Egypte benoemt dertig vrouwelijke rechters

De beslissing van de Hoge Juridische Raad (SJC) werd mogelijk gemaakt door een uitspraak van de door de regering benoemde grootmoefti van Egypte, sjeik Ali Gomaa, die oordeelde dat vrouwelijke rechters niet in strijd waren met de islamitische leer. De SJC ontving in maart 2007 124 kandidaturen van vrouwelijke juristen waarvan er vorige week dertig tot rechter werden benoemd.
Een echte primeur zijn de benoemingen niet. In 2003 werd al eens een vrouw, Tahani el-Gebali, bij presidentieel decreet als rechter opgenomen in het Grondwettelijk Hof. In tegenstelling tot el-Gelbali, die alleen wetten beoordeelt, gaan de dertig nieuwe rechters individuele zaken behandelen.
Mensenrechtenactivisten zijn blij met het nieuws. “Egypte had een achterstand op dit gebied”, zegt Hafez Abu Saeda, secretaris-generaal van de in Cairo gevestigde Egyptische Organisatie voor Mensenrechten, daarbij verwijzend naar vrouwelijke procureurs-generaal in Syrië, Tunesië en Sudan.
Niet iedereen deelt evenwel de opvatting dat het islamitisch recht vrouwelijke rechters toelaat. De club van rechters van de Raad van State vielen eerder de uitspraak van de grootmoefti aan, die ze verweten teveel te hebben toegegeven aan de regering.
“In de Koran of in de Soenna is er geen specifiek voorschrift over vrouwelijke rechters”, zegt Mohamed Hamed al-Gemel, de voormalige voorzitter van de Raad van State. “Alles hangt af van de interpretatie van hedendaagse juristen.” De Soenna is een vorm van islamitische jurisprudentie die gebaseerd is op de voorbeelden en uitspraken van de profeet Mohammed.
Op de dag van de benoeming heeft de Raad van State een definitief oordeel gevraagd aan rechtsgeleerden van de universiteit van al-Azhar, een van de belangrijkste rechtsbronnen voor soennitische moslims. Wanneer het oordeel van de universiteit er is, gaat de zaak waarschijnlijk naar het Grondwettelijk Hof.