Europees suikerbeleid smaakt Brazilianen te bitter

Brazilië en de ACP-landen 77
ontwikkelingslanden uit Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan die op
speciale steunmaatregelen van de EU kunnen rekenen - staan met getrokken
messen tegenover elkaar. Inzet van het conflict is suiker. Brazilië, de
grootste suikerproducent ter wereld, is van plan het arbitragemechanisme
van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) in werking te zetten om een einde te
maken aan de “concurrentievervalsende subsidies” waarop Europese
suikerproducenten kunnen rekenen. Maar daarmee komt meteen ook de Europese
voorkeurbehandeling voor suikerproducenten uit de ACP-landen onder vuur.


De Braziliaanse interministeriële Kamer van Buitenlandse Handel besliste
vorige donderdag de WHO binnen afzienbare tijd te vragen een speciale jury
aan te duiden. Deze ‘arbitragecommissie’ dient de wettelijkheid te
onderzoeken van de Europese subsidies voor suikerexport. Ze moet meteen ook
buigen over een tweede steen des aanstoots voor de Brazilianen: de
Amerikaanse subsidies voor katoenproducenten. In het suikerdossier heeft
Brazilië de steun van Australië, maar het land wil nog twee maanden wachten
met de effectieve aanvraag - wellicht schaart ook Thailand zich in die tijd
aan Braziliaanse zijde. Het verzoek van de Braziliaanse regering zou een
nieuwe stap vormen in het proces van de geschillenregeling van de WHO: de
raadplegingfase is dan achter de rug, de beslissende arbitragefase kan
beginnen.

Het voornemen van de Braziliaanse regering stuit vanuit verschillende
hoeken op hevig protest. De ACP-landen vrezen dat de Brazilianen hun slag
zullen thuishalen, wat een einde zou maken aan de gunstige voorwaarden
waarvan hun suikerproducenten in de EU kunnen genieten. Vertegenwoordigers
van Mauritius, Fiji, Guyana, Swaziland en Belize spraken vorige week in
naam van 17 suikerexporterende ACP-landen die angst uit. De inkomsten van
de suikeruitvoer naar Europa zijn volgens hen “levensnoodzakelijk en
onvervangbaar” voor hun economieën. De EU betaalt de ACP-landen voor hun
suiker de artificieel hoge prijs die ook voor de Europese boeren geldt en
drie keer hoger ligt dan de wereldmarktprijs.

Ook EU-Commissaris voor Handel Pascal Lamy uitte zijn bezorgdheid. Hij
waarschuwde de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva dat de
Braziliaanse initiatieven bij de WHO in de eerste plaats de ACP-landen
zouden treffen. Op die wijze tracht de EU de onenigheid tussen Brazilië en
die andere ontwikkelingslanden aan te wakkeren en uit buiten.

De Braziliaanse overheid repliceert dat haar klacht bij de WHO niet gericht
is tegen de Europese gunstvoorwaarden voor ACP-suiker en bijgevolg deze
vorm van Europese ontwikkelingshulp niet hoeft te schaden. Doelwit van de
actie is in de eerste plaats de Europese politiek van exportsubsidies. De
EU voert jaarlijks meer dan anderhalf miljoen ton niet-geraffineerde
ACP-suiker in voor ongeveer 620 euro per ton, en exporteert die na
raffinage naar andere markten voor 200 euro per ton. Boven op de ACP-suiker
komt de 3,6 miljoen ton eigen productie die ook zwaar onder de prijs
verkocht wordt. Door die dumpingpraktijken wordt de wereldmarkt volgens de
Brazilianen helemaal scheefgetrokken.

Het handelsakkoord van de EU met de ACP-landen komt door de Braziliaanse
actie eigenlijk niet in gevaar, zegt Elizabete Serodio, adviseur
internationale onderhandelingen voor UNICA, de koepelorganisatie die bijna
zeventig procent van de Braziliaanse suikerboeren vertegenwoordigt. Volgens
haar wijst een rapport van het Europese Rekenhof van eind 2002 erop dat de
noodzakelijke wijzigingen in het Europese suikerbeleid op de binnenlandse
productie moeten worden gericht, en dus niet op de invoerakkoorden met de
ACP-landen. Bovendien bepalen de EU-ACP-akkoorden van Lomé en Cotonou
uitdrukkelijk dat de ‘suikerdeal’ voor een niet-gespecifieerde periode
geldt en enkel in onderlinge overeenstemming gewijzigd kan worden. De druk
die de EU - ook via de ACP-landen - uitoefent, mag dan wel legitiem zijn,
voor Serodio is de actie van Brazilië en andere exporteurs dat evenzeer. De
concurrentievervalsende exportsubsidies van de EU kosten Brazilië volgens
analisten immers een half miljard euro per jaar.

De ‘suikeroorlog’ is niet het eerste geschil waarbij ontwikkelingslanden
tegenover elkaar komen te staan. Enkele jaren geleden richtten Ecuador en
Colombia zich tijdens de ‘bananenoorlog’ tegen de Europese
voorkeurbehandeling van ACP-bananen. Volgens Rubens Ricupero,
secretaris-generaal van de VN-Handel- en Ontwikkelingsconferentie (UNCTAD),
zullen zulke situaties in de toekomst vaker voorkomen. Een ongelijke
behandeling door de rijke landen leidt tot dit soort confrontaties tussen
ontwikkelingslanden, waarbij de concurrentie primeert en elk land zijn
eigen grondstoffen en landbouwproducten tracht te slijten. Ricupero pleit
voor de wegwerking van dergelijke discriminaties. Arme landen moeten in
relatieve zekerheid kunnen ontwikkelen en de kans krijgen te specialiseren
in hun sterkste sectoren. In de ‘suikeroorlog’ hebben de kleinere
ACP-landen dan weinig kans: volgens Ricupero rendeert suiker enkel bij
productie op zeer grote schaal, en daar is enkel in echt grote landen
voldoende plaats voor.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.