Een etterende wonde in Algerije

Berbers vragen zelfbestuurIn de Algerijnse regio Kabylië heerst een kille vrede. De Berbers eisen meer respect en zelfbeschikkingsrecht, de regering in Algiers lijkt niet zinnens daar aan toe te geven, en intussen blijft het bloedige geweld van en tegen de moslimextremisten slachtoffers eisen. Enkele Belgische en Vlaamse parlementsleden bereiden een resolutie voor.
Eind oktober, daags voor de ramadan, is het relatief rustig in Kabylië. Er zijn bijna geen politieversperringen, slechts een zeldzame controlepost van het leger en geen spoor van terroristen. In Azazga, op zo’n dertig kilometer van de hoofdstad van Kabylië Tizi- Ouzou, stappen we uit aan een herdenkingsplaat voor een van de slachtoffers van de Berberopstand van 2001. Vlakbij het memoriaal zitten vier mannen koffie te drinken op een terrasje. Twee jonge Berbermeisjes lopen voorbij, de oudste gekleed in traditionele, felgekleurde klederdracht. De andere is, zoals de meeste meisjes hier, westers uitgedost. Hoofddoeken en sluiers zijn uiterst zeldzaam. Op een muur staan vier handafdrukken met erboven in slordige drukletters het woord “vrijheid”. Hier heeft de zesentwintigjarige Irchen Kamel zijn bebloede handen op de steen gedrukt en zijn laatste woord geschreven, zeggen de inwoners van het stadje.
De lente van 2001 is niet alleen in steen, maar ook in het geheugen van de Berbers gegrift. Bij protestmarsen tegen het beleid van president Bouteflika en voor het recht op eigen cultuur en taal vielen er toen ruim 120 doden. Duizenden betogers raakten gewond en honderden zijn gehandicapt voor het leven. Twee jaar later sluimert de regio in een halfslaap: Bouteflika heeft een vijftiental brigades van de rijkswacht teruggetrokken uit de regio en de plaatselijke bevolking heeft de lege kazernes vernield. Verder beweegt er niets.

Geen vergiffenis


De meest rebelse steden en dorpen zijn bevrijd van de gehate rijkswachtkazernes en Kabylië lijkt wel een van de veiligste regio’s in heel Algerije. Het moslimfundamentalisme heeft dan ook nooit voet aan de grond gekregen bij de Imazighen en de moslimterroristen genieten weinig of geen aanhang bij de lokale bevolking. Her en der zie je zelfs de spitse toren van een christelijke kerk, haast ondenkbaar in een moslimland als Algerije.
Op een dakterras in het stadje Beni Douala trakteert Khaled Massinissa op een kopje sterke koffie. Hij draagt een rood vilten hoedje, waarop in witte letters Ulac smah Ulac staat geschilderd, Tamazight voor “Geen vergiffenis”. Als ik vraag waarom hij met zo’n onverzoenlijke slogan rondloopt, antwoordt hij gedreven: ‘Geen vergiffenis voor de moordenaars van onze zonen en broeders.’ Khaled is de vader van Guermah, de scholier die op 20 april 2001 doodgeschoten werd, waardoor de hele regio in opstand kwam. Het was net de herdenking van de Berberopstand van 1980 en Guermah Massinissa bevond zich toevallig op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Toen hij uit zijn huis kwam gelopen, was er een opstootje aan de gang, vertelt zijn vader. ‘De rijkswachters hebben hem vastgegrepen en zijn op hem beginnen kloppen en schoppen tot hij niet meer op zijn benen kon staan. Het was nochtans een kolossale kerel. Ze hebben hem meegenomen naar de kazerne en daar hebben ze hem neergekogeld’. Guermah raakte in coma en stierf aan zijn verwondingen.
‘Tot op vandaag is alleen de rijkswachter veroordeeld die mijn zoon heeft neergeschoten, en dan nog voor een militair tribunaal. Hij heeft maar twee jaar gekregen’ klaagt Khaled Massinissa. De burgerbeweging eist vruchteloos dat de rijkswachters voor een burgerlijke rechtbank gedaagd worden en dat de burgerlijke partijen minimale rechten krijgt, zoals de toewijzing van een advocaat. Het regime in Algiers is nooit ingegaan op die eis.

Burgemeester met 3 stemmen


Op straat krioelt het van de jongeren. Kamira, een activiste van de Femmes du printemps noir - de lente van 2001 werd nadien omgedoopt tot de Zwarte Lente - legt uit dat er een nationale staking aan de gang is van het onderwijspersoneel, voor meer loon en betere arbeidsvoorwaarden. En dat de scholieren daardoor niets om handen hebben. De jeugd is het grootste slachtoffer van de aanslepende problemen in Algerije. De overgrote meerderheid van de Algerijnen is jonger dan 30 jaar, maar door de grote werkloosheid - minstens 1 op 3 Algerijnen is werkloos - is hun toestand bijna uitzichtloos. Kamira heeft universitaire studies gedaan en heeft een administratieve baan in een bedrijf. ‘De meeste mensen verdienen minder dan het minimumloon en dat bedraagt maar 9.000 dinar (90 euro).’ Met het geld dat Kamira op één maand verdiende, kon ze net haar schoenen betalen.
In Kabylië is het probleem extra schrijnend omdat het centrale bewind de regio zoveel mogelijk tracht te isoleren en te straffen omwille van zijn autonomiestreven. Investeerders wordt aangeraden in andere delen van het land bedrijven op te starten en door de schermutselingen in 2001 zijn de weinige grote fabrieken dicht gebleven of kregen ze af te rekenen met bevoorradings- en leveringsproblemen. ‘De meeste Kabyliërs overleven dankzij de emigratie’, zegt Kamira. ‘Familieleden die in Frankrijk of elders in Europa werk hebben gevonden, sturen geld op naar huis en zo kunnen hun gezinnen de eindjes aan elkaar knopen.’ De regio heeft meer nog dan de rest van het land af te rekenen met druggebruik en zelfmoord.
Maar het probleem is niet louter economisch. Omdat de Kabyliërs zich niet betrokken voelen bij het centrale bestuur, verwerpen ze keer op keer de officiële verkiezingen. Wat maakt dat in vele steden en dorpen de plaatselijke bewindslieden niet aanvaard zijn door hun “onderdanen”. Khaled Massinissa wijst vol afkeer naar het gemeentehuis, dat beklad is met slogans als pouvoir assassin, ulac smah ulac en Moumouh, tu nous manques. Moumouh is de roepnaam van Khaled’s zoon. ‘Het zijn verraders’, zegt Khaled in het Tamazight. Hij spuwt het woord verraders bijna uit. ‘De burgemeesters staan dichter bij de machthebbers dan bij de bevolking. Het zijn pionnen die rechtstreeks aangeduid zijn door binnenlandminister Zerhouni.’
Het democratisch deficit, als gevolg van de boycot van de verkiezingen, is erg groot in Kabylië. Sommige burgemeesters dragen een sjerp ook al kregen ze in hun gemeente maar drie stemmen. Khaled: ‘Ze komen hun huizen niet uit en worden totaal geïsoleerd door de lokale bevolking. Niemand praat met hen en ze komen onze café’s niet binnen.’

De profeet in de bergen


Intussen werpt de Mouvement Citoyen zich op als alternatief, voortbordurend op een aloude bestuursvorm van de Berbers: de aârchs. Per gemeente of wijk worden een of meer inwoners afgevaardigd die hun medebewoners vertegenwoordigen in overkoepelende organen. De burgerbeweging heeft het over heuse afgevaardigden, regelmatig herkozen door de bevolking. Critici en onafhankelijke kranten hebben het veeleer over animateurs, mensen die lang niet alle Berbers uit de regio vertegenwoordigen, maar wel ijveren voor de eisen van alle Kabyliërs.
President Bouteflika heeft Belaïd Abrika, één van de voormannen van de Berberbeweging, gevraagd om samen met een denktank uit te dokteren hoe het eisenplatform van die beweging gerealiseerd kan worden. Abrika woont diep in de bergketen van Djurdjura en heeft met zijn lange haar en baard en zijn uitstraling iets van een oudtestamentische profeet of een Jezus in noord- Afrikaanse gedaante. Hij zat lange tijd in de gevangenis, ging in hongerstaking uit protest tegen zijn arrestatie, maar is vandaag opnieuw op vrije voeten (zie ook MO*3, nvdr). Bouteflika wil in de aanloop naar de verkiezingen van april 2004 liever geen nieuwe onlusten in Kabylië. Velen zien de nieuwe dialoog met de Kabyliërs dan ook als een politiek manoeuvre van de president om een nieuw mandaat in de wacht te slepen.
‘Dat het regime de Kabyliërs heeft uitgenodigd tot een dialoog, is een berekende zet: een staaltje van politique politicienne’, zegt Arezki Slimani. Hij is journalist bij L’Expression, een voormalige regeringskrant die sinds een aantal maanden het beleid van president Bouteflika zwaar op de korrel neemt. ‘De president had beloofd het politieke systeem te hervormen en kreeg daarvoor de steun van verschillende politieke partijen. Ook wij geloofden dat hij de man was die het land kon redden.
Maar van de hervormingen is tot op vandaag niets in huis gekomen’, zegt Slimani. Over het eisenpakket van de Mouvement Citoyen is hij kort. ‘Hun eisen worden gedragen door de lokale bevolking, maar ik stel mij vragen bij de representativiteit van hun zogenaamde afgevaardigden. In het begin was er meer interesse vanwege de Berbers, maar de beweging heeft onder druk van de straat een kapitale fout gemaakt: de verkiezingen boycotten. Een beweging die zich democratisch en pacifistisch noemt, kan niet zomaar vragen om niet te gaan stemmen. Daardoor is de beweging een groot deel van zijn aanhang kwijtgeraakt. Ik heb trouwens mijn twijfels omtrent de haalbaarheid van hun eisen. Want die betekenen niet meer of minder dan het vertrek van het huidige regime.’

De vergeetput van Algerije


Tizi Ouzou, de hoofdstad van Kabylië, ligt er rond middernacht verlaten bij: de straten zijn leeg en nergens flikkeren de lichtjes van cafés of discotheken. ‘Het uitgaansleven beperkt zich tot feestjes bij de mensen thuis’, zegt Khaled Massinissa als hij me een Tizi by-night tour geeft. ‘De enkele theater- en cinemazalen van Tizi Ouzou zijn vernield door de politie.’
Terug in het hotel trekt Khaled nogmaals de kaart van het nationalisme, maar zonder grote illusies te koesteren. ‘In Kabylië moeten we voor alles vechten: als er elders een school wordt gebouwd, is dat een geschenk. Bij ons is een school het resultaat van een harde strijd. De enige oplossing is een autonoom Kabylië. Maar hoe kan je autonoom zijn, als de nationale rijkdommen niet eerlijk verdeeld worden? Het bergachtige Kabylië heeft geen grote gas- of petroleumvoorraden. Het toerisme zit in het slop en er is bijna geen werk.’ Hij ziet de toekomst van zijn thuisland zwart in. ‘De machthebbers in Algiers zijn vastbesloten niet te wijken. Onze situatie kan er alleen maar erger op worden’.
De overtuiging groeit dat de Imazhigen het zelf moeten doen. ‘Het Berberse eisenpakket geldt voor heel Algerije’, zegt Khaled Zahem, journalist van de pro- Berberse Dépêche de Kabylie, ‘maar als de rest van het land geen democratie wil, kunnen we ze toch niets opdringen.’ Ook van over de Middellandse Zee lijkt weinig hulp te komen. Zelfs tijdens de Zwarte Lente konden de opstandige Berbers op weinig steun rekenen buiten de grenzen van de Kabylische regio. ‘We hebben wel steun gekregen uit Frankrijk, maar dan enkel en alleen van kunstenaars, dichters en denkers’, zegt Zahem. Benieuwd of Dirk De Cock (Spirit), Walter Muls (Spirit), Mieke Van Hecke (CD&V) en Veerle Declercq (Agalev) - die onlangs op bezoek waren in Kabylië - tot een krachtige resolutie kunnen komen, en of die gehoord zal worden in Algiers.

Vrije mensen


De Berbers noemen zich zelf liefst Imazighen: vrije mensen. Het waren de Romeinen die hen berbers noemden: barbaren of brabbelaars van een onbegrijpelijke taal. Ze zijn de oorspronkelijke bewoners van Noord- Afrika, maar sinds de Franse kolonisatie en de arabisering van Algerije, spreekt nog slechts een minderheid in dit land het Tamazight. Kabylië is de enige regio in Algerije die de officiële erkenning van zijn Amazigh-identiteit opeist en krijgt het daardoor geregeld aan de stok met het centrale bestuur in Algiers. In 1980 werd een opstand gewapenderhand neergeslagen en in 2001 werd opnieuw met scherp geschoten op betogers. Dat heeft buitenlandse investeerders niet gehinderd bij het afsluiten van vette contracten in Algerije. De Algerijnse economie teert voor meer dan de helft op gas- en oliereserves, en ook België voert grote hoeveelheden Algerijns gas in.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.