Geen schadevergoeding voor Gestolen Generatie

Inheemse leiders hadden 869 miljoen dollar schadevergoeding geëist voor de duizenden Aboriginal kinderen die tussen 1870 en 1967 bij hun familie weggehaald werden. De slachtoffers werden in weeshuizen of bij blanke families ondergebracht zodat ze zouden assimileren naar de normen van de blanke Australische bevolking.
Ondanks bewijzen van traumatische ervaringen en de aanbeveling voor een schadevergoeding in een rapport uit 1997 over de Gestolen Generatie, gaat de regering niet in op de eis van de Aboriginals. “Onze prioriteit is de kloof tussen de levensverwachting van inheemse en niet-inheemse Australiërs te dichten en de economische onafhankelijkheid van Aboriginals te verhogen. Daarom zullen we geld investeren in gezondheids-en onderwijsvoorzieningen”, zegt Jenny Macklin, de Australische minister van Inheemse Zaken. Tijdens de volgende zitting van het parlement zal de premier als blijk van respect voor de Aboriginals een nationaal excuus uitspreken voor de Gestolen Generatie.

Naar de rechtbank

De actiegroep Stolen Generation overweegt om de zaak voor de rechtbank te brengen. Volgens voorzitster Christine King zijn verontschuldigingen van de regering niet voldoende. “Iedereen heeft recht op een schadevergoeding bij een schending van mensenrechten. Blijkbaar geldt dat niet voor Aboriginals”, zegt King.
In augustus 2007 ontving Bruce Trevorrow (50) als eerste Aboriginal een schadevergoeding voor de mentale gevolgen van de abrupte scheiding van zijn familie toen hij dertien maanden oud was.