De vergeten kost van de Amerikaanse oorlogen

De nieuwe cijfers zijn afkomstig van de Onderzoeksdienst van het Amerikaanse Congres. Een van de grote problemen is posttraumatische stress of PTSD. Sinds het begin van 2001 is de aandoening bij 129.731 militairen vastgesteld. Het overgrote deel daarvan, 104.000, zijn soldaten die op het terrein zijn ingezet. Volgens waarnemers is dat maar het topje van de ijsberg, want heel wat gevallen worden nooit medisch vastgesteld.

Hersenschade

Een ander probleem is hersenschade (Traumatic Brain Injury fo TBI), een aandoening die vooral de overlevenden van een explosie treft. Tussen 2000 en 2012 is TBI bij maar liefst 253.330 soldaten vastgesteld. Bij 77 procent van die gevallen gaat het om een milde vorm: desoriëntatie of geheugenverlies gedurende minder dan 24 uur, een half uur bewusteloosheid. Maar de meer ernstige gevallen duren langer dan een dag. Bij 6.500 gevallen gaat het om “ernstige of permanente” TBI, het geval van bijvoorbeeld hoofdwonden of schedelfracturen.

Net als bij PTSD is het aantal officiële gevallen maar het begin. De strijdkrachten beschikken immers niet over de middelen om de aandoening adequaat op te sporen, met name in ziekenhuizen op het terrein in Irak of Afghanistan.

Er zijn ook cijfers over amputaties: bijna 800 Irakveteranen verloren een arm of een been, nog eens 194 een deel van een voet of hand. In Afghanistan verloren 696 soldaten een van hun ledematen.