Eén miljoen vluchtelingen bedreigd door honger in Darfur (WFP)

Morris, die vorige week een VN-missie naar Sudan leidde en aansluitend vluchtelingenkampen in het oosten van Tsjaad bezocht, stelt dat het om één van de ergste humanitaire crisissen in de wereld gaat. Momenteel bereiken hulporganisaties maar de helft van de vluchtelingen in de regio.

De zwarte bevolking van Darfur wordt sinds vorig jaar april geterroriseerd door de Janjawid, Arabische milities die dorpen binnenvallen, plunderen en platbranden, oogsten vernietigen en bewoners verkrachten en vermoorden. Dat gebeurt blijkbaar met de instemming van de regering in Khartoem. Die zet in de regio zelf het leger en bommenwerpers in tegen twee rebellengroepen die vorig jaar de wapens hebben opgenomen: het Sudanees Bevrijdingsleger (SLA) en de Beweging voor Rechtvaardigheid en Gelijkheid (Jem). Deze groepen vinden dat Khartoem geen oog heeft voor de noden van Darfur. Op 8 april sloten de rebellen en de regering een bestand om hulpverlening aan de getroffen bevolking mogelijk te maken. Maar beide kampen beschuldigen elkaar ervan de vijandelijkheden toch voort te zetten. In elk geval tempert het bestand nauwelijks de humanitaire crisis nauwelijks. Ook het plaatselijke gezondheidssysteem is helemaal in elkaar gestuikt.

De meeste inwoners van de belaagde dorpen in Darfur zijn naar grotere dorpen of steden in het streek gevlucht. Maar volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR zijn ongeveer 110.000 Sudanese vluchtelingen, voor het grootste deel vrouwen en kinderen, de grens met Tsjaad overgestoken. Ongeveer 50.000 van hen zijn intussen ondergebracht in vluchtelingenkampen, en dat aantal blijft stijgen. Het WFP zegt dat de plaatselijke bevolking zich opmerkelijk gastvrij toont. Maar de streek is erg afgelegen en de wegen zijn in slechte staat.

Het WFP probeert nu in de buurt van de kampen zo groot mogelijke voorraden noodhulp op te slaan voordat het regenseizoen eind mei of begin juni de wegen onberijdbaar maakt. Volgens Morris staat het WFP voor enorme logistieke problemen; als het aantal vluchtelingen in het oosten van Tsjaad nog eens zou verdubbelen, zou de organisatie de crisis volgens hem nog maar moeilijk de baas kunnen.

De VN-missie onder leiding van Morris heeft er in Sudan op aangedrongen dat de regering de Arabische milities sneller onder controle zou brengen, de veiligheid van de vluchtelingen gaat verzekeren en het werk van hulporganisaties in Darfur vergemakkelijkt - onder meer door de visumformaliteiten en de import van transportmateriaal te versoepelen (PD/ADR).