Reconstructie van een historische week

Egypte onder de duim van generaal Sisi

Van woensdag 14 tot zaterdag 16 augustus 2013 woedde er een oorlog in de straten van Caïro. Meer dan duizend doden later rust het land opnieuw onder de duim van generaal Sisi. Een reconstructie van een historische week die de toekomst van het land veranderde. 

Wannes Nimmegeers

Afbeeldingen van generaal Sisi duiken overal op in het straatbeeld.

Achter welke muren van deze ingedommelde stad bereiden de Moslimbroeders zich voor op een nieuwe storm? Op amper twee maanden tijd tuimelden ze van de troon, tot op twee stadspleinen en uiteindelijk in de riool. Door de diepe staat naar hun hand te zetten in plaats van ze te hervormen volgens de principes van de revolutie speelden ze de generaals en het oude regime in de kaart en verzwakten ze de revolutie. Zolang islamisten, nationalisten of anderen de verkregen staatsmacht inzetten om de anderen uit te schakelen, blijft dit land in het donker. De enige lichtjes zijn de activisten die een onpartijdig bewustzijn hebben bereikt en die anderen optillen.

De eerste vijf dagen van mijn verblijf in Caïro was ik naar die lichtjes op zoek gegaan. De stad had aan mijn voeten gelegen, van de rust van groene Nijleilanden en de levendige chaos van informele volkswijken, tot unieke lezingen in de 14e eeuwse Sultan Hassan moskee. Ik had zelfs deelgenomen aan een fietsevenement in Zamalek en dat kan tellen als heldendaad in de helse straten van deze stad waar zwakheid wordt afgestraft.

En dan was plots de verlamming ingetreden

Strijdende partijen eisten de stad op voor hun oorlog en kluisterden miljoenen mensen aan het beeldscherm van hun televisie of laptop. Alsof iemand de onzichtbare banden tussen mensen doorknipte en de stad opbrak.

Drie dagen en duizend doden later begon ik opnieuw met bezoeken aan de sloppen en informele wijken, tegen het advies in van Ahmed Elsayed, mijn gastheer hier in Caïro. ‘Vandaag is er geen veilige plaats in Caïro. Je weet niet wie wapens heeft en waar ze zullen ingezet worden. Het kan overal heel snel escaleren. Het gaat niet over politiek alleen. Sommige burgers dragen wapens en gebruiken die om demonstraties af te schrikken’, zei hij.

Aan de ingang van het advocatenkantoor dat sloppenwijkbewoners verdedigt, zag ik inderdaad mensen in burgerkledij met Kalasjnikovs op de rug met een groepje politieagenten in uniform praten. Een hoogst ongewoon en akelig zicht in de straten van deze eeuwenoude stad.

Na ons bezoek aan het advocatenkantoor kreeg ik telefoon van advocaat Mohamed Abdelaziz: ‘De agenten zijn het kantoor binnengevallen om ons te ondervragen over “die buitenlanders die hier net waren”. Ze doorzochten het hele kantoor en blijven tot vandaag het kantoor in het oog houden. Maar maak je geen zorgen, wij zijn dit van de politie gewoon.’

Ik was wakker geworden met het gevoel dat het allemaal een nachtmerrie was geweest.

Bloedbad, onderdrukking, machtsgreep, avondklok, noodtoestand, diefstal van het land. Maar het was realiteit. Seconden later voelde ik zelf de machteloosheid waarover activisten me hadden gesproken en besefte ik dat dit een ander Caïro was dan drie dagen geleden.

Generaal Sisi liet de teugels iets losser zodat de stad langzaam van gelaat kon veranderen, van oorlogszone naar leefomgeving. Maar elke avond trekt hij de teugels weer aan. Vanaf 17u lopen de straten leeg. Wagens en voetgangers haasten zich weg alsof het leven uit de straten wordt gezogen. De leegte die achterblijft, voelt aan als de terugtrekking van de zee net voor een tsunami.

Want ik zag groepen demonstranten die zich net dan klaarmaakten om de avondklok uit te dagen. Ik zag ook gewone jongeren prikkeldraad over wegen spannen, om de demonstraties buiten te houden. Die avond haastte ik me naar huis en sprong ik in een taxi. Overal in de straten stonden tanks met soldaten. Vele wegen waren afgesloten, waardoor op andere wegen een nog grote verkeersopstopping ontstond dan gewoonlijk. In Caïro is er geen grens aan de waanzin. Er kan altijd nog een schepje bovenop.

‘Waarom waag je je toch buitenshuis tijdens deze zwarte dagen’,

zuchtte de taxichauffeur. Als ratten in de val stootten we telkens weer op de blokkades van het leger. De ontplooiing was massaal. ‘De wegen zien er prachtig uit, vind je niet?’, vroeg hij cynisch, waarna hij de muziek oorverdovend luid zette. Om te vergeten? We reden uiteindelijk de hele ring van Caïro af om een afstand af te leggen die je normaal op een kwartiertje doet.

De meeste onderdanen gehoorzamen als papa Sisi elke avond de legertanks in beweging zet om de avondklok af te dwingen. Aan het eind van de volgende dag namen we de taxi naar het dichtstbijzijnde metrostation. We wachtten een kwartier, een half uur. Het perron stond vol met honderden wachtenden, erop gebrand om kost wat kost thuis te raken voor de avondklok of de kosten van een taxi te vermijden. Twintig pond staat voor hen gelijk aan twintig middagmalen.

Plots kraakte een stem door de luidsprekers van het station.

‘De laatste metro van deze dag komt zo dadelijk aan’. Wat de stem er niet aan toevoegde, was dat de hel zo meteen zou losbarsten. Iedereen zette zich schrap. De deuren gingen open en ik liet me met de massa mee naar binnen sleuren. Ik werd net niet platgedrukt tegen een ijzeren staaf in het midden van de wagon. Het geschreeuw werd één lange geluidsbrij. Niemand was vatbaar voor rede of wilde inzien, dat een ruimte die vol is, ook effectief vol is. De metro zette zich in beweging terwijl de deuren nog open waren en mensen eraan hingen. Zwetende mannen, huilende en hysterische vrouwen. Kinderen ook. Welcome to Egypt under curfew.

Buiten op het Ramses plein zag ik legertanks over het asfalt rollen waar vrijdag nog 40 mensen werden doodgeschoten. Je moet hier zijn om het te voelen, maar dit is een zich nog steeds ontwikkelende staatsgreep. ‘Tantawi en Morsi voerden ook een avondklok in, maar iedereen lachte die weg. We gingen expres na 19u voetballen of zo. Maar met Sisi is het menens. Als hij 19u00 zegt, is het 19u00’, zei een voorbijganger aan een blokkade in Gizeh.

Het Egypte onder generaal Sisi in 2013 is niet hetzelfde als dat onder Tantawi, het hoofd van de Hoge Raad van het Leger (SCAF) in 2012. De richting van de transitie is veranderd. In 2012 overzag het leger een interim-regering en de weg naar verkiezingen na een decennialange periode van dictatuur. In 2013 pleegde het leger een staatsgreep tegen een president die verkozen werd tijdens de revolutionaire transitie.

En nog een cruciaal verschil: de “terrorisme”-kaart wordt bovengehaald.

Dat is meestal een teken dat een soort van eindstrijd is ingezet: de terugkeer van de politiestaat, de Moslimbroeders die het spel meespelen met opruiende retoriek en geweld, en de politiestaat die zichzelf noodzakelijk maakt.

Maar zijn er ook gelijkenissen? In beide gevallen is het leger de redder van het land en laat het de bevolking geloven dat het een dictator afzette omdat het volk dat vroeg. En in beide gevallen probeert het leger het land te stabiliseren.

Volg even mee. Moebarak werd opgeofferd door het leger aan een revolutionair Egypte. Het leger kocht er revolutionair krediet mee.

Tantawi werd opgeofferd door het leger, president Morsi kocht er revolutionair krediet mee. Tantawi was als hoofd van de gehate SCAF immers een makkelijk en noodzakelijk offer voor het leger. Morsi kon hem enkel ontslagen omdat het leger zelf aanvoelde dat Tantawi’s houdbaarheidsdatum bereikt was. Opnieuw was het, net zoals het aftreden van Moebarak, geen resultaat van de revolutie, maar een bescherming van het oude regime en vooral, een ontlopen van gerechtigheid.

Weten wanneer een stap terug te zetten om in de coulissen te hergroeperen en later terug te slaan, daar is het leger deskundig in geworden.

Het leger kon ontsnappen aan gerechtigheid voor de moorden op demonstranten onder de SCAF. Morsi kon zijn imago van krachtdadig president, bereid in te gaan tegen de SCAF, opkrikken. Het was een deal tussen het leger en de Moslimbroeders. Wanneer misdadigers gerechtigheid ontlopen, worden zielen goedkoop. Toen Morsi Tantawi zijn ontslag en ereteken aanbood, verkocht hij de zielen van de slachtoffers van de revolutie, en zoals vandaag blijkt, van zijn eigen Moslimbroeders.

Want het leger keert zich nu tegen hen, en doodt hen, waarschijnlijk opnieuw zonder gerechtigheid: Morsi werd verwijderd door het leger in een angstig Egypte en het leger kocht er revolutionair krediet mee om opposanten uit te schakelen.

Inmiddels zijn vele mensen de SCAF vergeten. In de coulissen stoomden de generaals een nieuw gezicht klaar: generaal Sisi. Zo zie je dat het militaire bestuur van de gehate SCAF in de publieke opinie iets heel anders is dan het militaire bestuur van het geliefde leger. ‘De Hoge Raad onderdrukte ons, het leger beschermt ons’, hoor je wel eens. Maar eigenlijk is het hetzelfde. Een geniaal spel.

Ik bezocht het land zowel na de revolutie onder de SCAF, als na de staatsgreep onder generaal Sisi vandaag.

Nu blijkt dat een stabilisatie na een revolutie die volgt op 30 jaar onderdrukking, er heel anders uitziet dan een stabilisatie na een staatsgreep die volgt op amper 2 jaar revolutionaire transitie.

In het eerste geval probeert het heersende regime de hoop op snelle verandering te beheren. In het tweede geval probeert het regime één deel van de bevolking te traumatiseren om het de politiestaat door de strot te rammen, en het andere deel van de bevolking te indoctrineren opdat het de herinstallering van de gehate politiestaat, met gouverneurs van Moebarak en het leger, zou verwelkomen als was het een revolutionaire daad. Maar is dit voorlopige einde van het revolutionaire proces ook het einde van de revolutie? Waarschijnlijk niet.

Dit moet de eerste keer zijn dat generaals erin slagen een staatsgreep te plegen tegen een verkozen president – met alle externe kenmerken van een staatsgreep: verwijdering en vasthouding van de president op een geheime plaats, vervolging van de top van de partij van de president, angst opwekken door in de straten ongewapende mensen dood te schieten, politiegeweld en willekeurige arrestaties van demonstranten, installering van legerambtenaren op overheidsposities, noodtoestand en avondklok, ontplooiing van legertanks in de straten,… – én een groot deel van het volk ervan te overtuigen dat het geen contrarevolutionaire staatsgreep is, maar een verderzetting van de revolutie van het volk.

De Moslimbroeders zijn hypocriet als ze deze zelfde argumenten opperen.

Wie gelooft die mensen nog, die een paar maanden geleden zelf de politie gebruikten om betogers aan het presidentieel paleis dood te schieten toen Morsi daar nog op zijn stoel zat, die betogers bestempelden als “criminelen die de stabiliteit van de natie bedreigen” (net zoals het leger nu over hen spreekt) maar die beweren dat hun eigen betogingen een hoger doel dienen, die het leger hielpen wegkomen met moord op Egyptenaren toen die Egyptenaren hun tegenstanders waren maar nu luid roepen om internationale interventie en gerechtigheid als zij zelf het doelwit zijn, die nieuwe privileges gaven aan het leger dat hen nu bestrijdt, die de ziel van de slachtoffers verkochten aan de SCAF en daarmee hun eigen doodvonnis tekenden.

Het is die hypocrisie die ervoor zorgde dat vele Egyptenaren van het anti-leger kamp weinig tot geen sympathie voelen voor de Moslimbroeders. Ik was in Caïro tijdens het overhaaste referendum over de grondwet, dé periode waarin de Moslimbroeders het land naar hun hand probeerden te zetten en waarin ze tegelijk het land verloren. Vandaag ben ik in Caïro, tijdens dé periode waarin het leger het land naar zijn hand probeert te zetten.

Maar ook zij zullen dit land verliezen als ze zo doorgaan. Zolang islamisten, nationalisten of anderen de verkregen staatsmacht inzetten om de anderen uit te sluiten, blijft dit land in het donker. De samenstelling van de nieuwe Grondwetgevende vergadering bijvoorbeeld, sluit islamistische partijen uit, net zoals Morsi er in december 2012 een Grondwet door ramde zonder de vertegenwoordiging van niet-islamistische partijen.

De Moslimbroeders sloten deals met een machtig instituut dat nooit de intentie heeft gehad om hen het land te laten besturen en dat ook na de staatsgreep nooit de intentie heeft gehad om te onderhandelen over een inclusie van de Moslimbroeders.

Zoals de film zich nu afspeelt, zo had generaal Sisi hem al lang op voorhand geregisseerd. De enorm ver doorgedreven hi-speed demonisering van de Moslimbroeders is een strak geregisseerd spel waarin de media onder strikte richtlijnen opereren en consistent dezelfde verhaallijn verspreiden. En welk woord helpt beter bij het demoniseren dan het woord “terrorist”?

Ik hoorde het tijdens elke taxirit,

bijvoorbeeld onderweg naar de sloppenwijk Izbet Haggana, toen de chauffeur instemmend mompelde wanneer de nieuwslezeres van Radio Egypte, één van de grotere radiozenders, met neutrale stem het nieuws voorlas: ‘Soldaten werden gedood door terroristen. Egypte wordt bedreigd door terroristische organisaties, aangestuurd door de Moslimbroeders-terroristen. Het leger vraagt de steun van alle Egyptenaren: iedereen die een terrorist aantreft, moet dat melden aan de politie.’

Met poeslieve stem lanceerde generaal Sisi de klopjacht en plantte hij de haat. De posters van de generaal hangen overal. Heel makkelijk overtuigde hij miljoenen Egyptenaren ervan dat Morsi niet in het rijtje van heldhaftige Egyptische leiders past.

Mijn vertaalster Amal el-Rawy vertelde over de televisietoespraak van generaal Sisi gisteren: ‘Als je een Moslimbroeder tegenkomt, vraag hem dan vriendelijk of hij alsjeblieft wil stoppen met schade aan te richten in ons land. Dat zei hij. Mijn zus grapte dat Sisi zelfs romantischer was dan de films van Abdel Halim Hafiz. Hij speelde de rol van slachtoffer én beschermer meesterlijk. Iedereen had hem agressief verwacht, maar hij was delicaat. En veek mensen geloofden hem.’ Ik denk aan een paar memorabele toespraken van de Syrische president Bashar Assad. Egypte heeft nu zijn eigen Assad.

‘Waarom moeten ze onze kerken verbranden?’

‘Morsi mag van mij branden in de hel. Hij zorgt ervoor dat onze soldaten sterven, dat onze kerken in rook opgaan. Als ze moslims zijn, waarom nemen ze dan geen wraak op nachtclubs of zo?’ De taxichauffeur toonde geen medelijden.

De man weet niet dat zijn christelijke identiteit een instrument is in handen van dictators die bereid zijn de haat van extremistische moslims los te laten op het erfgoed van de christenen in het Midden-Oosten, en die de bescherming van de kerken stopzetten om sektarische spanningen op te wekken, om de christenen het gevoel te geven dat ze een vervolgde minderheid zijn, waardoor ze de bescherming van het regime zouden zoeken.

De Syrische president Assad gebruikt dezelfde tactiek. Aanvallen tegen christenen worden zelden onderzocht, maar opgelost via “verzoening”. Zo hoeft de waarheid nooit aan het licht te komen, en komt de overheid weg met een “veroordeling” van het geweld.

Onder Morsi predikten televisiezenders van de Moslimbroeders regelmatig haat tegen de christenen. Na de staatsgreep werden deze zenders gesloten, maar de Egyptische media begonnen zelf een extreem agressieve en gevaarlijke haatcampagne tegen de Moslimbroeders. Het framen van de Moslimbroeders die een “georganiseerde terreurcampagne tegen christenen” starten, past in deze strategie.

Onder invloed van de opruiing door de Moslimbroeders vallen islamisten uit woede kerken aan. De veiligheidsdiensten wisten dat dat zou gebeuren. En toch, net nu, trekken ze hun agenten terug die anders altijd aan de ingang van elke kerk staan. Ze leverden de christenen over aan geweld, terwijl het had kunnen worden voorkomen. Maar de beelden van vernieling die het opleverde, hielpen het regime in de framing van de Moslimbroeders als terroristen.

Lokale bisschoppen weten wat er gebeurt en wie verantwoordelijk is.

Zij zouden dus de waarheid naar buiten kunnen brengen, maar ze spreken er zelden over. Waarom niet? Omdat ze de richtlijnen van de koptische paus volgen. En die staat achter de politie en het leger die de bescherming van de kerken stop zetten. Alle instituten van de samenleving staan plots achter het leger. Dat is verdacht.

Elk regime dat zich vastklampt aan de macht, zijn macht opnieuw wil installeren, of een mogelijk onpopulair beleid wil doordrukken, kan een aanzienlijk deel van de bevolking om de tuin leiden door telkens opnieuw de terrorisme-kaart boven te halen. Generaal Sisi heeft dit misschien geleerd van het Amerikaanse leger, waar hij lang studeerde? Het prachtige woord werd immers goed en wel gelanceerd door de Amerikaanse president Bush om de bevolking zijn geostrategische plannen en overmoedige invasies in Irak en Afghanistan te doen slikken.

De Syrische president Bashar Assad is ook een goede leerling: al drie jaar lang helpt de zogenaamde oorlog tegen het terrorisme hem om aan de macht te blijven in een strijd zonder voorgaande. Nog het meest stuitend is dat mensen dit bedrog blijven slikken. Dat heeft misschien te maken met het slimme gebruik van een ander woord: “rebel”.

Het afzetten van de president was geen resultaat van de grote invloed van het volk, maar de voorbode van de moord op de invloed van het volk.

Vele Egyptenaren zijn te trots om voorbij het eigen grote gelijk te kijken en hun vergissing toe te geven, dat ze naïef waren en bedrogen werden, met woorden als “rebel”. Maar de rebellen hebben de slavernij weer ingevoerd. Slaven van angst, manipulatie, indoctrinatie, ontmenselijking en haat. Slaven van de generaals die hen dirigeren als marionetten.

Ik ging naar het geïmproviseerde mortuarium in de Iman-moskee en sprak er met de conciërge die alles met eigen ogen zag. ‘250 lijken, ik heb ze zelf geteld. De moskee lag vol, het leek wel een slachthuis’, zei de brave man. Hossam, een vriend van mijn verstaalster, was erbij. Hij is een wereldvreemde, naïeve, onwetende, brave jongen die niet wist dat er in Caïro mensen in middeleeuwse omstandigheden leven. Maar in deze moskee rook hij de dood en hoorde hij elk detail uit de mond van een ooggetuige. Later die avond op de metro, achterhaalde ik zijn politieke voorkeur. “Sisi good. I love Sisi”. En dan een brede, brave lach. Gruwel glijdt van deze mensen af als een druppel van een hete plaat.

De “Rebel”-campagne die de massale anti-Morsi protesten van 30 juni voorbereidde, lijkt steeds meer op de “propaganda-arm” van de generaals die aan hun staatsgreep een revolutionair sausje willen meegeven. Ofwel zijn de “rebellen” écht naïef en leven ze in een soort van droomwereld. Uit hun reactie op de vrijlating van Moebarak blijkt het laatste. Woordvoerders van “Rebel” spraken van een schande, dat de rechten van de martelaars met de voeten worden getreden, maar ze droegen zelf bij tot het klimaat waarin dit mogelijk werd gemaakt.

Er lopen nog rechtszaken tegen Moebarak en die zouden kunnen uitdraaien op een veroordeling. Hij werd vrijgelaten omwille van een juridisch-technisch aspect, terwijl de openbare aanklager makkelijk redenen had kunnen vinden om zijn voorlopige aanhouding te verlengen, zoals ze in april 2012 deden.

De verlenging van de aanhouding van toen was in overeenstemming met de politieke context van toen. Dat de openbare aanklager zich nu in staat voelt om de aanhouding niet te verlengen, is een teken aan de wand van een politiek-maatschappelijke context van de terugkeer van Moebarak’s regime.

En dat is een politiestaat.

Het leger beschermt het land niet tegen de “terroristische Moslimbroeders”, maar zet hen in scène als gemeenschappelijke vijand opdat het volk zich blindelings achter een contrarevolutionaire staatsgreep zou scharen. De Moslimbroeders zijn gewoon de juiste vijand, op het juiste moment, op de juiste plaats.

Hun politieke standpunten kunnen het leger gestolen worden: het publieke debat vandaag in Egypte gaat immers niet om de vele antidemocratische maatregelen van de Moslimbroeders onder Morsi, die de staatsgreep zogezegd zouden verantwoorden. De media zijn te druk bezig met hun extreem agressieve, sensationele, simplistische, overdreven, irrationele, gevaarlijke haatcampagne tegen de Moslimbroeders.

Nochtans begingen de Moslimbroeders genoeg misdaden waaruit het leger zou kunnen putten om de bevolking te informeren over hun antidemocratische en religieus-fanatische karakter. Om er slechts een paar te noemen: Morsi deed helemaal niks tegen de sektarische aanvallen op christenen en spande rechtszaken in tegen kritische journalisten.

Alle mensen die nog denken dat dit een ideologische strijd is tussen het leger en de Moslimbroeders, think again: dit is geen strijd om een seculiere of islamitische staat, maar de sluipende terugkeer van de politiestaat. De Moslimbroeders grijpen die kans natuurlijk aan om te beweren dat de islamitische staat het enige alternatief is, een staat waarvan de vorm en inhoud zouden variëren naargelang de belangen van de partij. En sommigen binnen de Moslimbroeders dromen waarschijnlijk al van een eigen leger om voor die staat te vechten. En zo zal de politiestaat zichzelf noodzakelijk maken.

De generaals hebben het eindspel van een plan in gang gezet, om de macht te grijpen en de bevolking daarin nog mee te krijgen ook. Europa zou dat snel moeten inzien. De Europese Unie verleende medewerking aan het zoeken van een politieke consensus, ook al was het toen al duidelijk dat dit niet de intentie was van de generaals.

We mogen anderzijds niet vergeten dat het democratische transitieproces er enkel kwam omdat het door de Egyptische revolutie werd afgedwongen. Het was geen resultaat van Europese druk. Waarom zou Europa nu dan ook niet meegaan met het business-as-usual scenario: akkoorden sluiten met wie ook de touwtjes in handen heeft en wie ook het land kan stabiliseren. Waarom zou generaal Sisi zich zorgen maken om Europa? Hij weet dat Europa jarenlang geen enkel probleem had met Moebarak, integendeel.

Die avond zochten we de grenzen van de avondklok op.

De minibus bracht ons tot aan het Sayeda Aisha plein, waar de chaos compleet was. Honderden mensen die zich uit de voeten probeerden te maken, minibusjes op te springen of op te kruipen, taxichauffeurs te doen stoppen die zelf het liefst in zeven haasten naar huis zouden gaan.

De minibus moest stoppen aan een blokkade van het leger. We stapten uit en gingen te voet verder. Soldaten op legertanks overzagen de massa die aan hun voeten voorbij stroomde. Het was inmiddels al half acht. Die avond ging ik in de rustige wijk Agouza frisdrank kopen in een buurtwinkeltje. Een man en een vrouw keken naar de televisie. Op het scherm stond in koeien van letters “Terrorism in Egypt”.

Sommige Egyptische activisten hebben de massaprotesten van 30 juni verkeerd ingeschat.

Tot voor kort leefden ze nog in de droom van een land waarin burgers voelen dat ze hun eigen leven in handen hebben, maar die droom werd door de mannen in zwart en kaki aan diggelen geslagen en vervangen door angst én blinde adoratie. Tientallen activisten en ooggetuigen waarmee ik sprak voelen voor het eerst sinds de revolutie weer ‘dat akelige gevoel van machteloosheid een onderdaan te zijn van een politiestaat’.

Met het gevecht in Caïro deze dagen willen zij niks te maken hebben. Na uren van deprimerend nieuws ging de televisie in ons appartement onverbiddelijk uit en werd overgeschakeld op het kanaal met domme Amerikaanse films. Buiten werden op dat moment mensen doodgeschoten.

De krachten van het oude regime hebben al twee jaar lang op de achtergrond gewacht, eerder dan dat ze verslagen in de ring lagen. Ze lieten de nieuwe krachten begaan, eerder dan dat ze werden weg geduwd. Van in de coulissen bereidden ze zich voor om met volle kracht terug te slaan, en dat is wat we nu zien: de contrarevolutie.

Maar als er iets positief is aan de terugkeer van de politiestaat, dan is het wel dat activisten nu inzien dat de maatschappelijke instituten tijdens de twee revolutionaire jaren nog sterk onder de controle van het oude regie stonden. Ze kennen hun vijand nu beter en weten welke instituten moeten worden hervormd, wil de revolutie enige kans op slagen hebben.

Ze zien het gemak waarmee de politie het weer overneemt. Of waarmee de media vervallen in hun oude rol van propaganda-instrument voor het regime, al even opvallend als de islamistische zenders van de Moslimbroeders die haat en polarisatie verspreidden. De rechters die een spel spelen om Moebarak vrij te krijgen. De regering die met groot gemak aan de kant wordt geschoven door het leger. En in het parlement en de grondwet zal het oude regime zijn belangen ongetwijfeld ook wel veilig stellen.

Zijn de depressieve gevoelens van de activisten die ik sprak een voorbode van het einde van de Arabische ontwaking?

De hoop die weer inslaapt? Dat lijkt onwaarschijnlijk. De donkere krachten van het verleden vergissen zich als ze denken dat ze over hetzelfde Egypte heersen als onder Moebarak. De revolutie van 25 januari 2011 was niet tsunami die iedereen had verwacht, het was slechts een jonge golf zonder vernietigende kracht. Maar sinds de revolutie vind je overal wel activisten die een soort van bewustzijn hebben bereikt en die anderen optillen.

Dat licht schijnt zelfs in de anders zo donkere wijken: de helft van de bevolking van Caïro woont in informele volkswijken die ontstonden en ontwikkelen zonder officiële stadsplanning. De armoede is er diep. Hun noden lagen aan de basis van één van de belangrijkste eisen van de revolutie van 2011: sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. Volkscomités van meestal jonge, verlichte activisten weigeren nog langer hun sociaaleconomische uitsluiting te aanvaarden en organiseren hun verwaarloosde volkswijken, soms echte sloppenwijken, bottom-up.

Het neoliberale en corrupte stadsontwikkelingsbeleid van de politieke en economische elite, dat miljoenen inwoners als obstakels beschouwt in plaats van als volwaardige inwoners, ging gewoon verder onder de Moslimbroeders en zal ook verder gaan onder Sisi. De 11 miljoen inwoners van Caïro’s informele wijken kregen zo goed als geen overheidsmiddelen, terwijl corrupte ontwikkelingsplannen miljoenen pompen in de kunstmatige woestijnsteden waar amper 800.000 mensen wonen.

Explosieve sociale relaties in Caïro zijn voor een groot deel een product van stadsinrichting.

Als de stadsontwikkeling deze wijken niet integreert en blijft segregeren, zou er hier wel eens een opstand kunnen broeien die de rest van Caïro kan verslinden. Wie ook aan de macht is in Egypte, zal hierop een duurzaam antwoord moeten bieden.

Freelance journalist Pieter Stockmans reist door Noord-Afrika en het Midden-Oosten, op zoek naar de hoop, angsten en verwachtingen van de mensen achter de revoluties. Met zijn collega Majd Khalifeh werkt hij aan een boek over vrijheid en geluk tijdens de Arabische ontwaking. Hij houdt een wereldblog bij op MO.be.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.