Dodelijke migratie naar Jemen

Op 23 mei kwam op de zuidelijke kust van Jemen een boot aan met 126 Somalische en Ethiopische passagiers. Zes passagiers waren om het leven gekomen omdat ze opgesloten waren in een compartiment dat bestemd was voor voedsel- en ijsopslag. De mensensmokkelaars dumpten hun lichamen op de Jemenitische kust. De andere passagiers kregen hulp van Artsen Zonder Grenzen en de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR.
Het incident volgde kort op een regionale conferentie op 19 mei rond migratie in de Jemenitische hoofdstad Sanaa. Tijdens die conferentie riep de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN, António Guterres, de internationale gemeenschap op om het straatarme Jemen te helpen de instroom van asielzoekers het hoofd te bieden. Jemen telt momenteel zo’n 75.000 geregistreerde Somalische vluchtelingen, maar het werkelijke aantal ligt naar alle waarschijnlijkheid veel hoger. De meeste migranten gebruiken Jemen enkel als tussenstop naar een beter leven in andere landen.

Smokkelaars deinzen nergens voor terug

Ook de Somalische consul in de Jemen heeft zijn bezorgdheid geuit over wat hij de “dodentochten” noemt van de bootjes tussen Somalië en Jemen. Hij vreest dat de dodentol in de zomer nog kan oplopen door de ruwere zee. Die kan ervoor zorgen dat minder boten de oversteek maken, maar de consul vreest dat de smokkelaars nergens voor terugdeinzen.
 
Jemen voert aan dat het onmogelijk zijn 2500 kilometer lange kustlijn kan bewaken. De provincie Abyan, de meest populaire bestemming van de smokkelaars, heeft een kustlijn van meer dan driehonderd kilometer. Volgens de UNHCR hebben al meer dan 18.000 Afrikaanse vluchtelingen de Golf van Aden overgestoken in bootjes, meer dan het dubbele van het aantal migranten vorig jaar. De heikele tocht heeft in 2008 al aan meer dan vierhonderd mensen het leven gekost.