Geest van Monterrey blijkt al lang dood – analyse

Ontwikkelingsexperts doen intussen schamper over de resultaten van de Internationale Conferentie over de Financiering van Ontwikkeling in Monterrey van maart 2002. Zelfs van de goede wil die toen aanwezig was, is niet veel meer te bespeuren. “Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de geest van Monterrey het heeft moeten afleggen tegen het anti-terrorisme,” oordeelt Saradha Iyer van het Third World Network, een niet-gouvernementele organisatie uit Malesië. Volgens haar is alle hoop op internationale samenwerking om de aanslepende financiële problemen van arme landen te verhelpen, de bodem ingeslagen

Die hoop was er eerder wel. In april dit jaar bleek dat de industrielanden in 2002 57 miljard dollar hadden uitgegeven aan ontwikkelingshulp – vijf miljard meer dan het jaar daarvoor. De VS en enkele andere grote donoren hebben bovendien nieuwe toezeggingen gedaan die tegen 2006 16 miljard dollar extra naar de arme landen kunnen doen vloeien – al bestaan daar nog veel vraagtekens rond. Maar intussen hebben twee andere cijfers voor ontnuchtering gezorgd. De wereld gaf in 2002 800 miljard dollar uit aan bewapening. En twee weken geleden rekende de VN-Conferentie over Handel en Ontwikkeling (Unctad) voor dat de netto financiële stroom van de ontwikkelingslanden naar de rijke landen in 2002 is aangegroeid tot 200 miljard dollar – een recordbedrag. Dat is een gevolg van hoge schuldafbetalingen en de grote onevenwichten in het internationaal handelssysteem.

Volgens Mark Malloch Brown, de voorzitter van het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP), moet er elk jaar minstens 100 miljard dollar extra van Noord naar Zuid gaan om de Milleniumdoelstellingen te halen – de grote ontwikkelingsdoelstellingen die in 2000 door alle VN-lidstaten als een soort van minimaal fatsoensprogramma werden bekrachtigd. Uitzicht op extra middelen van die orde van grootte is er niet. Amper vijf rijke landen – Nederland, Noorwegen, Zweden, Denemarken en Luxemburg - geven momenteel 0,7 procent van hun bruto binnenlands product uit aan ontwikkelingshulp – een norm die door de VN in de jaren 70 werd vastgelegd. België en Finland willen de 0,7 procent in 2010 halen, Ierland tegen 2007 en Frankrijk tegen 2012. Een heel rijtje andere donoren, waaronder de VS, Japan, Groot-Brittannië, Duitsland, Italië, Canada en Spanje, willen zich niet laten vastpinnen op tijdsschema’s.