EU-Rusland: Maak de beer niet boos

Als voorzitter van de EU wil Polen opnieuw de banden aanhalen met de oostrand van Europa. Door de Arabische lente en interne financieel-economische uitdagingen leek de regio wel van de Europese agenda verdwenen. Op de achtergrond spelen de geopolitieke verhoudingen tussen Brussel en de Russische beer.

  • Kristof Clerix 'Op naar een Europa voor een welvarende toekomst': billboard in de Moldavische hoofdstad Chisinau. Kristof Clerix

Op 29 en 30 september brengt huidig EU-voorzitter Polen de staats- en regeringsleiders van de EU samen op een speciale top in Warschau. Daarop zijn ook zes voormalige Sovjetrepublieken uitgenodigd: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland. In 2009 zette de EU met die zes landen een samenwerkingsprogramma op, het Oostelijk Partnerschap. Eenvoudig gesteld: onder dat programma krijgen de landen geld van de EU in ruil voor politieke en economische hervormingen.

‘Het is ons beider belang dat hun politiek, juridisch, economisch en sociaal systeem zo compatibel mogelijk is met dat van de EU. Dat we handelsbarières opheffen, dat we de economische systemen en tarieven harmoniseren en dat we onze markten voor elkaar openstellen. ’ Aan het woord is de Slovaak Miroslav Lajcak, directeur Eastern Neighbourhood op de Externe Actiedienst (EEAS) van de EU –de nieuwe diplomatieke dienst onder leiding van Hoog Vertegenwoordiger voor Buitenlandbeleid Catherine Ashton.

‘In Armenië bijvoorbeeld helpen EU-experts de ministers en kabinetten om hun wetten aan te passen’, zegt Lajcak. ‘Daarnaast lopen er programma’s rond transport, milieu, sociaal- en arbeidsbeleid…’ Het budget voor het Oostelijk Partnerschap is 600 miljoen euro. Lajcak: ‘Maar daar moet je nog sectorale budgetten bijtellen. En bovendien is voor de periode 2011-2013 bijkomend 1,24 miljard euro toegewezen voor alle landen van het Oostelijk en Zuiders Partnerschap. Dat geld wordt verdeeld op basis van het meer-voor-meer-principe: landen die goed presteren, krijgen meer geld.’

‘2011 is kritiek jaar’

Wat is de inzet van de Warschau-top in september? ‘2011 is een kritiek jaar voor de EU-Oekraïnerelaties’ zegt Lajcak. ‘Een aantal data staan daarbij in het spotlicht: de 25ste verjaardag van het Tsjernobyl-ongeval, de 20ste verjaardag van Oekraïnes onafhankelijkheid, en hopelijk ook het afsluiten van een Associatieverdrag met de EU. Als je zo’n Associatieverdag afsluit, harmoniseer je jouw systeem met dat van de EU. Je belangrijkste strategische partner is dus de Europese partner.’

Voor alle duidelijkheid: zo’n Associatieverdrag leidt niét automatisch tot EU-lidmaatschap. Het enthousiasme om de Europese club verder oostwaarts te blijven uitbreiden, is niet bepaald groot op dit moment. Toch is 2011 een belangrijk jaar voor verdere toenadering tussen Oekraïne en de EU, want analisten vrezen dat het proces wel eens zou kunnen stokken als het er nu niet van komt. In 2012 vinden immers verkiezingen plaats in Oekraïne én Rusland –niet het ideale moment om de relaties met Brussel te bestendigen.

De verwachting is dat op de Warschau-top ook de banden met Moldavië verder worden aangehaald, zegt Bartek Nowak. De man is directeur van het Center for International Relations, een gerespecteerde denktank in Moskou. Nowak: ‘Moldavië is het enige land in de post-Sovjetruimte dat succesvol de uitdaging van de Europese transitie is aangegaan. De dynamiek is bovendien van binnenuit ontstaan, vanuit de maatschappij. Het is een hoopvolle testcase. Hopelijk wordt op de top dan ook vooruitgang geboekt in de gesprekken over een Associatieverdrag met Moldavië.’ Lajcak bevestigt de positieve houding tegenover Moldavië, ‘een van de voortrekkers van het Oostelijk Partnerschap’.

Minder euforisch klinken beide heren als het gaat over Wit-Rusland. Lajcak: ‘Minsk heeft zichzelf momenteel gediskwalificeerd van een normale dialoog en partnerschap met de Europese Unie. De vredevolle, stille protesten in het land zijn erg brutaal aangepakt. De eerste eis van de EU tegenover Wit-Rusland is dan ook de vrijlating van alle politiek gevangenen. Terwijl we onze visaban tegenover de elite handhaven (het blijft afwachten of zij welkom zijn op de top in Warschau, kc), hebben we wel het budget voor steun aan middenveldorganisaties verviervoudigd, van vier miljoen euro naar meer dan zestien miljoen euro.’

EU-Rusland: 1-0

De voorbije jaren toonde Moskou zich niet erg opgetogen over de oostwaartse uitbreiding van de Navo. Ook het Oostelijk Partnerschap van de EU vormt een element in de geopolitieke verhoudingen tussen Brussel en Moskou. ‘In officiële verklaringen zegt Rusland niets over het Oostelijk Partnerschap, maar in gesprekken met Russische functionarissen merk je wel dat ze het zien als een interferentie in hun invloedssfeer’, zegt Nowak. ‘Op het vlak van handelsverdragen is de competitie heel zichtbaar. Russisch premier Vladimir Poetin probeerde de Oekraïnse president Viktor Janoekovich te overtuigen zo’n handelsverdrag te ondertekenen met Rusland, Kazachstan en Wit-Rusland. Maar Janoekovich koos toch voor Europa. Het is dat soort competitie dat we vandaag moeten aangaan.’

Lajcak stelt echter dat het Oostelijk Partnerschap niet tégen Rusland gericht is: ‘Het feit dat die landen nauwere banden met de EU aangaan, betekent niet dat ze vijanden worden van Rusland. Integendeel. Wij proberen in onze communicatie met Rusland heel duidelijk te stellen dat partners die een stabiel politiek-economisch-sociaal systeem hebben, ook een voordeel betekenen voor Rusland. Ook Moskou heeft baat bij stabiliteit.’

Drie bevroren conflicten

Dat de zes landen van het Oostelijk Partnerschap wel degelijk de inzet vormen van een strategische belangenstrijd tussen Rusland en Europa, is allicht nog het meest zichtbaar in een aantal bevroren conflicten. Ze zijn de stille erfgenamen van een aantal oorlogen vlak na de implosie van de Sovjetunie, nu twintig jaar geleden. Je hebt het probleem van Transnistrië, een opstandige regio in Moldavië. Daarnaast is er de gewapende vrede tussen Armenië en Azerbeidzjan rond de enclave Nagorno-Karabach. En ten slotte zijn er Zuid-Ossetië en Abchazië, de facto onafhankelijk sinds de zogenaamde augustus-oorlog tussen Rusland en Georgië in 2008.

Lajcak: ‘De EU werkt actief rond die drie bevroren conflicten, die overigens geen deel uitmaken van het programma van het Oostelijk Partnerschap. Zowel wat Transnistrië als Nagorno-Karabach betreft, hebben we een overeenkomst met Rusland over waar we naartoe willen.’ Veel moeilijker ligt de kwestie-Georgië. ‘Het conflict rond Abchazië en Zuid-Ossetië heeft ons echt teruggeworpen en het wederzijds vertrouwen geschaad. Het was een heel, heel moeilijk punt en we zijn er nog niet voorbij. De posities van beide kanten zijn immers ongewijzigd.’

Lees het volledige interview met Miroslav Lajcak

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.