Een tweede leven na de burgeroorlog

Ginny Mooy (36), deed onderzoek naar ex-kindsoldaten in Sierra Leone en werd er verliefd op een van hen. Ze schreef die ervaring neer in ‘Moordjongens’, een vervolg op ‘De wil om te doden’.
  • Jill Marchant Ginny Mooy Jill Marchant
Ginny Mooy was vastberaden onderzoek te doen naar ex-kindsoldaten en begon haar studies Antropologie dan ook met één doel: op onderzoek trekken naar Sierra Leone. In 2006, 4 jaar nadat de burgeroorlog definitief ten einde was, vertrok ze naar Sierra Leone en sprak er met ex-kindsoldaten die de oorlog tussen 1991 en 2002 hadden meegemaakt. Ze luisterde naar de meest gruwelijke verhalen, ontdekte een dynamische samenleving vol overlevingskracht en ze werd er verliefd. Op het land maar meer nog op Lansana, een ex-kindsoldaat.
“Ik herken hem van de foto’s, Lansana, maar hij ziet er een stuk volwassener uit dan ik verwacht had. Hij staart me aan met zijn grote, zwarte ogen. Geen van ons tweeën zegt iets. Ik stel me voor. Lansana houdt mijn hand veel te lang vast en ik voel de spanning door mijn lijf jagen. (…) We zitten er verlegen en onwennig bij. Ik ben niet het verlegen type en ik ben niet zo snel van mannen onder de indruk, maar dit is een magisch moment. Toch probeer ik voor mezelf te ontkennen dat ik als een blok voor hem gevallen ben.” Een fragment uit haar eerste boek ‘De wil om te doden’.
De ontkenningsfase heeft dan ook niet lang geduurd, binnen drie maanden krijgen ze samen een kind. Lansana was haar lokale onderzoeksassistent. Hij heeft Ginny Mooy met ex-kindsoldaten in contact gebracht. Tijdens de burgeroorlog werd hij ingezet om grensposten te bewaken en administratief werk uit te voeren. 70 procent van de bevolking in Sierra Leone is analfabeet, de jongens met opleiding werden dan tijdens de oorlog ingeschakeld voor allerlei administratieve taken. “Het leger was voor hem de enige manier om te overleven in de oorlog. Zijn ouders zusje en broers werden levend verbrand in een vluchtelingenkamp toen hij 14 was. Hij heeft zelf niet gemoord. Hij heeft wel heel veel gezien en zich gedrag eigen gemaakt. Ik denk dat het voor jongens als hij het allermoeilijkst geweest moet zijn. Zij waren diegenen die er zonder wapen tussenliepen, bedreigd door anderen met wapens”, vertelt Ginny Mooy. “Er gaat geen dag voorbij zonder dat iemand het over de oorlog heeft”, verzekert ze. “Lansana denkt er nog iedere dag aan terug. De ex-kindsoldaten hebben het vergeven, maar ze kunnen het nooit vergeten”. De wonde van de oorlog in Sierra Leone ligt nog steeds open.
“De ex-kindsoldaten doen het nu, acht jaar na de feiten, op psychologisch vlak best goed”, vertelt Ginny Mooy. Ze zijn moe van de oorlog, de hele samenleving is moe van de oorlog en ze willen niet terug de criminaliteit in. “Criminaliteit betaalt snel, sneller dan een baantje als straatverkoper. Maar hun doorzettingsvermogen is heel groot, ze vechten elke dag vastberaden om een handjevol geld bijeen te krijgen voor de volgende maaltijd. Ik was al lang terug crimineel geworden”, lacht Ginny Mooy. “Ik sta nog steeds te kijken van hun overlevingskracht. Tijdens mijn onderzoek heb ik de meest zware en bizarre verhalen gehoord, maar ik heb het nooit als ‘teveel’ ervaren, ik wilde er nooit uit. Er was altijd veel humor en er waren bijzondere momenten. De maatschappij is er zo arm, maar zo dynamisch en hoopvol tegelijkertijd”.
“Het is geen gewelddadig volk. De oorlog was extreem, en hoe weer je gevaar af? Door zelf extreem te gaan handelen. Uit angst doe je ook extreme dingen. Doodsangst en drugs. De drugs die ze toegediend kregen, gaven hen de moed om te doden. Ze moeten achteraf afkicken en zonder de drugs komen de verschrikkelijke herinneringen terug. Langs de ene kant moeten ze het verleden begraven. Velen van hen moeten ook verzwijgen voor de omgeving dat ze hebben gevochten in de oorlog, dus in principe is het een heel nieuw leven. Aan de andere kant weten ze voor zichzelf wel nog heel goed wat er gebeurd is en houden ze dat ook als les aan in hun leven over hoe fout het kan gaan. Maar ze hebben ook goede dingen uit die tijd meegenomen. Dat had ik eerlijk gezegd niet verwacht.
Eenmaal aangekomen in Sierra Leone druiste alles in tegen mijn verwachtingen. Ik had iets beestachtigs verwacht, ik zou op zoek gaan naar sensatie. Ik was in Nederland financieel projectmanager in de bedrijfswereld, maar wist al lang dat ik antropologie wilde studeren. Ik zie me daar nog staan op school in mijn groepje vriendinnen, toen ik vertelde dat ik naar Sierra Leone zou vertrekken. “Dat jij dat durft, stoer”, zeiden ze. En ik: “Ja cool he”. Maar eenmaal daar schaamde ik me voor mijn verwachtingen, Sierra Leone is een heel bijzondere samenleving, het is een bang volk in de positieve zin, het is geen doortrapt volk. De maatschappijen in het Westen zijn veel agressiever vind ik, de mensen zijn hier veel sneller ontvlambaar”
 “Als antropoloog beïnvloed je altijd de situatie waar je in zit. Als je dat niet beseft, dan heb je een klote onderzoek. Ik merkte dat zelf ook. Je bent mens, je kan niet ophouden met mens te zijn. Je reactie, je lichaamstaal, alles heeft een invloed. Ik heb veel fouten gemaakt in mijn onderzoek. Door op een bepaalde situatie ‘ja?’ te antwoorden, beïnvloedde ik hoe hun verhaal verder ging of soms zelfs stopte” legt Ginny Mooy uit.
“Mijn relatie met Lansana heeft mijn onderzoek niet bemoeilijkt. Ik had zoiets…het is niet ethisch ofzo (lacht). Participerende observatie is de kern van antropologisch onderzoek, je moet je onderzoeksgebied van binnen uit begrijpen. Door mijn relatie was ik natuurlijk meer in de samenleving betrokken. Vragen als ‘ben jij bij mij omdat ik interessant studiemateriaal voor je ben’ hebben ons zelfs een tijd uit elkaar gedreven. Maar de liefde is sterker. Of ik afstand moest bewaren? Afstand is iets abstracts, ik zorgde ervoor dat ik in zo’n positie bleef dat ik nog steeds kon evalueren. Maar in de samenleving zelf heb ik dat niet behouden, mijn relatie heeft me meer naar het midden daarvan gebracht. En je blijft hele andere dingen normaal vinden dan je partner, maar de context werd normaal voor me. En met alle respect voor de jongens en voor Lansana, maar het zijn niet mijn verhalen. Het is niet mijn leven. Het zal nooit iets van mij zijn”.
“Als ik mijn onderzoeksgegevens uitwerkte, merkte ik telkens een soort vraag, een verzoek in hun verhalen naar ‘Ik wil een toekomst, ik wil zelf een toekomst uitbouwen’. Daar zag ik de mogelijkheid om hen te helpen. Dan richtte ik de stichting ‘Mind to Change’ op. Samen met een groep van 25 ex-kindsoldaten richten we projecten op die volgens hen het meest effectief zullen helpen voor hun re-integratie in de maatschappij. Ze zijn zelf de baas en niet meer de ‘ontvanger’ zoals in de andere hulpprogramma’s. We werken met lange termijnprojecten die op hun behoefte gesneden zijn. Op een gegeven moment ga je verder en blijf je niet in het verleden hangen”.
“Mind to Change helpt Lansana niet. Hij wordt nu dagelijks met mensen en verhalen geconfronteerd, en ook met begrip waar hij dat eerst niet had. Zijn ouders zijn vermoord door de rebellen, die jongens in onze projecten zouden het wel eens kunnen gedaan hebben. We helpen nu jongens die hem misschien net zo afhankelijk hebben gemaakt, het valt hem bijzonder moeilijk”. Hij heeft kunnen vergeven, maar kan het niet vergeten.
Na haar onderzoek had Ginny Mooy zoveel verhalen gehoord en schreef onmiddellijk twee boeken, ‘De wil om te doden’ in 2008 en ‘Moordjongens’, net uit. De boeken de verhalen van ex-kindsoldaten met bijnamen als ‘General Blood Shed’ en ‘Queen Cut Hands’ tijdens de burgeroorlog en hoe ze nu in het leven staan. “Het was heel moeilijk om mijn boeken te schrijven, heel erg bloot. Vooral ‘De wil om te doden’, omdat ik de lezer aan mijn hand meeneem door ‘het verhaal’ opdat hij kan voelen wat ik voelde, wat ik dacht, wat ik deed. Ik heb er ook bewust voor gekozen om niet meteen op oorlogsverhalen in te zoomen. Ik wilde die jongens eerst goed leren kennen en daarna wilde ik eigenlijk pas wat weten over de oorlog. Ik leerde hen allemaal kennen als hele normale jongvolwassenen waar eigenlijk niets anders aan was dan de jongeren die ik kende uit mijn eigen privéleven. En dan kwamen bij mondjesmaat de oorlogsverhalen eruit. Maar ze denken precies op dezelfde manier als ieder ander mens. Ze zijn enkel voor andere uitdagingen komen te staan waarin hele moeilijke dingen moesten gebeuren”
‘Moordjongens’ is een boek voor lezers vanaf 12 jaar. Jongeren zijn er veel nieuwsgieriger naar, volwassenen weten het allemaal wel. Daarom heb ik het boek voor jongeren geschreven. Ik heb niets gemanipuleerd om het gevoel begrijpelijk te maken voor jonge lezers. Ik heb de ex-kindsoldaten waarmee ik praatte de vraag gesteld: “Wat zou jij nu willen vertellen aan jongeren van jouw leeftijd?” Dat hun verhalen het publiek zouden bereiken, vonden ze eerder leuk dan moeilijk”. Ze willen dat de mensen weten wat hen overkwam, ze willen delen met de massa wat anders in de schuiven van de wetenschappers terecht komt.
“Het verleden vertellen aan ons kindje is geen heet hangijzer. Hier in het Westen wordt dat misschien als ‘raar’ gezien, maar in Sierra Leone zijn er zoveel mensen met een tweede leven. Wat wij vaak vergeten is dat we ieder gedrag in een context moeten plaatsen. Gedrag van kindsoldaten gebeurde in een oorlog die even extreem als bizar was. En ik praat met Lansana nog over zijn verleden, maar lang niet elke dag. Lansana is trots, hij heeft het overleefd. Hij is naar school gegaan, naar de universiteit. Waar haar vader trots op is, mag ons kindje ook trots op zijn. Lansana wil een wereld scheppen waar zijn kind niet aan zijn verleden blootgesteld moet worden. Hij heeft zelf geen jeugd gehad, maar wil dat zijn kind vredevol opgroeit. Het is echt heel bijzonder om te zien hoe iemand zijn leven terug probeert op te bouwen en om daarbij betrokken te raken”.
De oorlog was extreem, en hoe weer je gevaar af? Door zelf extreem te gaan handelen. Uit angst doe je ook extreme dingen. En de drugs die ze toegediend kregen, gaven hen de moed om te doden.
 ‘Moordjongens’ is uitgegeven door het jeugdfonds van Manteau. Meer info over de stichting van Ginny Mooy op
www.mindtochange.nl , op haar website www.ginnymooy.nl en op haar blog http://thevault.punt.nl 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.