Duizenden vluchtelingen door conflict tussen DR Congo en Angola

De voorbije week werden duizenden Angolezen uit de DR Congo gezet, een vergeldingsactie voor de illegale Congolezen die eerder al uit Angola werden gezet. Mensen als speelbal van twee naburige regimes. Stefaan Anrys is terplaatse.
  • Stefaan Anrys Vluchtelingen in kamp Mama Rosa Stefaan Anrys
Tussen M’banza Congo en Luvo, een Angolees dorp op de grens met Congo DRC, loopt een hobbelige aardeweg. Het is de enige ‘internationale’ weg die van het Angolese M’banza Congo naar het Congo van Joseph Kabila leidt. Ik heb de vrijheid genomen om hem om te dopen tot de weg van de schande.
Terwijl we het zand doen opstuiven met onze terreinwagen, lopen er honderden jonge mannen en vrouwen met proviand op het hoofd, kinderen en oude mannen richting M’banza Congo. Verderop rijden we langs Mama Rosa, een oude fazenda uit de tijd toen Angola nog een Portugese kolonie was. Er staan grote bussen aan de slagboom te wachten en wat verderop ontwaar ik een hallucinant zicht.
Waar vroeger koloniale gewassen stonden, staan nu legertenten opgesteld met daarin en errond duizenden vluchtelingen. 18.000 of meer zijn het er al, zegt de coördinator van het kamp, dat inderhaast door de regering is ingericht. Als we uitstappen, worden we omstuwd door Franssprekende Angolanen. Sommigen zijn nog onder de koloniale bezetter, al in de jaren zestig, van Angola naar Congo verhuisd en velen hebben pas later hun biezen gepakt om de decennialange burgeroorlog in Angola te ontvluchten.
In deze grensprovincie, ‘a provincia do Zaire’, de plek waar de hoofdstad van het vroegere Congorijk lag (dat ondermeer het huidige Congo Kinshasa en Congo Brazzaville omvatte), hadden de meesten niet de middelen of de keur om naar het honderden kilometers verwijderde Luanda te vluchten. Sommigen vluchtetn de grens met Congo DRC over, anderen verscholen zich in Soyo, dat vandaag nog altijd de belangrijkste oliebron is (off-shore) voor Angola.
Het was tijdens de burgeroorlog dus een strategische plek en werd door MPLA met hand en tand verdedigd tegen de troepen van Unita. Maar zelfs daar stierven veel Angolanen. Ofwel verdronken ze in een bootje op de brede Zaïre-rivier, toen ze bij een aanval alsnog Soyo wilden ontvluchten. Of, vertelt Juana, de uitbaatster van een lokaal wegrestaurantje, werd je door de Unita gepakt. ‘Wie zich niet aansloot of tegenspartelde werd in een container gestopt en de deur ging opslot. Blank, zwart of metisse. Het maakte niet uit. Na enkele dagen stierf iedereen van honger, dorst en oververhitting’.
De oorlog was wreed en heeft de Angolese bevolking ontheemd. Vandaag leven er miljoenen mensen in de hoofdstad Luanda en zij hebben overal in het land wel familie wonen, precies als gevolg van de oorlog. Maar wat nu gebeurt, kan ik amper begrijpen. Sinds 4 oktober zijn duizenden Angolanen in Congo uit hun huizen gezet en gedwongen de grens overgestoken.
Aan de grenspost van Luvo, die naar het kamp Mama Rosa leidt en uiteindelijk naar M’banza Congo, konden ze vanaf 6 oktober de vluchtelingen niet meer tellen. Ook elders in het land, in Quimba(ta), Soyo, Cabinda zijn Angolanen die al jaren in Congo leefden, toegestroomd. ‘De Congolese regering heeft ze 72 uur gegeven om te vertrekken’, zegt de grenswachter in Luvo. ‘Ze kwamen met duizenden de grens over. We hebben die van Luvo voorlopig opgevangen in het kamp Mama Rosa, maar vandaar zullen ze per bus overal in Angola worden uitgereden’. Sommigen hebben nog familie in Angola, anderen niet. Wie er wel één heeft, wordt wellicht een zware last op de al grote gezinnen.
Manuel Tulomba Dikwiza, een pastor die al sinds de jaren zestig in Congo woont, is radeloos. ‘Waar moet ik naartoe? Wat is de Angolese overheid van zinnens met ons?’. Ook hij kan niet begrijpen waarom twee volkeren, door hun oorsprong zo innig verbonden, elkaar nu moeten verdrijven.
Want niet alleen Congo DRC treft schuld. Volgens de Verenigde Naties zou Angola tussen december 2008 en juli 2009 al zowat 115.000 illegalen, overwegend Congolezen, vaak met geweld van zijn grondgebied hebben verdreven. En het gaat maar door. Nog voor ons vertrek vanmorgen uit M’banza Congo zag ik met eigen ogen een politiejeep van de Angolese politie Congolezen ruw meenemen voor uitzetting.  Ze waren water halen aan een huisje in de stad en werden zonder boe of bah meegenomen. Het kan goed zijn dat hun kinderen, broertjes of zusjes nog thuis zaten. ‘Ik vraag me af hoe de politie weet dat het Congolezen zijn’, zegt Leonardo Manuel Mario, die voor de ngo Save the Children werkt. ‘In deze provincie is Lingala (de taal van DRC) de tweede taal’. Bovendien hebben veel Angolanen evenmin een paspoort. Frans spreken en amper Portugees of met een zwaar accent, is wellicht de enige aanwijzing voor de ordetroepen.
Er is in de voorbije decennia – en ook in ver vervlogen tijden - zoveel uitwisseling geweest tussen beide provincies dat je terecht van één ‘povo’ (volk) kan spreken. Dat in tijden van vrede duizenden mensen al hun bezit en huizen moeten opgeven, kunnen weinigen hier begrijpen. Het klopt dat voor de grote volksverhuizing, omgeroepen door het regime in Kinshasa, heel wat meer Congolezen zijn uitgezet uit bijvoorbeeld de Angolese provincie Cabinda. De olie die Angola daar in Congolese wateren oppompt, is al langer een twistappel tussen beide landen. Ook de ‘creuseurs’ die tot aan het tekenen van de vrede in 2002 illegaal aan het werk waren in de diamantmijnen in Angola, zijn  op brute wijze ‘bedankt voor bewezen diensten’.
‘Zij stalen onze diamanten’, zeggen de Angolanen, terwijl een diplomatieke bron dan weer beweert dat ze zich moesten afbeulen, als goedkope werkkrachten voor Angolanen en anderen, die buiten het legale circuit van staatsbedrijf Endiama de kostbare steentjes uit de grond haalden.
Maar zelfs voor die illegale ‘industrie’ kan Leonardo Manuel Mario begrip opbrengen. ‘Wij zijn zoveel geld binnenstromen, door de petroleum- en diamantindustrie, en het volk ziet daar weinig van. Kijk naar deze provincie. We rijden op onverharde stoffige wegen en we moeten meer dan één dollar betalen voor brandstof, terwijl in Soyo het grootste aantal vaten per dag wordt opgepompt in heel Angola. Als je auto hier stilvalt, omdat er bijvoorbeeld geen benzine is, moet je met de autobus verder en je auto achterlaten’.
Of de uitgedreven ‘creuseurs’ of ‘garimpeiros’ gewoon goedkope werkkrachten of dieven waren, laat hij in het midden. Wellicht zat er zoals altijd kaf bij het koren. Feit is dat Angola een economische boom kent en voor velen gelukszoekers uit andere Afrikaanse landen een nieuw Amerika lijkt te worden. Grenswachters maken soms dankbaar gebruik van die illegale immigranten, door ze geld of seksuele diensten af te troggelen.
Maar tegelijk voert de Angolese overheid al een tijdje een strenge immigratiepolitiek waarbij mensen zonder papiern – ook Congolezen - met harde hand worden uitgezet. De Congolese uitzettingen zijn wellicht een reactie op de Angolese politiek van ‘geen papieren, buiten’. Want dat steekt Congo toch wel, nadat het zelf eerst decennialang als toevluchtsoord diende voor de vluchtelingen van de Angolese burgeroorlog.
Wie begon met de waanzin die de jongste tien dagen een trieste climax bereikte, doet er eigenlijk niet toe. Maar dat de Angolese burgeroorlog, die in 2002 afliep, nog lang zijn schaduwen zal vooruitwerpen, is bij deze bewezen. Twistappels zoals olie en diamanten, hebben al tiendiezenden Congolezen verdreven en doen nu hetzelfde met de Angolanen in DRC.
We schrijven 14 oktober en enkele dagen geleden beval president Kabila van Congo de uitdrijvingen stop te zetten. Dat weerhoudt Congolezen niet om alsnog de grens met Angola proberen binnen te komen, omdat ze zich vernederd, beroofd en vooral onwelkom weten. ‘Wij waren en zijn één volk’, zegt de pastor uit Congo. ‘Wie kan dit begrijpen?’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.