Gaten in de exportcontrole

Om de verspreiding van nucleaire technologie tegen te gaan, moeten landen nauw toezien op de export van gevoelige goederen. Maar terwijl alle ogen op Iran gericht zijn, slaagden ondernemingen uit Leuven en Mechelen er zonder problemen in hoogtechnologisch materiaal aan Israël te leveren. De Belgische en Vlaamse controlediensten wisten van niets, de Amerikaanse overheid legde boetes op.

Bedrijven mogen niet zomaar willekeurig welk product exporteren. Niet alleen voor wapens zijn voorafgaande vergunningen vereist, ook voor goederen voor tweeërlei gebruik (dual use). Dat zijn producten die mogelijk voor militaire doeleinden kunnen worden gebruikt.

‘Tijdens de Koude Oorlog controleerde het Westen de export van een aantal gevoelige producten om te voorkomen dat ze in handen van het Warschaupact zouden vallen. Dat gebeurde toen door het CoCom’, zegt onderzoeker Nils Duquet van het Vlaamse Vredesinstituut. ‘Na de val van de Muur stelde het Wassenaar Arrangement een wereldwijd controleregime in om de verspreiding van wapens tegen te gaan.’

Op basis van Wassenaar en andere internationale controleregimes zoals de Nuclear Suppliers Group, het controleregime op rakettentechnologie MTCR en de Australië-groep (over chemische en biologische wapens) hebben deelnemende landen lijsten opgesteld met producten waarvoor bedrijven exportvergunningen moeten aanvragen.

Dat exportcontrole een bijzonder gevoelige materie is, blijkt uit de Epsi-affaire. Eind 2004 exporteerde het bedrijf Epsi uit Temse een isostatische pers (een toestel om voorwerpen in samen te drukken) naar Iran. De Amerikaanse CIA oordeelde dat zo’n toestel gebruikt kan worden bij de productie van kernwapens en probeerde de export te verhinderen –tevergeefs. De zaak leidde tot een hevig debat in het parlement. Het Comité I, dat namens de Senaat de Belgische inlichtingendiensten controleert, opende een onderzoek. De dag voor het zijn rapport bekendmaakte, nam Koen Dassen ontslag als baas van de Staatsveiligheid.

MO* achterhaalde dat – uitgerekend in de periode dat de Epsi-affaire breed werd uitgesmeerd in de pers – twee andere bedrijven vanuit België dual use goederen hebben geëxporteerd zonder de nodige exportvergunningen.

Amerikaanse inspecteurs in mechelen

De Amerikaanse dochterfirma Telogy International NV, gevestigd op het Omega Business Park in Mechelen, was gespecialiseerd in het correct afstellen van gebruikte meetapparatuur. Het bedrijf kocht gebruikte toestellen op en keek ze elektronisch en mechanisch na, om ze daarna te verhuren of verkopen. In zijn klantenbestand stonden klinkende namen zoals Thomson, Motorola, Siemens en Philips. Daarnaast herijkte het lab van Telogy ook meettoestellen voor bedrijven zoals Alcatel, Barco en Imec. Telogy telde een dertigtal werknemers.

Tussen 2003 en 2007 exporteerde Telogy een aantal oscilloscopen naar Israël, onder meer naar defensiegerelateerde firma’s. Oscilloscopen zijn elektronische meetinstrumenten die een elektrisch signaal optekenen van een of ander verschijnsel en dat signaal vervolgens laten zien op een scherm. Omdat Telogy een Amerikaans bedrijf is én omdat oscilloscopen mogelijk gebruikt kunnen worden bij de ontwikkeling van kernwapens, had Telogy in de VS exportvergunningen moeten aanvragen. Dat deed het bedrijf niet.

Via een controle op het Amerikaanse moederbedrijf van Telogy International NV kwam het Bureau of Industry and Security (BIS) de zaak op het spoor. Dat agentschap is verantwoordelijk voor de Amerikaanse exportcontrole op dual use-goederen, -software en -technologie. Vervolgens zakten twee Amerikaanse inspecteurs naar Mechelen af en keken de papieren van het dochterbedrijf in.

Op 9 maart 2010 sloot Telogy een minnelijke schikking met het Bureau of Industry and Security. MO* kon het document inkijken. In de schikking gaat Telogy akkoord met een boete van 340.000 euro. Als bijlage bij de minnelijke schikking zit een ‘tabel van overtredingen’: een overzicht van 22 gevallen van export van oscilloscopen van België naar Israël, toestellen van het merk Tektronix, Agilent en Lecroy. De waarde van de toestellen varieert van 1327 euro tot 47.000 euro.

Faillissement

Hamvraag: hoe is heel die zaak in België gevolgd? Wanneer een bedrijf vanuit Vlaanderen goederen voor tweeërlei gebruik wil exporteren, moet het van het Vlaams Gewest een exportvergunning verkrijgen. Voor nucleair gerelateerde producten moet het ook bij de Canvek een machtiging aanvragen. Dat is de federale Commissie van Advies voor de Niet-Verspreiding van Kernwapens.

Binnen het Vlaams Gewest is minister-president Kris Peeters bevoegd voor de materie. Kabinet minister-president Peeters: ‘In 2010 is de dienst Controle op Strategische Goederen door de Belgische ambassadeur in Israël via Buitenlandse Zaken geïnformeerd over het onderzoek door het Bureau of Industry and Security. Vervolgens heeft die dienst onderzoek gedaan naar de oscilloscopen in kwestie. Vaststelling: ze waren niet vergunningsplichtig volgens de Europese regelgeving. En dus hoefde Telogy bij het Vlaams Gewest geen vergunning aan te vragen. De daadwerkelijke controle op de export vanuit België gebeurt door de douane. De dienst Controle op Strategische Goederen heeft het bedrijf wel uitgenodigd voor een gesprek. Daarop liet Telogy via zijn advocaat weten dat het in vereffening was en dat er geen activiteiten meer plaatsvonden. Daarom is het onderhoud niet doorgegaan. In mei 2011 vroeg Telogy het faillissement aan.’

Wetgeving omzeild

Opmerkelijk: Buitenlandse Zaken informeerde destijds wel het Vlaams Gewest over heel de zaak, maar niét de Canvek – nochtans een federale commissie waar Buitenlandse Zaken nota bene zelf in zetelt. De Canvek is in het leven geroepen om te verhinderen dat nucleaire materialen, installaties, technologieën of goederen voor tweeërlei gebruik in het nucleaire domein aangewend zouden worden voor de ontwikkeling of vervaardiging van kernwapens. Na advies van Canvek kan de federale minster van Energie Belgische bedrijven de vereiste exportmachtiging toekennen.

Dat de Canvek niet geïnformeerd werd, wijst erop dat de informatiedoorstroming niet optimaal verloopt. En dat terwijl een sluitende controle staat of valt met efficiënte informatie-uitwisseling.

‘Het is duidelijk dat Telogy de Amerikaanse wetgeving heeft omzeild door uitvoer te organiseren via haar dochtermaatschappij in België.’

‘Telogy heeft géén machtiging aangevraagd bij de Canvek’, zegt voorzitter Theo Van Rentergem. ‘Aangezien oscilloscopen uit de lijsten zijn geschrapt was er géén Vlaamse exportlicentie nodig. Strikt genomen had Telogy bij de Canvek wél nog een machtiging moeten aanvragen. Al zou het wellicht moeilijk verdedigbaar geweest zijn een firma te verplichten een aanvraag in te dienen wegens de schrapping uit de internationaal aanvaardbare richtlijnen. In ieder geval staan de oscilloscopen in de VS wél nog onder exportcontrole. Het is dus duidelijk dat de firma Telogy de Amerikaanse wetgeving heeft omzeild door een uitvoer te organiseren via haar dochtermaatschappij in België.’

Ironie van het lot

‘Het is niet de eerste keer dat een Belgisch bedrijf meetapparatuur levert aan Israël’, zegt Luc Barbé, auteur van het internetboek België en de bom, dat de Belgische bijdragen aan het wereldwijde kernwapenarsenaal gedetailleerd in kaart brengt. ‘In de jaren zestig leverde het bedrijf Tracerlab meetapparatuur voor de geheime plutoniumreactor van Dimona. Ironie van het lot: ook toen ging het om een filiaal van een groot Amerikaans bedrijf dat in Mechelen gevestigd was en na een paar jaar werd gesloten. Het ging om een opmerkelijke bijdrage aan het Israëlische nucleaire programma.’

En dan is er nog de “Plumbat-affaire”: in 1967 liet de Israëlische geheime dienst Mossad ongemerkt 200 ton Belgisch uranium van Union Minière verdwijnen, dat uiteindelijk gebruikt werd voor de productie van Israëlische kernwapens. Barbé: ‘Ik vind het verbazend en verontrustend dat er nog altijd Belgische bedrijven zijn die hoogtechnologische goederen naar Israël uitvoeren, dat het Non-Proliferatieverdrag niet ondertekend heeft en waarvan iedereen weet dat het kernwapens bezit.’ Barbé noemt de export door Telogy een ernstige zaak. ‘Het gaat hier over dual use, mogelijk voor een nucleair programma. Dat is toch van een andere orde dan salmonella in de pitabar van Houthalen-Helchteren. Staatssecretaris van Energie Melchior Wathelet en Vlaams minister-president Kris Peeters moeten het hele dossier op tafel leggen. Wij hebben het recht om te weten hoe de vork precies in de steel zit.’

Niet in orde

JSR Micro NV, dochteronderneming van het Japanse bedrijf JSR, is gevestigd in Leuven en telt zo’n negentig werknemers. Het verkoopt onder meer fotoresists, een soort vernis opgelost in een oplosmiddel met een fotogevoelige component. ‘Vervolgens kun je er patronen op belichten. Op die manier kun je fotoresists gebruiken om geheugenchips te maken’, zegt algemeen directeur Bruno Roland. ‘Het gaat om kant-en-klare oplossingen die heel nauwkeurig gefilterd moeten worden. Hoogwaardig materiaal dus, waarin veel knowhow is verwerkt.’

Fotoresists worden verkocht in flessen van één of vier liter, de prijs kan variëren van enkele honderden tot enkele duizenden euro per fles. Roland: ‘Fotoresists worden gemaakt voor civiele toepassingen, maar in principe zou je ze ook voor wapens kunnen gebruiken – denk aan geïntegreerde schakelingen om raketten aan te sturen.’

Volgens het Bureau of Industry and Security heeft het Amerikaanse zusterbedrijf JSR Micro Inc in California tussen januari 2004 en september 2005 in 18 gevallen fotoresists naar Israël geëxporteerd zonder de vereiste licentie. De export verliep via JSR Micro NV in Leuven.

JSR Micro Inc sloot op 23 augustus 2007 een minnelijke schikking met het Bureau of Industry and Security. Daarin gaat het akkoord met een boete van 210.000 euro. Roland: ‘Nadat gebleken was dat JSR Micro Inc in de VS in overtreding was, hebben we in België op eigen initiatief de exportvergunningen geregulariseerd. We hadden in ons papierwerk een aantal tekortkomingen ontdekt, exportvergunningen die niet in orde waren. We hebben in bepaalde situaties niet goed ingeschat dat zo’n exportvergunning nodig was. Bestemming waren Israëlische bedrijven uit de IT-sector.’

Volgens Canvek-voorzitter Theo Van Rentergem vallen de fotoresists van JSR Micro NV niet onder de Belgische wetgeving betreffende de uitvoer van nucleaire goederen. ‘Ze zijn in België dus niet aan de nucleaire exportcontrole onderworpen.’

Doortastend

‘De VS zijn doortastender dan België’, zegt onderzoeker Nils Duquet van het Vlaamse Vredesinstituut. ‘Door hun sterke positie wereldwijd kunnen de VS het eindgebruik van goederen ook echt controleren.’ Dat blijkt ook uit de feiten. Een recenter voorbeeld: op verzoek van de Amerikaanse douane hield België begin 2011 een partij dual use-goederen tegen. Het ging om kunststofvezels en drukmeters afkomstig uit de VS en onderweg naar Iran. Een delegatie van de US Customs kwam speciaal naar Antwerpen om, samen met een expert van het Vlaams gewest, uit te maken of de goederen naar Iran mochten. De uitvoer werd afgeblazen.

‘Ook in de sancties zijn de Amerikanen doortastender’, zegt Duquet. ‘De boete die het bedrijf Telogy uit Mechelen kreeg, was gericht op responsabilisering: een groot deel van de boete moest niet betaald worden als het bedrijf zich voortaan aan de exportwetgeving zou houden. Soms hoeven Amerikaanse bedrijven een deel van hun boete niet te betalen als ze investeren in interne regelhandhavingprogramma’s. Idealiter zouden Belgische bedrijven ook meer aan zulke interne controle doen. Maar eenvoudig is dat niet. De Europese dual use-lijst is een kluwen van driehonderd pagina’s. In de loop der jaren verdwijnen sommige producten van de lijst, andere komen erbij. Eigenlijk zouden bedrijven constant moeten nagaan of de producten die zij exporteren vergunningsplichtig zijn. Voor kleinere bedrijven is dat niet eenvoudig.’

Volgens Duquet investeert de Vlaamse overheid via de Kamers van Koophandel in dienstverlening op dit punt. Duquet: ‘Ze probeert de vergunningsplichtige bedrijven te bereiken en bewust te maken. Maar het is moeilijk om iedereen op de hoogte te brengen van de plicht om vergunningen aan te vragen. Er bestaan momenteel immers geen lijsten met Belgische bedrijven die dual use-producten maken. Het gaat bijvoorbeeld om bedrijven uit de chemische sector of om bedrijven die meetapparatuur produceren of cryptologie ontwikkelen om informatie te beschermen. Het grootste deel van hun producten is niet vergunningsplichtig.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.