Europees Parlement waarschuwt voor grote hongersnood in Darfur

Vijf leden van het Europees Parlement reisden van 30 juni tot 6 juli rond in Darfur. Volgens Frithjof Schmidt van de Duitse Groenen brengt onveiligheid de verdeling van voedselhulp aan de 2,5 miljoen mensen die sinds het begin van het conflict op de vlucht zijn gedreven, in het gedrang. “Als de veiligheidssituatie niet snel gestabiliseerd wordt, zullen hulporganisaties zelfs geen basislevensmiddelen meer ter plaatse krijgen”, oordeelt Schmidt. “Er dreigt een hongersnood van een dramatische omvang.”
Vorige maand kondigde de Britse hulporganisatie Oxfam al aan dat het stilaan zijn activiteiten in Gereida stopzet, het grootste vluchtelingenkamp in Darfur waar meer dan 130.000 mensen onderdak hebben gevonden. Oxfam klaagt dat er te weinig wordt ondernomen tegen aanvallen op hulpverleners. Verscheidene andere hulporganisaties vinden het ook te gevaarlijk om nog in Darfur te werken.
Volgens Schmidt heeft de onveiligheid zowel te maken met de “aanhoudende terreur” die uitgaat van de Janjaweed - Arabische milities die naar algemeen wordt aangenomen het vuile werk opknappen voor de Sudanese regering - als met conflicten in de rebellengroepen die in opstand zijn tegen de regering in Khartoem.
“De toenemende fragmentatie van de rebellengroepen in ongeveer achttien rivaliserende facties brengt ook in toenemende mate de hulpverlening in het gedrang, zegt Schmidt. “Het is nauwelijks nog mogelijk afspraken te maken over humanitaire konvooien en bandieten worden een toenemende bedreiging.”
Schmidt verwacht geen spoedige verbetering. De “hybride vredesmacht” die de VN en de Afrikaanse Unie (AU) op de been willen brengen, kan volgens hem nog acht tot achttien maanden op zich laten wachten. Hij pleit voor een uitbreiding van het mandaat van de 5.000 AU-soldaten die nu in Darfur zijn, zodat ze actief burgers kunnen beginnen te beschermen.
Schmidt vindt dat de EU “significant” moet bijdragen aan de financiering van de vredesmissies voor Darfur. Voor de periode 2004-2006 pompten de EU en haar lidstaten al 400 miljoen euro in de AU-missie.
De resolutie van het Europees Parlement beschuldigt Khartoem ervan het wapenembargo dat de VN tegen Sudan afkondigde, flagrant te schenden. Het EP dringt er bij China, de grootste afnemer van aardolie uit Sudan, op aan geen wapens meer naar het land te exporteren en zich niet langer te verzetten tegen VN-sancties tegen Khartoem.
De EU en de Europese lidstaten zelf moeten volgens de resolutie economische en diplomatiek sancties afkondigen. Sudanese beleidsmakers en militairen die verantwoordelijk zijn voor het geweld in Darfur, kunnen onder meer getroffen worden door een visumverbod en het bevriezen van buitenlandse bankrekeningen.
De Europese Parlementsleden eisen ook dat Khartoem zijn minister van Humanitaire Zaken, Ahmad Muhammad Arun, en Janjaweedvoorman Ali Kushayb, uitleveren aan het Internationaal Strafhof in Den Haag. De twee werden door dat hof in februari aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
De Europese Unie is de belangrijkste humanitaire donor voor de inwoners van Darfur. De Unie heeft dit jaar al voor 285 miljoen euro hulp toegezegd. Maar volgens de Franse Europarlementariër Thierry Cornillet is er ruimte voor meer. “Het belangrijkste is levens redden. We moeten de humanitaire hulp opvoeren en tegelijkertijd niet vergeten dat er een politieke oplossing moet komen voor het conflict.”