Drooglegging voedselhulpagentschap bedreigt honderdduizenden vluchtelingen

De honger bij de vluchtelingen op Sri Lanka is ook het gevolg van het feit
dat het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties gestopt is met
zijn hulp aan de vluchtelingen. In november is het WFP gestopt met het
leveren van rijst aan onze mensen. De volgende drie maanden kregen ze
helemaal niets. Ze werden niet op voorhand verwittigd en ze waren er niet
klaar voor, zegt een woordvoerder van het Community Trust Fund (CTF), een
organisatie die zich inzet voor het welzijn van moslimvluchtelingen op Sri
Lanka.

Tot eind vorig jaar was de hulp aan de interne vluchtelingen een taak die
verdeeld werd tussen de VN en de Srilankaanse regering. Het
overheidsagentschap CGES bediende 700.000 vluchtelingen met droge
voedselpakketten ter waarde van 15 euro per familie. De WFP-hulp voorzag de
77.000 meest kwetsbare vluchtelingen van rijst, suiker, linzen, kokosolie
en zout.

Het WFP maakte een eind aan de voedselleveringen omdat het te kampen heeft
met geldgebrek en kondigde dat op voorhand aan in Colombo. Het VN-programma
was echter niet op de hoogte van het feit dat de nieuwe regering een maand
later het CGES zou droogleggen. De beslissing was één van de eerste
beleidsdaden van de in december verkozen regering. Het nieuwe ministerie
voor vluchtelingen zegt dat de subsidiëring van het CGES werd stopgezet
omwille van het misbruik en de corruptie die de overheidsinstelling plagen.
Volgens een anonieme topambtenaar was de beslissing vooral ingegeven door
het feit dat de hulporganisatie onder het gezag valt van president
Chandrika Kumaratunga, die afkomstig is uit de rivaliserende partij.

Ranil Wickmerasinghe, de nieuwe premier, ondertekende vorige maand een
staakt-het-vuren met de Tamils maar heeft nog bijzonder weinig gedaan aan
de voedselcrisis. Het ministerie voor de Vluchtelingen zegt dat het in een
hulppakket van 15 euro per familie voorziet, ook aan die vluchtelingen die
voordien door het WFP werden bediend. In de praktijk komt daar door de
bureaucratische procedure weinig van terecht. Het budget voor hulp aan de
vluchtelingen is ook gedaald door een lege schatkist en een negatieve
economische groei.

Door het politieke gekrakeel zitten honderdduizenden hulpbehoevende
vluchtelingen al drie maanden zonder voedselhulp. Sinds 1996 zijn
honderdduizenden Srilankanen het gebied ontvlucht dat door de rebellen
wordt gecontroleerd. Ze vonden voorlopig onderdak in de
welzijnsinstellingen van de overheid. Van alle interne vluchtelingen leven
er 700.000 in gebieden die door het leger worden gecontroleerd. Zo’n
300.000 andere interne vluchtelingen leven in het territorium van de
Tamil-tijgers. Beide groepen zijn het zwaarst getroffen door het wegvallen
van de voedselhulp.

Onlangs demonstreerden honderden mensen, opgejaagd door de honger, op
straat in Puttalam, een vissersstad 330 kilometer ten noorden van de
hoofdstad Colombo. Met opschriften als Geef ons eten, laat ons niet
sterven trokken ze naar de lokale vertegenwoordiger van de regering. De
volgende dag ontving ongeveer een tiende van de 20.000
vluchtelingengezinnen in Puttalam vijf kilo rijst. De ongeveer 110.000
vluchtelingen in Puttalam zijn moslims en werden in 1990 uit hun huizen
verdreven door de Tamil Tijgers, de rebellen die vechten voor een
onafhankelijke Tamilstaat in het noorden en het oosten van het land. Ze
overleefden al meer dan een decennium op de rantsoenen van het WFP.

Het WFP heeft opgeroepen tot noodhulp aan de vergeten slachtoffers van de
strijd in Sri Lanka. Jeff Taft-Dick, de directeur van het WFP in Sri Lanka,
zegt dat de donoren hun beloftes niet nakomen. Mediagenieke operaties
zoals die in Afghanistan trekken de beperkte middelen weg van minder
bekende humanitaire operaties zoals die op Sri Lanka.