Europese windmolens passeren magische grens van 100 gigawatt

De Europese Vereniging voor Windenergie (EWEA) berekende dat de Europese windenergiesector ongeveer twintig jaar tijd nodig had om de grens van 10 gigawatt te bereiken. Maar nadien deed de sector er in nauwelijks dertien jaar nog eens 90 gigawatt bij.

De helft van de nieuwe capaciteit werd de laatste zes jaar geïnstalleerd, onder meer het windmolenpark Anholt voor de kust van Denemarken, dat alleen al goed is voor 400 megawatt.

39 kerncentrales

Met 100 gigawatt, of 100.000 megawatt, of 100 miljoen kilowatt, kun je een heel jaar 57 miljoen gezinnen van stroom voorzien, “het equivalent van 39 kerncentrales”, zegt de EWEA.

“Om Europa’s jaarlijkse windenergieproductie te evenaren zou je jaarlijks 72 miljoen ton steenkool moeten verbranden in steenkoolcentrales”, zegt Christian Kjaer, ceo van EWEA. “Om die hoeveel steenkool op treinen te laden zou je 750.000 wagons nodig hebben, die samen 11.500 kilometer lang zijn – de afstand van Brussel naar Buenos Aires in Argentinië.”
Die 72 miljoen ton steenkool ontginnen, vervoeren en verbranden zou 219,5 ton CO2 in de lucht brengen.

Half miljoen banen

Volgens de EWEA is de Europese windenergie-industrie in 2010 tweemaal zo snel gegroeid als de Europese economie als geheel. In dat jaar droeg de windenergiesector 32 miljard euro bij aan de Europese economie. Daarmee groeide het aandeel van de sector in het bruto binnenlands product van de Europese Unie met een derde in nauwelijks drie jaar tijd.

EWEA maakt zich sterk dat de crisis geen vat heeft op windenergie. De organisatie voorspelt dat er tegen 2020 meer dan een half miljoen mensen tewerkgesteld zullen zijn in de sector, en tegen 2030 zelfs bijna 800.000.