Europa pakt invasieve soorten aan

Europa telt zo’n 12.000 vreemde dier- en plantensoorten, waarvan er 15 procent invasief of schadelijk zijn. Ze vormen de tweede grootste bedreiging voor de biodiversiteit, na het verlies van habitat. De schade kost de Europese economie bovendien naar schatting 12 miljard euro per jaar, onder meer door verlies van oogsten en schade aan infrastructuur.

Zwarte lijst

De commissie heeft nu een voorstel klaar om de drie schadelijkste 3 procent van die soorten aan te pakken. Een panel van deskundigen moet bepalen om welke soorten het gaat. Er komt ook een waarschuwingsysteem dat de snelle opkomst van nieuwe invasieve soorten moet detecteren.

Als een soort op de lijst terechtkomt, zijn de lidstaten verplicht om binnen het jaar maatregelen te nemen om de soort uit te roeien of verdere verspreiding tegen te gaan. Ze moeten ook de nodige actie ondernemen om het ecosysteem te herstellen.

De commissie benadrukt de nood aan samenwerking, zodat soorten die in het ene land bestreden worden geen kans krijgen om zich in een buurland te herstellen. “De strijd tegen invasieve soorten is een schoolvoorbeeld van hoe Europa beter wordt door samenwerking”, zegt commissaris voor Leefmilieu Janez Potočnik. “De regels die we voorstellen zullen de biodiversiteit beschermen en laten ons toe te focussen op de meest ernstige bedreigingen. Zo kunnen we de impact van nationale maatregelen verbeteren en maximale resultaten bereiken op een efficiënte manier.”

Grenzen

Europa wil bovendien strengere controles aan de grenzen om de import van verboden dier- en plantensoorten tegen te gaan. Dergelijke controles bestaan nu al in landen als de VS, Australië en Nieuw-Zeeland.

Ook de toevallige invoer van de invasieve soorten wordt aangepakt, bijvoorbeeld dieren en zaden die meereizen via het internationaal transport. De commissie maakt zich sterk dat de kosten voor de ingrepen veel lager zijn dan de schade die momenteel door de vreemde soorten wordt aangericht.