Economische crisis in Thailand

De financiële crisis in Zuidoost-Azië begon in Thailand. De beurs van Bangkok doet het intussen terug goed, maar de economische crisis zal nog een hele tijd aanslepen. Vooral de boeren betalen het gelag.
Thailand kreunt sinds juni vorig jaar onder het leed en het pessimisme. Toen de Thaise regering op 2 juni de baht -de lokale munt- devalueerde stortte niet enkel het Thaise kaartenhuisje in, maar begon meteen een vloed van financiële problemen Zuidoost-Azië te overspoelen. Na Thailand gingen Indonesië en Maleisië de boot in. De Filipijnen volgden. Daarna kwamen de beruskrach in Hongkong, het virtuele failliet van Zuid-Korea en de sensationele faillisementen in Japan en elders in de regio. ‘De schitterende wolkenkrabbers van het Aziatische economische mirakel bleken zo kwetsbaar als een zandkasteel op het strand’, zegt Suthon Sukphisit in de Bangkok Post. ‘Nu het tij gekeerd is en alles weggespoeld werd, kunnen we niet anders dan de waarheid onder ogen zien.’

Die waarheid is inderdaad dat het sprookje uit is, zonder varken met een lange snuit. Enkele cijfers. De prijs van olie verdubbelde op een jaar tijd en de regering heeft in de loop van februari nog een bijkomende verhoging van de BTW op benzine geheven, niet op diesel. De verkoop van auto’s daalde vorig jaar met dertig procent en de productie van auto’s, vorig jaar nog gezien als één van de voorbeelden van de onstuitbare economische opgang van Thailand, was in januari dit jaar 79 procent lager dan in januari vorig jaar. In maart hoopt de regering zo’n 370.000 illegale buitenlandse werknemers over de grenzen te zetten, een derde van het totaal aantal illegalen die in het land verblijven volgens de overheid. Deze actie komt er om de aanzwellende groep werkloze Thais aan nieuwe banen te helpen: sinds het begin van de crisis zouden reeds meer dan 800.000 mensen hun baan verloren hebben en economisten rekenen voor dit jaar nog eens op zeker 1 miljoen geschrapte werkplaatsen. Dat zou het totaal aantal inwoners zonder werk op zo’n 2,5 miljoen brengen op een totaal van 60 miljoen Thais. Tachtig procent van alle afdankingen zijn, volgens recent onderzoek, vrouwen. Niet alle werklozen zitten op de stoep van hun bedrijf te wachten op betere tijden. Naar schatting 300.000 van hen hebben de voorbije maanden hun spullen in of rond Bangkok gepakt en zijn teruggekeerd naar hun geboortedorpen op het platteland. Vijftien staatsondernemingen moeten tegen de zomer concrete privatiseringsplannen uitgewerkt hebben, 56 financiële instellingen werden op last van de regering gesloten en Beurs van Bangkok overweegt de schrapping van een aantal twijfelachtige noteringen. Samengevat komt het er op neer dat de financiële crisis (de baht kelderde van 25 tegenover de dollar naar 55, al is de munt intussen hersteld tot 43) zich intussen ontwikkeld heeft tot een volwassen economische crisis. Kende Thailand in 1996 nog een economische groei van 6,25 procent, dan verwacht men voor 1998 een negatieve groei van 3 à 5 procent.

De ongelijkheid blijft

De kranten geven geregeld een verhaal over voormalige business-tycoons of Thai-yups die nu aan de kost proberen te komen als ‘tuk-tuk driver’ (bromfietstaxichauffeur) of mangoverkoper. De kinderen van de rijken zien hun onbekommerde levensstijl en toekomstdromen ook beëindigd of tenminste gesnoeid. Hun zakgeld wordt gehalveerd, hun telefoontoestellen worden afgekoppeld en vooral: hun kansen op een elitescholing krimpen. Chanon Pansuwan is zo’n zeventienjarige die de tering naar de nering moet leren zetten. Hij liep school in één van de gerenommeerde privé-scholen in Bangkok, waar zijn ouders 65.000 baht inschrijvingsgeld per semester betaalden, plus minstens 1000 baht per cursus. Omgerekend tegen pre-devaluatie wisselkoersen komt dat per kind aan een eliteschool op minstens 100.000 BEF per kind. Chanon en zijn broer kijken uit naar een betaalbaarder instituut, maar geven hun hoop op een goed diploma nog niet op. Door de halvering van de nationale munt is studeren in het buitenland ook al zo goed als onmogelijk geworden. Thais van Chinese afkomst hebben zowat 80 procent van de beursgenoteerde bedrijven in handen in Thailand. Zij zijn dus ook zwaar getroffen, maar redden zich zoveel het kan op grootvaders wijze: ze versoberen hun levensstijl tot het pure minimum en ze helpen elkaar door de nauwe familiale netwerken die zowel succes als faillisementen overleven. Tot zover het lijden van de upper-class.

Aan de andere kant van het sociale spectrum, waar de wonderjaren van de Thaise economie ongemerkt voorbijgingen, heeft men het gevoel de échte lasten van de huidige crisis te moeten dragen. Een onderzoek bij 255 bedelaars in de straten van Bangkok en omstreken wees uit dat deze beroepsgroep haar inkomen met meer dan vijftig procent zag dalen. Het wettelijke minimumloon werd geschrapt en vervangen door een geregionaliseerd syteem. De echte slachtoffers van de crisis wonen echter ver weg van de hoofdstad. Het zijn de plattelandsbewoners die het voorbije decennium door zowat iedereen vergeten werden: de regering investeerde niet in hun boereneconomie, de arbeiders beschouwden de boeren als achterlijk en de jonge generaties trokken weg naar het makkelijke geld van een 9-5 job. Die trend is intussen omgekeerd. Er wordt geïnvesteerd in plattelandsscholen en met name in programma’s waarin schoolse kennis gecombineerd wordt met landbouwervaring. Wanhopige werklozen keren in groten getale terug naar de dorpen waaruit ze voorheen met veel bombarie vertrokken. Maar de herintegratie van deze baht-vluchtelingen verloopt allesbehalve eenvoudig. Het gebrekkige regeringsbeleid van het verleden heeft ervoor gezorgd dat veel boeren zonder eigen grond zitten én dat veel goeie landbouwgrond verloren ging door de bouw van stuwdammen of door de uitbreiding van steden. Heel wat plattelandsbewoners hebben daarom leren leven op basis van de cheques die uit de stad kwamen. Anderzijds zijn de terugkeerders niet gewend om op het land te werken. Ze hebben de stad met al haar mogelijkheden leren kennen en zijn vaak niet bereid om de soberheid van het platteland te aanvaarden. Met andere woorden: het platteland dient wel als schokdemper, maar het krijgt nog steeds te weinig middelen om van deze crisis ook een kans te maken. De regering had vorige zomer wel onmiddellijk 430 miljoen baht klaar om de financiële instellingen te redden, maar toont een lege geldbeugel als de boeren komen aankloppen. De machtigen en de rijken die de crisis veroorzaakt hebben, worden opgevangen terwijl de armen voor zichzelf én voor de werklozen moeten zorgen.

Terugkeer naar tradities

‘Mensen lijden onder de economische crisis omdat ze geloven dat ze eronder lijden’, zegt Sulak Sivaraksa. Hij is onderwerpt de kapitalistische economie al jaren aan een strenge, boeddhistische geïnspireerde kritiek. ‘Mensen hebben zich laten leiden door de illusie van de weelde. Ze hebben het gevoel dat ze zonder geld niets meer zijn. Ze denken dat het verliezen van een baan gelijkstaat met gezichtsverlies lijden. Iedereen wil hogerop: studenten willen rijk worden, monniken willen opklimmen in de hiërarchie. We moeten hiermee stoppen en gaan kijken naar de mensen die onder de brug leven. Zij zijn de slachtoffers van deze economie en zij kunnen ons leren hoe we onszelf en de economie moeten veranderen.’ Sulak Sivarksa staat niet alleen met zijn oproep om het roer fundamenteel om te gooien en terug te keren naar de achtvoudige weg van het boeddhisme. De zeventigjarige en zéér populaire koning Bhumibol Adulyadej heeft ook al gewezen op de mogelijkheden van het boeddhisme en van de dorpstradities om uit het slop te geraken. Waarop het leger prompt aan landbouw begon te doen op de bases. Het oude woord ‘self-reliance’ is in Thailand uit de kast gehaald en afgestofd. Weinigen willen de globaliserende economie helemaal de rug toekeren, maar velen hebben gezien en gevoeld hoe zwaar de klappen kunnen zijn die uitgedeeld worden door de beurzen en de beleggers. Eén man laat zich door al dit crisisgejammer niet van de wijs brengen: George Soros. Zijn gigantische beleggingsfondsen gaven vorig jaar wellicht de duw die de baht in de afgrond deed tuimelen. Vandaag is hij bezig met nieuwe investeringen in Thailand. De aandelen zijn er nu goedkoop en het geloof in de Thaise economie is niet helemaal verdwenen. Als Soros het sein geeft voor een voorzichtige herneming van de Thaise economie, dan zou het wel eens kunnen dat de pas herontdekte Boeddha snel weer omgeruild wordt voor de cultus van de Beurs.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.