Een president afzetten volstaat niet

Half april werd de Ecuadoraanse president na straatprotesten afgezet. Hij was de derde president op rij die dat lot onderging. Wat is er aan de hand in het Andesland? Jeroen Kuiper bericht vanuit Ecuador over de betekenis van de volkswoede.
Van vijf dollar heeft de café-eigenaar niet terug. ‘Het spijt me, señor, we zijn hier beter in het wisselen van presidenten dan in het omwisselen van een bankbiljet’, zegt hij met een zure glimlach. Hij lijkt gelijk te hebben: sinds 1996 heeft Ecuador acht presidenten versleten. Drie daarvan werden bij straatprotesten afgezet.
Het café met een gebrek aan kleingeld ligt vlakbij het Poncho Plaza in Otavalo, een stadje op ongeveer 80 kilometer ten noorden van de Ecuadoriaanse hoofdstad Quito. Otavalo ziet er uit zoals een toerist zich de Andes voorstelt: mooie pleinen met Spaanse koloniale architectuur en een markt waar gringos goedkoop zelfgemaakte dekens of een panfluit kunnen kopen. Indigena-vrouwen van de kichwa-groep lopen met hun kind in een draagdoek op de rug door de straten. De mannen dragen een poncho en een bolhoedje.
Op de hoek van het Poncho Plaza bevindt zich het kantoor van Federacion Indigena y Campesina de Imbabura (FICI), een organisatie die 160 indigena-gemeenten in het noorden van Ecuador vertegenwoordigt. Volgens Benjamin Inuci, de voorzitter van FICI, heeft zijn organisatie zich dit keer niet zo sterk voor de demonstraties tegen president Gutierrez ingezet.
‘We hebben uit de vorige keren geleerd’, zegt Inuci, terwijl hij zijn hoed recht schuift. ‘De president afzetten is niet voldoende. Er is bijna niets veranderd de afgelopen jaren. De politici in Ecuador vormen samen met de grote bedrijven de oligarchie in dit land. Ze zullen hun positie niet uit handen geven. Velen zijn corrupt. Daarom willen we dat niet alleen de regering, maar ook het congres vertrekt, en als het even kan de economische elite ook. Wij hebben nooit gevraagd om overheersing vanuit Quito. Hier in het noorden van Ecuador hebben we altijd van landbouw geleefd en dat willen we zo houden. Landbouw, handel en toerisme, dat zijn de peilers voor de toekomst. Om die verder te ontwikkelen, willen we autonomie. We willen dat de economie in Ecuador geregionaliseerd wordt. Het paternalisme moet ophouden.’

Het zijn allemaal dezelfden


Het idee dat politici en de economische upperclass onder één hoedje spelen, is wijdverbreid onder de bevolking in Ecuador. Dat algemene gevoel wordt concreet voor de meerderheid van de 13 miljoen Ecuadoranen die hun economie met 6,3 procent zagen groeien in 2004, maar die tegelijk weinig van die groei zagen doorsijpelen tot bij miljoenen armen in het land. Het minimumloon ligt in Ecuador bij 150 dollar, en wie geen werk heeft, krijgt niets.
De elite heeft haar machtsbasis in Quito en in Guayaquil, de grootste stad van Ecuador, gelegen aan de pacifische kust en het handelscentrum van het land. Ook de nieuwe president, Alfredo Palacio, een 66-jarige cardioloog, komt uit Guayaquil. ‘Que se vayan todos, laat ze allen opkrassen!’, schreeuwen de demonstranten tegenover het presidentieel paleis in het centrum van Quito. ‘Als wij, de armen van het land, een paar dollar stelen, gaan we de gevangenis in, maar die congresleden en ministers kunnen ongestraft miljoenen verduisteren!’, brult Fransisco Falcon, een protesterende student, woedend.
De weggestemde president Gutierrez heeft krachtig bijgedragen aan de indruk dat politici niet te vertrouwen zijn door zijn koehandeltje met de vorige verdreven president, de politieke manipulatie van het Hooggerechtshof en andere uitschuivers. De politiek onervaren ex-militair kwam weliswaar met links-populistische leuzen aan de macht, maar wisselde die al snel in voor een neoliberale politiek. Ook de inheemse bevolking, die hem oorspronkelijk steunde, keerde zich van hem af toen Gutierrez de traditioneel sterkste organisaties gedeeltelijk hun macht ontnam, ten voordele van veel kleinere indigena-organisaties uit zijn eigen Amazonas-regio. Hierdoor dreef hij de indigena-organisaties in het land, die vaak al behoorlijk radicale posities innemen, nog verder uit elkaar. Wat Gutierrez finaal de das omdeed, was het feit dat ook het leger zijn steun aan de president opzegde.

Een lange lijst grieven


De opmerking van Martinez strookt met geluiden uit het maatschappelijk middenveld waar ook de commerciële krabbenvisserij, die een deel van de mangrovewouden voor de kust heeft verwoest, op de korrel genomen wordt. De lijst met aanleidingen om ontevreden te zijn over het gevoerde beleid is overigens nog veel langer: de houtkap in de Amazone-regio, de vervanging van tropisch oerwoud door Afrikaanse palmen, de verwaarlozing van de landbouw in het land nadat er in de jaren zestig olie werd gevonden, en de aanleg van oliepijpleidingen in de Amazone-regio en in nationale parken zoals het Yasuni-park waar men de hoogste biodiversiteit ter wereld vindt.
Het park wordt in de praktijk geheel door buitenlandse oliefirma’s uit Spanje, Italië, Brazilië en Argentinië beheerst; normale bezoekers komen er niet eens in. Martinez: ‘De oliewinning heeft een verwoestende werking op Ecuador. Sinds we in de jarig zeventig olie zijn gaan produceren, hebben we enorm veel geld geleend. Het lijkt tegenstrijdig: net toen we geld begonnen te verdienen, begonnen we te lenen. Die leningen werden ons door internationale banken min of meer opgedrongen.
‘Luister’, zeiden ze, ‘Ecuador heeft nu geld nodig om zich te ontwikkelen, om de infrastructuur op te bouwen. Leen daarom geld bij ons’. Dat hebben we gedaan, en inmiddels besteden we zo’n 40 procent van de nationale begroting aan de aflossing van de buitenlandse schuld. Dat gaat zo niet verder’.
Se habla Español
Dat lijkt ook de nieuwe president Palacio begrepen te hebben. In één van zijn eerste toespraken kondigde hij aan dat Ecuador zijn sociale problemen niet kan oplossen met een dergelijk hoge buitenlandse schuld. Ook de nieuwe minister van Economie, Rafael Correa, wil een andere koers. Hij is van plan het fonds op te heffen dat met inkomsten uit de olieverkoop de buitenlandse schulden afbetaalt.
Nieuwe hoop dus met de nieuwe regering? ‘Ach, Palacio behoort ook tot de oligarchie, daarover maak ik me geen illusies’, zegt Esperanza Martinez. ‘Ik vrees dat zijn oliepolitiek niet veel van die van zijn voorgangers zal verschillen. Maar in ieder geval is hij een nationalist, en zo iemand hebben we nodig. We zijn inmiddels bijna een kolonie van de VS geworden. We gebruiken hun munt, ze hebben hun militaire basis in Manta, hun multinationals beheersen onze economie, ze controleren de grenzen tussen Ecuador en Colombia. Het enige wat nog ontbreekt, is dat ze ons hun taal opleggen’.
Het is echter te simpel om te stellen dat alles aan de elite uit Guyaquil en Quito ligt. Dat vindt alvast Esperanza Martinez, één van de drijvende krachten achter Oilwatch, een internationale ngo die zich tegen oliewinning in tropische landen verzet. ‘Het zijn de megaprojecten die het land kapot maken’, is haar stellige overtuiging. ‘Ze verwoesten onze natuur en onze economie, terwijl de winst naar het buitenland gaat.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.