Geen aandacht voor Digitaal Solidariteitsfonds

De acht grootste economieën van de wereld tellen zowat evenveel surfers (429 miljoen) als alle andere landen samen (444 miljoen). Dat cijfer van de Verenigde Naties geeft aan hoe diep de digitale kloof is. De Nigeriaanse president Olusegun Obasanjo deed gisteren (woensdag) in Tunis een oproep met zijn Senegalese ambtsgenoot Abdoulaye Wade en met steun van VN-secretaris-generaal Kofi Annan voor bijkomende financiering voor het wereldwijd Digitaal Solidariteitsfonds. Dat moet arme delen van de wereld toegang geven tot telefonie en internet.

Het idee werd al gelanceerd op de eerste WSIS-conferentie, maar werd bijzonder lauw ontvangen. Op Frankrijk na vonden de rijke landen dat het Zuiden beter gebruik moet maken van grootschalige privé-investeringen in communicatietechnologie. De markt zal de digitale revolutie wel naar het Zuiden brengen, klonk het. Als ontwikkelingslanden het investeerders meer naar hun zin maken, zal er vanzelf geld naar hun media- en telecommunicatiesector vloeien. Dus werd het idee doorverwezen naar een taakgroep onder leiding van VN-baas Kofi Annan.

Maar de initiatiefnemers van het fonds zaten niet stil. Op 14 maart 2005 werd het fonds toch officieel gelanceerd in Genève. Het krijgt momenteel geld van 22 leden - internationale organisaties, steden, provincies en - opvallend - voorlopig slechts negen landen - vooral Afrikaanse landen. Ze verzamelden tot nu toe 5,5 miljoen euro. Ook de Westerse IT-bedrijven tastten in hun zak. Die zouden 1 procent van het geld waarmee zij een aanbesteding winnen, doneren aan het fonds en daarvoor in ruil een ‘Digitaal Solidariteitslabel’ krijgen.

De Vlaamse regering is geen VN-lidstaat en neemt dus ook niet deel aan de top in Tunis, maar Vlaams minister van Ontwikkelingssamenwerking Bourgeois zegt dat zijn kabinet de financieringsoproep met aandacht zal bekijken.

Het bescheiden fonds heeft al effect in Afrika. De Vereniging voor Afrikaanse Solidariteit in Burkina Faso heeft met geld van het fonds snelle internetverbindingen aangelegd in aidsklinieken. Patiënten kunnen die gebruiken om actuele medische informatie te vinden, of om andere specialisten te raadplegen. Geld vloeide ook naar de Afrikaanse Virtuele Universiteit, die in 1997 werd op gericht met geld van de Wereldbank en nu meer dan 3000 studenten in 18 landen telt.

In India namen meer dan 50.000 sloppenwijkbewoners deel aan een alfabetiseringsprogramma met behulp van ICT. Het zogenaamde Sushiksha-project is een initiatief van het Britse Instituut voor Internationale Sociale Ontwikkeling. En de VN-Voedselorganisatie FAO lanceerde een project om boerengemeenschappen toegang te geven tot informatie over marketing, teelttechnieken en schadebeperking bij dreigende natuurrampen.
Deze kansen, deze bruggen naar een beter leven kunnen het internet voor iedereen betaalbaar en toegankelijk maken, zei Annan woensdag ter ondersteuning van het solidariteitsfonds. We moeten de wil verzamelen om het te doen. De hindernis is eerder politiek dan financieel. (ADR/MM)