Dick Cheney, extremist - analyse

Het imago van de Amerikaanse vice-president Dick Cheney is de jongste weken aan het kantelen in de Amerikaanse media. Amerika’s nummer twee wordt niet langer geportretteerd als de betrouwbare éminence grise van het Witte Huis maar als een rechtse extremist en ideoloog van wereldvreemde denkbeelden.



In de verkiezingen van 2000 werd Cheney opgevoerd als wijze oude man opgevoerd. Zijn kandidatuur als vice-president moest twijfelende kiezers ervan overtuigen dat de impulsieve George W. Bush onder supervisie zou staan van een ervaren veteraan. Op Cheneys curriculum viel weinig af te dingen: op 34-jarige leeftijd kabinetschef onder president Gerald Ford, minister van Defensie onder Bush’ vader tijdens de Golfoorlog, en enkele jaren als CEO van één van de grootste en meeste winstgevende bedrijven van het land.

De kalme, doelgerichte en immer geconcentreerde Dick Cheney zou met zijn jarenlange ervaring in het Witte Huis het onbeholpen enthousiasme van Bush - met zijn voorliefde voor speculatieve olieboringen, belastingverlagingen, christelijk fundamentalisme en baseball - in goede banen leiden. Cheney symboliseerde de Republikein van de goede oude conservatieve stempel.

Drie jaar na de nipte verkiezingsoverwinning ondergaat het imago van vice-president Dick Cheney een metamorfose. Zijn reputatie liep al averij op door de vragen over de reconstructiecontracten die zijn voormalige bedrijf Halliburton in de wacht sleepte voor Irak en door zijn weigering om aan het Congres bekend te maken welke bedrijfsleiders hij ontmoette tijdens het uittekenen van Bush’ energiebeleid. Maar nu geeft Cheney zichzelf in de Amerikaanse pers het imago van fanatiekeling door vol te houden dat Saddam Hoessein de hand had in de aanslagen van 9/11.

De vice-president heeft het bij een deel van de Amerikaanse verkorven sinds zijn optreden in ‘Meet the Press’, een actualiteitsprogramma op zondag. Hij verdedigde er het vooroorlogse optimisme over Irak en diste twee verhalen op die de Amerikaanse inlichtingendiensten reeds naar de prullenmand verwezen: dat over de 9/11-kapers die een Iraakse spion ontmoet hadden in een Praags café en dat over de Iraakse betrokkenheid bij de bomaanslag van 1993 op het World Trade Centre.

Het ergert de Amerikaanse pers mateloos dat de vice-president, tegen beter weten in, nonsensverhalen blijft vertellen. Minister van Buitenlandse Zaken Collin Powell liet het verhaal van de Praagse ontmoeting al weg tijdens zijn speech voor de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in februari. Tien dagen geleden gaf Bush zelf toe dat er geen bewijs was dat Saddam Hoessein een rol heeft gespeeld in de terreuraanvallen. Cheney in Wonderland zo omschreef de krant Los Angeles Times deze week het televisieoptreden van Cheney. De Washington Post en het weekblad Newsweek schreven stukken waarin ze de theorieën van de vice-president op elk punt weerlegden.

Cheneys imago heeft bovendien te lijden onder de tanende invloed van zijn medestanders. Bij het begin van de regering was hij het die de kandidatuur van Donald Rumsfeld als minister van Defensie en van Paul Wolfowitz als onderminister van Defensie voordroeg. Beide heren fungeren nu als bliksemafleider voor wat er misgaat in Irak.

Almaar meer analyses komen tot de slotsom dat de vermeende overmoed van de regering-Bush het gevolg is van de invloed Cheney zelf en van de pionnen die door zijn toedoen op het schaakbordbord terecht kwamen. Ultra-unilateralist John Bolton, de voormalige voorzitter van het American Enterprise Institute (AEI), werd dankzij hem adjunct-staatssecretaris voor Bewapeningscontrole en Internationale Veiligheid. De adviezen van het AEI zelf, een haviksnest van academici (onder wie vrouwlief Lynne Cheney) dat nauw verwant is met het Project voor een Nieuwe Amerikaanse Eeuw, kregen steeds meer gewicht in de regering.

Cheney maakte I. Lewis ‘Scooter’ Libby, een hardcore neoconservatief die onder Wolfowitz in 1992 een controversiële strategie uittekende voor wereldwijde Amerikaanse militaire dominantie, zijn kabinetschef en nationale veiligheidsadviseur. Libby’s reputatie was al aangebrand sinds hij deelnam aan de Commissie Cox, een parlementaire onderzoekscommissie die zich boog over vermeende Chinese spionage. Het eindrapport van de Commissie Cox was overtrokken, onvolledig en flinterdun.

Cheney zou ook de hand gehad hebben in de aanstelling van een andere omstreden neoconservatief, Elliott Abrams, als hoofd van het Midden-Oostenbureau van de Nationale Veiligheidsraad. Abrams heeft nauwe banden met de Israëlische Likoedpartij en formuleert radicale denkbeelden over de Palestijnse kwestie. Die zijn ook Cheney niet vreemd: tijdens een vergadering met de Israëlische minister van Defensie begin 2002 zei Cheney de Palestijnse president Yasser Arafat voor zijn part opgehangen zou moeten worden. En ten slotte is er nog de aanstelling van Cheneys dochter Elizabeth als vice-kabinetschef op het Midden-Oostenbureau.

Ondanks het feit dat alsmaar meer media Cheneys oordeel in vraag stellen, zijn er geen aanwijzingen dat zijn invloed in de regering-Bush is afgenomen. Terwijl Buitenlandsminister Powell de opdracht kreeg een nieuwe en voor de VS ontlastende Irak-resolutie in de V-Raad te forceren, probeert Cheney volgens verschillende bronnen in Washington het omgekeerde te bereiken. Hij wil dat de VS in Irak alle touwtjes zelf in handen houden.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.