Frisdrankgiganten aangesproken op kinderarbeid

Tussen 5.000 tot 30.000 kinderen, sommigen niet ouder dan acht, werken in de suikerrietplantages in El Salvador, zo schat HRW. Kinderarbeid is er bij wet verboden, zo staat in het rapport ‘Een oogje dichtknijpen’, maar wordt in de praktijk niet vervolgd. De Salvadoraanse wet laat immers toe dat kinderen ingezet worden als ‘helpers’ - een achterpoortje waarvan de sector massaal gebruikmaakt. Minderjarigen die zich verwonden met de machetes waarmee suikerriet gekapt wordt, moeten zelf voor de medische kosten opdraaien.

Kinderarbeid is schering en inslag op de suikerrietplantages in El Salvador, zegt Michael Bochenek van de afdeling kinderrechten van HRW. Bedrijven die Salvadoraanse suiker aankopen, moeten dat beseffen en verantwoordelijk genoeg zijn om daar wat aan te verhelpen.

Het rapport van HRW is het elfde op rij over kinderarbeid. Ngo’s volgen de jongste tijd een strategie om multinationals aan te zetten tot meer aandacht voor de omstandigheden waarin hun producten, of onderdelen daarvan, worden gemaakt. De grote chocoladefabrikanten zwichtten vorig jaar voor de publieke druk en tekenden een akkoord om toe te kijken op de cacaoplantages in West-Afrika. Oorspronkelijk pareerden ze de kritiek met het argument dat ze hun cacao aankopen via een ketting van tussenhandelaars, maar uiteindelijk zorgden ze zelf voor meer transparantie.

Ook Coca-Cola kan op het argument van de tussenhandelaars beroepen. De frisdrankgigant heeft geen plantages in het Centraal-Amerikaanse land en koopt evenmin rechtstreeks suiker aan in El Salvador. Coca-Cola koopt zijn suiker aan bij Central Izalco, de grootste Salvadoraanse suikerfabriek. Andere bedrijven die bij naam genoemd worden, zijn Amerop Sugar Corp, Cargill, Inc, Glencore International AG, Louis Dreyfous Corp en Marubeni Corp.

Suikerrietkappen is geen kinderspel, het één van de gevaarlijkste jobs in de landbouw: het gebeurt met machetes en andere scherpe werktuigen, onder de vlakke zon en tegen een hels tempo. Doordat het werk fysiek zo zwaar is, gebeuren er regelmatig ongelukken. Daarbij komt nog dat plantages eerst afgebrand worden, wat het risico op brandwonden en ongezonde rookontwikkeling groot maakt. Ook meisjes worden trouwens tewerkgesteld in de plantages, niet om te kappen maar om te planten. Echt gevaarlijk is dat werk niet, maar het is wel fysiek uitputtend. En net als de jongens interfereert de praktijk met hun schoolwerk. Kinderen die worden ingezet om te helpen bij de suikerrietoogst, blijven maanden thuis van school en vallen uiteindelijk helemaal uit de boot. (MM/ADR)