Eet minder vlees!

Een biefstuk zorgt voor evenveel broeikasgassen als een ritje van zeventig kilometer met een doorsnee wagen. Voor de steak op je bord ligt, heeft hij vijfduizend liter water opgeslokt. De consumptie van vlees is verantwoordelijk voor meer uitstoot van broeikasgassen dan de transportsector. Tijd voor een nieuw dieet.
Twee zorgwekkende trends sloten 2007 af: stijgende voedselprijzen en stijgende energieprijzen. Beide fenomenen hebben alles te maken met slinkende voorraden, de opwarming van de aarde en een groeiende wereldbevolking die een graantje wil meepikken.
De klimaatverandering hebben we leren associëren met de transport- en industriesector. Maar ook onze dagelijkse portie vlees is een deel van het probleem. Een dagje zónder, kan ons al aardig op weg helpen om de huidige milieucrisis af te remmen. In Nederland is de politieke discussie hierover alvast op gang gekomen.

Groeiende vleesbergen


Eens goed gaan eten, het wordt nog altijd geassocieerd met een lapje lekker vlees. En geen zomer zonder barbecue. De herinneringen aan varkenspest en de gekkekoeienziekte liggen alweer bedolven onder het stof van de jaren. Een gemiddelde Belg eet elke dag 270 gram vlees of 102 kilo per jaar. Daarmee staan wij in de top vijf van de wereldranglijst, voorafgegaan door de VS, Spanje, Denemarken en Frankrijk. Vlees is luxevoeding en hoe meer welstellend een samenleving wordt, des te meer vlees er gegeten wordt. In 1919 at een Belg gemiddeld 30 kilo vlees per jaar. Vooral de bovenlaag van de bevolking at vlees. Wie arm was, moest zich tevredenstellen met ingewanden, poten en oren.
Het verschil tussen arme en rijke landen vandaag is groot. Uit een studie uit 2006 van de Wereldbank en de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) blijkt dat de VS een vleesconsumptie hebben van 120 kilo per persoon per jaar, dat is zes keer meer dan in het armste ontwikkelingsland. In China, India, Rusland, Mexico en nog enkele ontwikkelingslanden in volle economische groei, stijgt de vleesconsumptie spectaculair. Die trend zal nog enkele jaren voortduren, stelt de FAO in zijn Food Outlook van november 2007 vast.
In 2005 lag de wereldwijde vleesproductie op 265 miljoen ton –het vijfvoud van een halve eeuw geleden. Tegen 2050 zullen die vleesbergen nog aangroeien tot 465 miljoen als de vraag zo blijft stijgen. Van alle landbouwsectoren groeit de vleessector het snelst. Die toegenomen vraag heeft de dierteeltmethoden drastisch omgevormd. Het vlees dat vandaag op de markt gebracht wordt, is meestal niet afkomstig van in de grond woelende varkens of in het wild grazende koeien maar van industriële veeteeltbedrijven die hun dieren krachtvoer geven om hen snel te laten aandikken. Die intensieve veehouderij heeft de druk op het milieu gigantisch doen toenemen. Volgens het FAO-rapport Livestock’s Long Shadow. Environmental Issues and Options (2006) heeft de veeteelt een zware verantwoordelijkheid in de grote milieuproblemen van vandaag: de broeikasgassen, de waterschaarste, het landbeslag en het verlies aan biodiversiteit.

Krachtvoer


Intensieve veehouderij draait op krachtvoer: granen, sojaschroot, maïs, maniok, vismeel en restproducten uit de voedingsindustrie. Meer dan zestig procent van de totale productie van granen, maïs en gerst wordt gebruikt voor veevoer. Jaarlijks komt dat neer op een productie van 670 miljoen ton graan, waarvan meer dan de helft bestemd is voor de industrielanden, die slechts een vijfde van de wereldbevolking vertegenwoordigen. Alle maïs die de toenmalige 25 EU-lidstaten in 2004 produceerden, was uitsluitend voor veevoer bestemd.
Hiervoor was een oppervlakte van 6,5 miljoen hectaren nodig, wat nog ruim onvoldoende is om in eigen behoeften te voorzien. Nederland bijvoorbeeld legt beslag op vier maal zijn eigen oppervlakte om zijn veestapel te onderhouden. Jaarlijks importeert België uit Afrika 1.320.000 ton maniok. In 2005 importeerde Europa 39 miljoen ton soja, vooral uit Brazilië. Tonnen granen en miljoenen hectaren in productie gebrachte grond zijn vandaag bestemd voor veevoer. In totaal neemt de teelt van dieren en de productie van voeder 78 procent van de landbouwgrond in beslag.
Vooral ontwikkelingslanden zijn een wingewest voor het telen van het voer, omdat de vrije markt daar de meest geschikte voorwaarden aantreft: grond, water en warmte. Oerwouden, waardevolle biodiversiteit en kleine boeren moeten plaats maken voor immense weilanden, monoculturen en agro-industrie. De voedselproductie voor de lokale markten is hier meestal het eerste slachtoffer van.

Boeren, winden en uitlaatgassen


Voor de globale opwarming is de intensieve veehouderij een ramp, zo berekende de FAO in Livestocks long shadow. De uitstoot van broeikasgassen door de veeteelt overtreft die van het transport en komt in de buurt van de twintig procent CO2-equivalenten (broeikasgassen, gemeten in CO2-waarden). Het probleem ligt vooral bij de herkauwers. Die hebben het voordeel dat ze cellulose –grassen en bladeren– kunnen verteren en daardoor kunnen leven van gewassen die niet voor menselijke voeding in aanmerking komen. Maar bij het verteringsproces stoten zij grote hoeveelheden methaan uit. De impact van methaan is 23 keer groter dan die van CO2. In België is 95 procent van de totale methaanuitstoot te wijten aan runderen. Op wereldvlak is één vijfde van de totale methaanuitstoot afkomstig van de veeteelt.
Ook het mest is een probleem. Dat geeft in grote hoeveelheden lachgas af. De impact van één ton lachgas is 296 keer die van een ton CO2. Wereldwijd worden 2,2 miljard ton CO2-equivalenten de lucht in geblazen door de productie van lachgas in de landbouw.
En dan is er nog de gewone CO2-uitstoot, vooral afkomstig van ontbossing, verwarming van serres en stallingen, en het gebruik van fossiele brandstoffen in het hele productieproces. We eten ook steeds meer exotisch vlees uit Argentinië, Chili en Zuid-Afrika. Vooraleer het vlees op ons bord ligt, zitten er heel wat voedselkilometers bij. Ecolife vzw berekende dat de milieukost van een portie biefstuk uit de VS geïmporteerd makkelijk driemaal groter is dan diezelfde portie uit Europa.

Biefstuk of frieten?


Dagelijks een portie vlees of vis op je bord is onontbeerlijk voor de nodige dosis eiwitten en een evenwichtig dieet, zo hebben we van kindsbeen af geleerd. Vlees eten hoort ook bij onze cultuur en dat geldt zeker voor Brazilianen, Argentijnen en Chilenen, afstammelingen van de gaucho’s. Maar hoe langer hoe meer geldt het zelfs voor de vroeger zo vegetarische Indiërs, in de mate zij ons westers voedingspatroon overnemen.
Intussen weten we dat zoveel vlees toch niet zo gezond is. Overgewicht, cholesterolproblemen, suikerziekte en hartkwalen vormen het verborgen prijskaartje dat hoort bij een vlees- en calorierijk dieet. Volgens het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO) is vlees eten ook een onefficiënte omweg om aan onze calorieën te komen. In de studie Stijgende vleesconsumptie: het milieu betaalt de prijs maakte het OIVO de berekening. Eén calorie energie uit vlees kost 33 calorieën om ze te produceren. Voor een aardappel is dit slechts 0,46 calorieën. Voor iedere kilo kippenvlees is 3 kilo voeder nodig, voor iedere kilo varkensvlees 5,1 kilo voeder.
Al die runderen, varkens en schapen slorpen ook gigantische hoeveelheden levensnoodzakelijk water op, dat nagenoeg niet in rekening wordt gebracht. Om een kilo varkensvlees te produceren heb je 9700 liter water nodig en voor rundvlees nog drie keer zoveel. Maar voor een kilo tarwe kom je toe met 106 liter water en voor een kilogram aardappelen 150 liter. Gemiddeld genomen is voor de productie van een kilo vlees 100 keer meer water nodig is dan voor de productie van een kilo graan of groente. 
Om het anders uit te drukken: de gemiddelde Belg heeft een ecologische voetafdruk van 4,9 hectaren. Dat is 2,7 keer meer dan we zouden mogen hebben met betrekking tot de draagkracht van de aarde. Voeding neemt 20 procent van de voetafdruk voor zijn rekening. De helft daarvan staat voor de consumptie van vlees of vis. Eén kilo vlees weegt in onze voetafdruk 10 keer zwaarder door dan een kilo groenten.  Een gemiddelde vegetariër heeft jaarlijks 180 kilo graan nodig, voor een vleeseter is dat 930 kilo graan, met het bijhorende landbeslag en watergebruik. Voor dierlijke voedselbronnen is minstens tien maal meer energie nodig dan voor plantaardig voedsel.

Slinkende voorraden


De stijgende graanprijzen van vorig jaar zijn niet het gevolg van een lagere productie maar wel van de voortdurend groeiende vraag. Volgens het rapport Vital Signs 2007-2008 van het Worldwatch Institute bereikte de graanoogst vorig jaar een record van 2,316 miljard ton.
Dat is een groei van vier procent in vergelijking met het jaar ervoor. Maar omwille van de stijgende vraag groeit het tekort. De graanvoorraden zijn in dertig jaar nog nooit zo laag geweest.
Het probleem met de stijgende graanprijzen is niet de bevolkingsgroei –sinds 1961 verdrievoudigde de globale graanopbrengst, terwijl de bevolking verdubbelde– maar de besteding van het graan en de ongelijke verdeling. De VS gebruiken gemiddeld 1230 kilo per jaar per persoon, waarvan het grootste deel naar veevoer gaat. Ter vergelijking: in Zimbabwe is dat niet meer dan 90 kilo. Veevoeder bestaat voor 80 procent uit gewassen die geschikt zijn voor menselijke consumptie.
Op wereldvlak wordt er voldoende graan geproduceerd om iedereen een volwaardig menu te geven, tenminste als er niet de concurrentie met het veevoer en, nu ook, de biobrandstoffen zou zijn. Volgens het Worldwatch Institute verslonden die vorig jaar een zesde de graanoogst. De vraag komt almaar scherper op ons af: waaraan besteden we de beschikbare voorraden? Aan vleesproductie, auto’s of mensen?

Een dagje veggie


Naarmate we met meer zijn op deze aardbol en de beschikbare grondstoffen schaarser worden, zullen we moeten uitmaken hoe we die willen besteden. Dat is gewoon cruciaal om in de toekomst nog meer milieuproblemen en conflicten te vermijden en om toch nog te kunnen genieten van een smakelijk, gezond en biodivers dieet. Verschillende VN-rapporten (van het Internationaal Klimaatpanel, het Milieuprogramma en de Voedsel- en Landbouworganisatie) wijzen allemaal op de gigantische impact van veeteelt en het belang van een omslag in de vleesconsumptie in de rijke landen. Compassion in World Farming, een organisatie die zich inzet voor dieren in de landbouw, verwijst naar de studies van deze VN-instellingen en stelt dat de vlees- en zuivelconsumptie in de rijke landen een derde zou moeten verminderen tegen 2020 en zou moeten halveren tegen 2050.
Johan Braeckman, professor Filosofie aan de Universiteit Gent, vindt dat ons dagelijks voedsel hoe langer hoe meer een ethische dimensie krijgt. ‘We zijn nog helemaal niet gewend om over onze voeding na te denken in ethische termen. De morele cirkel waarvoor we ons verantwoordelijk voelen omvat onze naastbestaanden, onze vrienden. Sinds de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zit ook onze medemens veraf daarbij. Maar daar hoort nog niet meteen bij wat er op ons bord komt. Toch is die reflex erg belangrijk in een context van schaarser wordende levensnoodzakelijke goederen. In het belang van de planeet en van de groeiende wereldbevolking is het echt wel belangrijk dat we anders gaan eten, of we kunnen het vergeten.’
Inmiddels zijn er tal van studies die het verschil tussen wel, minder of geen vlees eten in kaart gebracht hebben. Zo stelt een van die studies dat een kilo rundvlees in broeikasemissies gelijk staat aan drie uur met de wagen rijden terwijl je thuis alle lichten aan laat. Maar wanneer die kilo rundvlees organisch geteeld is en het rund niet gevoederd werd met krachtvoer, dan is de uitstoot van CO2-equivalenten  al 40 procent minder en het energieverbruik 85 procent minder. En als je toch vlees wil eten: kippenvlees is minder belastend voor het milieu dan rundvlees.
De vzw EVA, Ethisch Vegetarisch Alternatief, zet zich al jaren in om mensen op een leuke en lekkere manier af te helpen van het eten van vlees. Tobias Leenaerts van EVA: ‘Er zijn vier motieven om minder of geen vlees te eten: het milieu, de eerlijke voedselverdeling, het dierenwelzijn en je eigen gezondheid. Je vindt niet makkelijk iets waarmee je zoveel positief resultaat kan hebben dat zo binnen je eigen bereik ligt. Ieder kan zelf uitmaken wat er op zijn of haar bord komt.’ Het motto voor EVA is ‘prettig gaat ook’ . Om mensen op ideeën te brengen, publiceert de vzw haar eigen tijdschrift, recepten en restaurantgidsen. Enkele maanden geleden lanceerde ze ook de campagne Donderdag Veggiedag om een dag zonder vlees of vis en met veel groenten en fruit te promoten. Voor gezonde mensen en een gezond klimaat.


Carbonades met CO2-heffing


In de VS zijn dierenrechten-activisten een campagne gestart tegen de groeiende vleesconsumptie en de impact ervan op het milieu. Als grootste vleesverbruiker op mondiaal vlak en thuisbasis van hamburgerketens zoals McDonalds, heeft dit land immers bergen boter op zijn hoofd. De campagne kwam overgewaaid naar Nederland, waar het gezaghebbende Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) in november 2007 de vleesconsumptie van de Nederlanders aan de kaak stelde bij de lancering van zijn rapport Nederland en een duurzame wereld. Het MNP pleit naast strengere normen voor auto’s ook voor een CO2-heffing op vlees om de uitstoot terug te dringen. Zulke extra maatregelen zijn nodig omdat gewone marktmechanismen onvoldoende impact hebben, vindt het MNP. ‘We leven vijf keer boven het duurzame niveau maar we hebben wel geen vijf planeten.’
Het MNP-rapport gaf de wind in de zeilen voor de campagne van Milieudefensie en Jongeren Milieu Actief tegen de intensieve veehouderij in Nederland. Ondersteund door een netwerk van ngo’s en sociale organisaties verzamelden ze met het burgerinitiatief “Stop fout vlees” 107.000 handtekeningen. Op 18 december werd een voorstel van het initiatief bediscussieerd in de Tweede Kamer. Dat pleitte concreet tegen de plannen voor de oprichting van varkensflats –industriële gebouwen met meerdere verdiepingen waarin varkens in gekweekt worden– en sprak zich uit voor een beperking van de soja-import, een heffing op vlees en inkomenssteun aan boeren die omschakelen naar meer milieuvriendelijke bedrijven.
Het voorstel als zodanig werd afgewezen maar er werden wel twee moties aangenomen om de situatie in de veehouderij aan te pakken: een motie van de PvdA voor een duurzaamheidstoets binnen de veehouderij, en een van de SP voor steun voor grondgebonden landbouw in plaats van de geplande varkensflats. Een motie van D66, voor maatregelen tegen import van veevoersoja,  werd in beraad gehouden. Het thema is hiermee alleszins op de politieke agenda gezet.
www.oivo.be
www.voedselvoetafdruk.be
www.wervel.be
www.vegetarisme.be  (EVA)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2776   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2776  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.