elektriciteit van het Inga-dammencomplex
Bron: World Energy Council

Zo zal de “zuidelijke snelweg” de elektriciteit via Angola, Namibië, Zambia, Zimbabwe, en Botswana naar Zuid-Afrika voeren. De “noordelijke snelweg” gaat door het evenaarswoud: van Congo-Brazzaville en de Centraal-Afrikaanse Republiek, via Darfur, Soedan, door de Sahara naar Egypte. Dan is er nog de westelijke route, die de elektriciteit exporteert naar Gabon, Kameroen en Nigeria.

Er komt dus een sterke verspreiding van deze elektriciteit naar de andere Afrikaanse landen. In hoeverre de Congolezen zelf zullen kunnen genieten van een betere elektriciteitsvoorziening door het nieuwe Inga-project is nog maar de vraag. Een groot deel van de stroom zal verkocht worden aan andere Afrikaanse landen. Bovendien vermeldt het rapport ook dat de stroom zelfs op de Europese markt zou kunnen verkocht worden.

Wissel- en gelijkstroom

Technisch gezien staat het plan om de elektriciteit van de nieuwe Inga-dammen naar het noorden en het zuiden van het Afrikaanse continent te vervoeren voor een bijna onmogelijke uitdaging. Waterkracht wordt opgewekt in wisselstroom. Wisselstroom kan maar vervoerd worden over een kabel die maximum 2000 km lang is, en dit door technische beperkingen (veroorzaakt door het Ferranti-effect). Heel waarschijnlijk zullen de nieuwe hoogspanningslijnen dus op gelijkstroom moeten werken. De geplande “noordelijke snelweg” zal ongeveer 5000 km lang zijn. Dit is bijna drie keer de lengte van de langste gelijkstroomkabel ter wereld: de sterk beschadigde en aftakelende Inga-Kolwezilijn, waar Congo al genoeg problemen mee heeft (zie deel 2 van dit dossier).

Wereldbank

Maar Dr. Lustgarten ziet niet enkel een probleem met de technische kant van de toekomstplannen. ‘Het heeft te maken met de gebrekkige resultaten die de Wereldbank in het verleden heeft afgeleverd’, aldus Lustgarten. ‘De Wereldbank is al sinds 2002 bezig met het herstel van de Inga 1 en 2, en in die negen jaar is het rendement van de dammen alleen maar gedaald,’ zegt hij.

Volgens Peter Van der Stoelen, Senior Finance attaché bij de Wereldbank, zal het nog ongeveer vijf jaar duren vooraleer de Inga 1 en 2 volledig hersteld zijn. Over de Inga 3 en de Grand Inga is er bij de Wereldbank voorlopig nog geen sprake. ‘De Afrikaanse Ontwikkelingsbank (ADB) spreekt al heel duidelijk over de Inga 3, maar de Wereldbank houdt zich voorlopig alleen bezig met de echte noden, zoals de Inga 1 en 2, de Inga-Kolwezilijn en het verbeteren van de nationale elektriciteitsmaatschappij. De Inga 3 en de Grand Inga bevinden zich momenteel nog niet op de rader van de Wereldbank’, aldus Van der Stoelen. Zal de export van Congolese elektriciteit naar Noord-Afrika (en verder) dan nooit gebeuren? Dat kan Van der Stoelen niet met zekerheid zeggen. ‘Maar de focus ligt momenteel op dringendere zaken’, zegt hij.

Ecologische impact

Dan is er nog de ecologische impact. Dr. Lustgarten haalt hier twee belangrijke elementen aan. Ten eerste zouden de rivier en haar bedding tot 50 kilometer stroomopwaarts grote negatieve ecologische gevolgen ondervinden van de enorme hoeveelheid sediment en bodemafzetting die een dam van die omvang met zich meebrengt.

Ten tweede is er de impact van de dam op het water zelf. Wanneer je water door een dam stuwt, komt het er aan de andere kant sedimentloos uit. Dit zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor het verdere verloop van de Congorivier, die aan zijn monding de tweede grootste “carbon sink” ter wereld wordt genoemd.

Een onderzoek door de Wereldcommissie voor Dammen (WCD), dat bestaat uit een onafhankelijk forum van deskundigen, heeft in meer dan 79 landen ongeveer 1000 dammen onderzocht. Hun conclusie was dat, hoewel dammen een enorm belangrijke bijdrage aan de menselijke ontwikkeling hebben bijgedragen, “in een sociaal en ecologisch opzicht er te vaak een onaanvaardbare en onnodige prijs is betaald om die voordelen veilig te stellen”.

Gedwongen verhuizingen

Naast de financiële, technische en ecologische impact van een dergelijk project is er ook steeds sociale impact. De geschiedenis leert dat de bouw van een dam bijna altijd gepaard gaat met onteigeningen en gedwongen verhuizingen door de creatie van een stuwmeer. Toen China in 1994 begon met de aanleg van de Drieklovendam, werden hiervoor ongeveer anderhalf miljoen mensen onteigend. Toen de Akosombodam in Ghana gebouwd werd, zette dit 4 procent van Ghana’s landmassa onder water.

Toen de Inga 1 en 2 gebouwd werden, werden hiervoor duizenden mensen onteigend en ondergebracht in “voorlopige” kampen. Een van deze kampen, Kamp Kinshasa, is ondertussen een dorp van de tweede generatie geworden, waar ongeveer 9000 mensen al meer dan 40 jaar op een vergoeding en een nieuw leefgebied wachten. De grond waarop Kamp Kinshasa is gelegen is bovendien eigendom van de SNEL. De bewoners bevinden zich hierdoor in een illegale situatie en werden al meerdere keren door de SNEL bedreigd.

Een concreet antwoord op situaties zoals deze kan de Wereldbank bij monde van Peter Van der Stoelen niet geven. “Er zijn verschillende regels die de noden en rechten van onteigende mensen beschermen. Die regels zijn van tel bij om het even welk project waar de Wereldbank achter staat”, zegt hij. Waarom de mensen van Kamp Kinshasa al meer dan 40 jaar op een vergoeding of een nieuw leefgebied wachten, kon hij niet vertellen.

‘Focus op het beleid’

Op debatnamiddag van 11.11.11 over het Inga-project gingen vertegenwoordigers van verschillende instanties met elkaar in discussie over het project en over de rol van de Wereldbank en andere internationale financiële instellingen (IFI’s) daarbij.


De deelnemers van het debat (vlnr): Prof. Stefaan Marysse (AU), Guy Poppe (moderator), Dr. Anders Lustgarten (Bretton Woods Project), Patrick De Bouck (Belgische Ontwikkelingssamenwerking) en Peter Van der Stoelen (attaché Wereldbank) © MO*

Volgens Stefaan Marysse, professor emeritus van de Universiteit Antwerpen, moet men de Congolese regering en de Congolese gemeenschap meer zeggenschap geven in een proces dat zich toch zal voltrekken: een sterkere invloed van private investeringen in Congo. “De Chinese invloed is hier een mooi voorbeeld van”, zegt hij. Men moet de onderhandelingskracht van de Congolese regering verhogen. Om dit te doen moet de focus liggen op het beleid. Er moet een zekere co-verantwoordelijkheid gesteld worden tussen de IFI’s en de Congolese regering. Zolang de regering geen rekenschap moet afleggen, is het van weinig nut enkel de Wereldbank en de IFI’s met de vinger te wijzen. ‘Maar dit is een heel lang proces om een regering rekenschap af te laten leggen, en men moet voortdurend druk uitoefenen op de regering indien men resultaten wil zien’, aldus Marysse. ‘Ook de IFI’s zelf moeten, samen met de internationale regeringen, veel meer tijd en moeite in dit proces stoppen’.

Volgens Peter Van der Stoelen is de Wereldbank al een hele tijd bezig met deze “focus op het beleid”. De Werelbank werkt op drie niveau’s: het globale niveau, het regionale niveau, en het projectniveau. Wanneer een project steun krijgt van de Wereldbank, probeert de Wereldbank te controleren of er zich corrupte praktijken voordoen. Niet alleen op het lokale niveau, maar ook op dat van de regering. Het belangrijkste aandachtspunt in de problematiek rond het herstel van Inga 1 en 2 is dat de SNEL, de Congolese elektriciteitsmaatschappij, vlot moet draaien. Dat is een eerste stap. Om corruptie tegen te gaan en een positieve evolutie te zien, moet je volgens Van der Stoelen stap voor stap te werk gaan. Maar dit is een lange, lange weg.

Pol Vandervoort van 11.11.11 vraagt zich af wat het aandeel van de Belgische regering in deze problematiek is. ‘België is een belangrijke speler in dit debat en heeft een sterke aanwezigheid in de Wereldbank. Er wordt in deze zaak heel weinig rekenschap afgelegd door onze regering. De problematiek wordt zelfs bijna nooit besproken in het parlement. Er is bijgevolg een sterk gebrek aan controle in dit democratisch proces’, aldus Vandervoort. 11.11.11 eist ook meer transparantie van en controle op de Wereldbank. Verder wil de organisatie dat de Wereldbank, samen met andere IFI’s, toch tenminste beginnen te praten over het naleven van het Charter voor Verantwoorde Financiering. Dit charter werd in 2008 opgesteld door het Europees Netwerk voor Schuld en Ontwikkeling (EURODAD), en voorziet een handleiding in het opstellen van voorwaarden en regels voor donoren en de ontvangers.

Dit artikel is gebaseerd op het rapport Conrads nachtmerrie: de grootste dam ter wereld en het duistere hart van ontwikkeling van Dr. Anders Lustgarten.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.