Falende Afghaanse gezondheidszorg doodt elke dag 70 moeders en 700 kinderen

In het nieuwe Afghanistan komen vrouwen veel meer aan bod dan ooit voordien, zei de Afghaanse president Hamid Karzai dinsdag nog aan het Europees Parlement. Zijn minister van Vrouwenzaken Massouda Jalal hield dezelfde dag een toespraak tijdens de openingsceremonie van de conferentie van de Beweging van Niet-Gebonden Landen (NAM) in Kuala Lumpur, maar bij haar was het optimisme ver zoek.

Drie jaar na het verdrijven van de Taliban gaan nog steeds zes op tien Afghaanse meisjes niet naar school en leeft 70 procent van de gezinnen in extreme armoede, zei de minister. Een Afghaanse vrouw wordt gemiddeld maar 44 jaar oud. Wij hopen dat de Niet-Gebonden Landen ons kunnen helpen. Onze mensen hebben hulp nodig… help ons alstublieft met ontwikkelingsprogramma’s.

Met haar vraag naar ontwikkelingshulp van de NAM schrijft minister Massouda Jalal meteen geschiedenis. De NAM werd in 1961 opgericht in het midden van de Koude Oorlog, als een derde groep van landen naast het Westelijke en het Sovjetblok. Het einde van de Koude Oorlog liet de groep van 116 landen die uit vooral Afrika, Azië en Latijns-Amerika achter met een groot vraagteken over hun beweging. Met de huidige conferentie over vrouwen in een globaliserende samenleving zoekt de beweging een tweede adem en nieuwe thema’s.

De openingstoespraak door de Maleisische premier en huidig voorzitter van de Beweging, Abdullah Badawi, werd gisteren bijgewoond door ministers en afgevaardigden uit zo’n 80 landen. Hij riep op tot aandacht voor de ravage die aids aanricht onder vrouwen en kinderen. Daarnaast had hij het over de benarde positie van moslimvrouwen. Hun uitbuiting blijft onveranderd of wordt zelfs verergerd door onwetendheid, moslimfundamentalisme en globalisering. De voorzitter stelde voor een NAM-centrum voor gender en ontwikkeling op te richten. (ADR/PD)