Geloof volstaat niet tegenover Amerikaanse agressie

Op het moment dat plunderaars de oudste manuscriptenverzameling van Bagdad vernietigden, openden vooraanstaande islamitische denkers uit het Midden-Oosten een colloquium in Tunesië. MO* was erbij op deze eerste internationale bijeenkomst over islam en vrede.
11 september 2001 maakte het daglicht voor de islam donkerder dan ooit, en de westerse oorlogspropaganda omtrent Afghanistan en Irak zorgde voor een heropleving van grote misvattingen over de moslimcultuur. Politieke analisten zijn het erover eens dat de Koude Oorlog terug is van nooit weggeweest: de vroegere communistische vijand is simpelweg vervangen door de islam. 11 september gaf de nieuwe schurk meteen een gedetailleerd gezicht: de gebaarde en meedogenloze moslimfundamentalist uit het onderontwikkelde, niet-geëmancipeerde Midden-Oosten.
13 april 2003. Na de bombardementen op Bagdad werden zowel de nationale bibliotheek en archieven als de bibliotheek van de Koran van het ministerie van Religie geplunderd en vernield. Bijna een miljoen religieuze en historische Ottomaanse manuscripten van onschatbare waarde verdwenen uit het erfgoed van de Arabische wereld. Met deze “boekverbranding” werd de val van Bagdad bezegeld, een zoveelste mokerslag voor de islam.
Dezelfde dag verzamelt het colloquium Islam en Vrede denkers allerhande in Tunis om een antwoord te zoeken op de angst en het onbegrip voor het geloof van de volgelingen van de profeet Mohammed; angst en onbegrip die wereldwijd almaar toenemen. Het colloquium werd georganiseerd onder auspiciën van de Tunesische president Ben Ali en het ministerie van Religieuze Zaken. Het werd een oefening in vernieuwend denken, al blijkt de Tunesische regering nog niet geneigd om veel intellectuele openheid in eigen land toe te staan. En dat is dan weer, volgens kenners van de islamitische wereld, één van de fundamentele oorzaken van geweld en frustratie bij de bevolking.

Vrede is vandaag een naïef idee


Eén van de hoogtepunten van het driedaagse colloquium vormde de commentaar van de Egyptenaar Mohamed El-Awa op de lezing over De cultuur van de vrede van George Jabbour, christen en voormalig adviseur van de Syrische president. El-Awa, voorzitter van het Egyptisch Centrum voor Cultuur en Dialoog, zorgde voor enige turbulentie toen hij opmerkte dat ‘islam en vrede pas kunnen samengaan als de territoriale grenzen veilig gesteld zijn’. Hij oogstte daarmee meteen het eerste applaus op het congres, dat voor het overige werd gekenmerkt door gematigde en meestal vage verklaringen.
In een gesprek naderhand preciseerde El-Awa dat de enige succesrijke vorm van verzet tegen de Amerikaanse bezetting erin bestaat een antwoord te geven dat even krachtig is als de aanval. ‘Als je pragmatisme van mij verlangt, dan verdedig ik vooral het recht van elke mens op zelfbestuur en onafhankelijkheid. Dat recht is de Arabische wereld helemaal ontnomen, om militaire, politieke en economische redenen. De kaalpluk van onze rijkdommen door het Westen is al eeuwen aan de gang en duurt onverminderd voort met de huidige oliepolitiek. Onze politici, gehuld in Franse parfums en Amerikaanse pakken, propageren vrede op hetzelfde ogenblik dat in Bagdad islamitische symbolen in vlammen opgaan. Het is ongelooflijk naïef om vrede te scanderen als je een constant doelwit bent van ongeoorloofde en irrationele agressie. Het Amerikaanse leger is niet met rozen gekomen, of met water en andere geschenken, maar met de meest gewelddadige en vernietigende wapens die de mensheid ooit heeft gezien. Moeten we hen dan ontvangen met de bijbel in onze hand, met olijfblaadjes? We geven hun de antwoorden die ze verdienen, met dezelfde vernietigende kracht.’
Een aanval op alle religies
Andere deelnemers pleitten eerder voor een geweldloze manier om weerstand te bieden tegen de westerse dominantie, al bleef het evidente voorbeeld van het islamitisch bankieren vrijwel onbesproken. Rente en woeker zijn uit den boze voor moslims, zo zegt de koran. Om dat principe te realiseren binnen het huidige mondiale bankwezen, creëerden moslimeconomen in de jaren zeventig een nieuw systeem dat moslims toelaat om op een halal manier mee te draaien in het globale handels- en betalingsverkeer. Vandaag zijn er meer dan 180 financiële instituten in 45 landen die volgens de principes van het islamitisch bankieren werken en de interesse van de westerse banken stijgt. ‘Domme propaganda’, volgens El-Awa. ‘Het islamitische banksysteem is ondergeschikt aan het Amerikaanse en vooral het zionistische bankwezen, die de mondiale geldmarkt beheersen.’
De anti-islamitische propagandamachine moet je met gelijke en louter intellectuele wapens verdedigen, was de ondertoon van veel betogen tijdens het congres.
‘Geweld vertrekt van een foute opstelling,’ verklaart Latif Conti, secretaris-generaal van de Italiaanse Islamitische Religieuze Gemeenschap, ‘Geweld kan en mag niet door de religieuze visie geaccepteerd worden. De enige ware verdediging, die boven politieke en mediastrategieën staat, is die van de getuigenis. Je moet tonen, getuigen en laten beleven wat de islam is.’
Mohammed El-Awa noemt de gematigde en pacifistische woorden van zijn confraters in het licht van de actualiteit wollig, surrealistisch en hypocriet. ‘Ik woon heel wat westerse conferenties over islam bij en nodig westerse academici en religieuzen uit naar Egypte. Intellectuele vriendschap over de grenzen van diverse religies en levensvisies heen is mogelijk, het is zelfs verrijkend. George Jabbour en ik zijn al dertig jaar goede vrienden, ondanks onze verschillende geloofsovertuiging. Maar zodra hij me met een geweer zou benaderen, zou ik niet aarzelen om met dezelfde wapens te antwoorden. Dat heet overleven.’
‘Ik ben het eens met El-Awa,’ reageert Jabbour, ‘al wil ik een en ander nuanceren. Ik benader oorlog en vrede in het kader van de mensenrechten, hij bekijkt het veeleer vanuit een strikt religieuze invalshoek. Het feit dat hij moslim is en ik christen, heeft daar niets mee te maken, wel het verschil in levensfilosofie: El-Awa is traditioneel, ik ben geseculariseerd.’ Jabbour deelt El-Awa’s mening dat herstel van gerechtigheid een eerste vereiste is voor vrede. Dat herstel moet zich op het politieke, militaire en economische niveau afspelen, niet op het religieuze. Als oosterse christen ervaart hij, net als zijn moslimburen, evengoed de dreiging die uitgaat van de anti-islamitische agressie.
In Syrië, waar ongeveer tien procent van de bevolking christen is en de rest moslim, stellen beide religieuze groepen zich solidair op tegen de dominantie van de “zogenaamd christelijke” VS. Daarmee suggereert Jabbour dat de aanvallen van “het Westen” niet eenzijdig anti-islamitisch zijn, maar wellicht eerder als een agressie tegenover de Arabische wereld gezien moeten worden. Dat moslimidentiteit en Arabische solidariteit met elkaar verward worden, dat de koran in het Arabisch is geschreven, zijn belangrijke elementen die aan de basis liggen van het wereldwijde onbegrip waarop de islamitische wereld onthaald wordt. Volgens Conti is de anti-islamitische teneur in de westerse publieke opinie niet enkel een aanval op de islam, maar op alle religies in de wereld. De religieuze beweging is in een crisis beland, en worstelt met haar plaats in de moderne wereld.

Er is niets buiten het geloof


In alle grote godsdiensten worstelen gelovigen met de seculiere identiteit van de moderne cultuur en politiek. Binnen de islam botst het pleidooi voor een scheiding tussen staat en religie op de overtuiging dat geloof en leven volledig zouden moeten samenvallen. Het is een debat dat gevoerd wordt sinds het ontstaan van de mohammedaanse beweging. Gedurende de twintigste eeuw zijn er voortdurend pogingen ondernomen om een volwaardige islamitische staat te creëren. De opdracht blijkt moeilijk en de mislukkingen voeden de misvatting dat islam niet samengaat met een seculiere en moderne samenleving. Het klopt dat secularisering veelal een struikelblok is geweest in de twintigste-eeuwse hervormingen van moslimstaten, schrijft Karen Armstrong in haar boek Islam. Ze verwijst naar Atatürk, de stichter van Turkije, die de islam uit de samenleving weerde, waardoor die ondergronds ging. De Egyptische Jamal Abd-Al-Nasser beleed een militante anti-islamitische politiek en ook de Iraanse Pahlavi-monarchie streefde meedogenloos naar secularisering. Gevolg: van democratie in deze staten was nog nauwelijks sprake. Volgens Armstrong betekent de moeilijkheid om tot een islamitische democratie te komen niet dat de islam in de praktijk onverenigbaar is met een moderne staatsstructuur.
‘De islam kan perfect samengaan met een moderne politieke bestuursvorm’, zegt Latif Conti. ‘De eerste kalief en opvolger van Mohammed, Aboe Bakr, die zijn zetel in Medina had, bewees dit al. Hij slaagde erin om de eenheid tussen de Arabische stammen te bewaren, ondanks de onrust die onstond na de dood van Mohammed.’ Hij voegt daaraan toe dat er voor moslims niets is buiten de islam. ‘Een gelovige verbindt alle aspecten uit het leven dus ook de politieke met elkaar.’, aldus Conti. ‘Het is vooral kwestie om de zaken op het politieke plan te scheiden: het spirituele van het ideologische. Iedereen weet dat de islam en de koran als instrumenten voor politieke doeleinden worden ingezet, wat kan leiden tot fundamentalistische tendensen.’
‘Er is inderdaad gebrek aan democratie op Arabische bodem’, reageert El-Awa nadrukkelijk op de vraag of een islamitisch geïnspireerde politiek toch niet veel democratischer zou moeten zijn dan vandaag in de realiteit het geval is. ‘Het democratische deficit geeft voeding aan jong en politiek geweld. De islamitische inspiratie en levenwijze krijgen geen echte plaats in onze samenleving. Gedeelde verantwoordelijkheid met alle maatschappelijke groepen is de enige manier om frustraties te voorkomen en het daaruit voortvloeiende geweld te nekken. Zonder dat krijg je een trend van je m’en foutisme. Echte deelname aan de politieke besluitvorming geeft de inwoners van een land de nodige betrokkenheid, burgerzin.’
De impasse waarin de islam zich bevindt, is niet enkel het gevolg van de westerse agressie.
Mohammed El-Awa weet als Egyptenaar waarover hij spreekt. ‘De islam kijkt niet tegen één grote muur aan, maar tegen honderd kleine muurtjes’, zegt hij. In Egypte vormt het populisme van de politiek een bedreiging voor de moslimgemeenschap. ‘Het duwt de godsdienst in een hoek van uitersten, met als gevolg dat zelfverklaarde moslims fanatieke principes hanteren, en hun verzet alleen nog de vorm van een lange baard en een geweer kunnen geven. De uitdaging is om deze mensen te leren dat dit geen islam is. De kloof tussen overheid en de gewone moslims bemoeilijkt dat echter. Onze bestuurslui luisteren teveel naar de westerse stemmen die elke moslim die de straat op komt om zijn of haar mening te uiten, meteen klasseert als gevaarlijk, als de vijand. Het is een langetermijnopdracht om deze foute denkrichting te wijzigen.’

Nieuwe lezing overbodig?


‘Een van de grote uitdagingen voor de islam’, zo staat te lezen in de slottekst van dit vredescongres, ‘is om zijn essentie als een gematigde godsdienst van vrede, tolerantie en zekerheid te herstellen.’ Zo lang die opdracht niet volbracht is, blijft het inderdaad moeilijk om die andere grote uitdaging het terrorisme en zijn voedingsbodem uitroeien aan te gaan.’
Volgens Latif Conti moet de islam het belang van weten en kennis herontdekken. In kennis van de koran en de islam moeten moslims een hernieuwd referentiepunt vinden dat perfect in de realiteit past. Daarvoor is geen herinterpretatie nodig, vindt hij, wel een herbronning aan de wortels en de voedingsbodem van de islam.
Moet de islam dan moderniseren of op zijn minst zijn imago aanpassen? ‘Dat zijn toch twee verschillende zaken’, reageert El-Awa. ‘De Islam is een vredevolle godsdienst, maar is tegelijk het slachtoffer van de grootste agressie in de moderne tijd. Dat op zich is niet voldoende reden om onze visie te veranderen of de koran te herinterpreteren. Men lijkt ervan uit te gaan dat moslims moeten proberen zich een plaats in de eenentwintigste eeuw te verwerven door Engels en Frans te praten, door zich modern te kleden of door het beeld van islam aan te passen aan de rest van de mensheid. Dat is hypocrisie. De Islam is perfect in staat zich aan te passen aan de moderne context, maar de bron, de origine moet bewaard blijven in de koran, via de oude profeten. Modernisering van de islam is trouwens geen nieuw gegeven, onze voorouders hebben altijd al gemoderniseerd, al veertien eeuwen lang.’
El-Awa spreekt met een combinatie van scherpe woorden en vage betekenissen, een euvel dat tekenend was voor de meeste sprekers in Tunis. Duidelijk was wel dat de bezetting van Irak een open gesprek over de islam niet echt makkelijker gemaakt heeft.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.