Gaza kampt met rioleringscrisis

Fouten in het ontwerp, afgebroken ontwikkelingsprojecten en de uiterst moeilijke invoer van broodnodige wisselstukken hebben het rioleringssysteem in Gaza geen goed gedaan. De riolen kunnen het afvalwater van de snel groeiende bevolking niet meer slikken en daardoor komt ongezuiverd water rechtstreeks in zee, in de grond en in het grondwater terecht. De aanhoudende problemen met energievoorziening maken de crisis nog erger.
Verschillende ontwikkelingsprojecten die in de jaren negentig werden opgezet om de capaciteit van het rioleringsnetwerk te verhogen, werden gehinderd door een golf van geweld na 2000. De verkiezingen van Hamas in 2005 en de daaropvolgende internationale boycot betekenden voor veel projecten de genadeklap. Israël beschuldigt de Palestijnen ervan de rioleringspijpen te gebruiken voor de bouw van Kassamraketten en laat op de grensovergangen naar Gaza geen nieuwe pijpen toe.
De drie werkende installaties waarover Gaza momenteel beschikt, zijn absoluut niet voorzien op de hoeveelheid rioolwater dat ze te verwerken krijgen. De installatie in Beit Lahiya, in het noorden, is zo overbelast dat er een rioolmeer van dertig hectare ontstaan is. Een kleiner meer, dat het grote meer moest ontlasten, brak in 2006 door de dijken. Het rioolwater overspoelde een nabijgelegen dorp en kostte aan vijf mensen het leven.
Er zijn plannen voor nieuwe installaties en voor de verwerking van het rioolmeer in Beit Lahiya, maar die lijden onder de boycot. Toch moet er volgens deskundigen dringend ingegrepen worden. Als alle werkzaamheden nu in optimale omstandigheden van start zouden gaan, zal het nog minstens vijftien jaar duren voor er voldoende installaties operationeel zijn om al het afvalwater in Gaza te verwerken.
De realiteit ziet er veel minder rooskleurig uit. Als de grenzen gesloten blijven, is de kans zelfs groot dat de capaciteit van de huidige installaties nog daalt. Om op korte termijn de rampzalige invloed op het milieu en de volksgezondheid te verminderen, roepen deskundigen op om de huidige installaties onmiddellijk van de nodige stroom, brandstof en wisselstukken te voorzien.