Lees later

Europa en VS spelen transatlantisch subsidiepingpong

In de aanloop naar de ministerconferentie van de
Wereldhandelsorganisatie (WHO) in het Mexicaanse Cancún wisselen Europese
en Amerikaanse handelsdiplomaten in steeds hoger tempo verwijten uit. Beide
partijen maken het welslagen van de cruciale landbouwonderhandelingen
afhankelijk van toegevingen aan de overzijde van de Atlantische Oceaan.
Europa heeft net zijn Gemeenschappelijk Landbouwbeleid hervormd en vindt
dat het nu de beurt is aan de Verenigde Staten. “Onze subsidies zijn nog
altijd kleiner”, repliceert Washington.

Stefania Bianchi . 28 juli 2003

De Europese Unie wil zijn landbouwbudget tot 2013 handhaven op 43,5 miljard
euro. Binnen twee jaar moet een systeem van vaste inkomenssteun de
subsidies vervangen die leidden tot overproductie en dumpingpraktijken op
de exportmarkt. De hervorming komt vooral de producenten van granen en
zuivel ten goede, relatief rijke landbouwstaten als Australië,
Nieuw-Zeeland, Argentinië, Brazilië en Indonesië. Voor Afrika is het nieuwe
Europese landbouwbeleid niet zo interessant.

De Amerikaanse toponderhandelaar Robert Zoellick en landbouwminister Ann M.
Veneman hebben de EU opgeroepen “de hervorming zo snel mogelijk te vertalen
in betekenisvolle voorstellen bij de WHO”. Europees handelcommissaris
Pascal Lamy trok meteen in de tegenaanval: “Nu moeten de Verenigde Staten
kleur bekennen. De subsidies in de nieuwe landbouwwet (Farm Bill) moeten
naar omlaag”.

De Farm Bill verhoogde vorig jaar de overheidssteun aan Amerikaanse boeren
met zeventig procent, tot 165 miljard euro voor de volgende tien jaar. De
Verenigde Staten verdedigen zich door te stellen dat Europa nog altijd meer
subsidies uitbetaalt. De VS geven per jaar niet meer dan 16,5 miljard euro
uit, Japan 26 miljard euro en Europa 52 miljard euro, zo berekende het
VS-landbouwministerie.

De Europese boeren zijn alvast niet onder de indruk van het Amerikaanse
argument en eisen dat de commissie geen euro meer toegeeft. “Twintig jaar
zijn de Amerikanen tekeer gegaan tegen het Europese landbouwbeleid”, zegt
John Dillon, voorzitter van de Ierse boerenbond, “Nu moet Europa in het
offensief tegen de Amerikaanse subsidies”.

Wanneer alle landbouwsubsidies, ter waarde van 305 miljard euro, worden
afgeschaft, levert dat de ontwikkelingslanden in vijf jaar 130 tot 350
miljard euro extra inkomsten op, zo berekende de Wereldbank. “De VS en
Europa spelen een gevaarlijk spelletje”, zo meent de Afrikaanse activist
James Shikwati-a van het Inter-Region Economic Network in Kenia. Ze
proberen hun boeren te sussen uit angst voor stakingen en betogingen.

VN-secrearis-generaal Kofi Annan zal in zijn rede op de ministerconferentie
in Cancún hoogstwaarschijnlijk scherp uithalen naar de subsidies.
“Ontwikkelingslanden krijgen sinds jaren de raad subsidies te schrappen om
de overheidsfinanciën weer gezond te maken”, zo zegt de VN-topman,
“Tegelijk ondergraven de rijke landen met hun subsidies de export van de
armere landen en doen zo de inspanningen op het vlak van
ontwikkelingssamenwerking
teniet”.

Economie

Politiek

Wereld

Nood aan meer MO*? Schrijf je in op onze nieuwsbrieven