Georgië en Rusland allebei schuldig aan oorlogsmisdaden
Zowel Georgiërs als Russen hebben zich in Zuid-Ossetië schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden. Althans, dat is de conclusie die Human Rights Watch trekt uit het gewapende conflict in augustus 2008.
An Pauwels . 23 januari 2009
Na dagen van wederzijdse provocaties, trok op 7 augustus het Georgische leger de afvallige regio Zuid-Ossetië binnen. Amper één dag later snelde grote buur Rusland zijn Zuid-Ossetische vrienden te hulp, met een heus en ambitieus grondoffensief. Het conflict escaleerde compleet, en bleek vooral catastrofale gevolgen te hebben voor de burgers in de regio. Rusland beloofde – onder Franse druk – zijn troepen op 12 augustus terug te trekken, maar bleef net iets langer dan voorzien.
Enkele dagen na het staakt-het-vuren trokken onderzoekers van Human Rights Watch de betwiste regio binnen – weliswaar met iets minder zwaar geschut dan de Russen en Georgiërs enkele dagen voordien. Ze interviewden zo’n 460 slachtoffers, hoge ambtenaren en medewerkers van internationale humanitaire organisaties. Hun primaire doel? Een minitieuze neerslag maken van de gewelddaden – tegen het internationaal humanitair recht – die alle partijen hadden gepleegd. Het resultaat werd vandaag gepubliceerd in het lijvige rapport “Up in flames”.
Na de Georgische terugtrekking op 10 augustus, vernielden Zuid-Ossetische milities verschillende Georgische dorpen. Etnische Georgiërs werden opgehitst, bedreigd, beroofd en weggejaagd. Minstens twee vrouwen werden verkracht, negen burgers werden vermoord. Rachel Denber, HRW-verantwoordelijke voor de regio Europa en Azië, veroordeelt de agressie: “Dergelijke opzettelijke aanvallen zijn oorlogsmisdaden. Indien ze gepleegd zijn als onderdeel van een wijdvertakt of systematisch patroon, kunnen ze zelfs vervolgd worden als misdaden tegen de mensheid.”
De Russen worden dan ook hard op de vingers getikt omdat ze deze milities niet in de hand hebben kunnen houden. Rusland – op dat moment immers de bezetter van de regio – had zijn verantwoordelijkheid moeten opnemen om de veiligheid in het gebied te garanderen. De Russische troepen maakten echter deze disproportionele agressie mogelijk– door zowel als passieve speler op de bank te blijven, als actief mee te werken aan het geweld.
Ook Georgië wordt in het rapport fel aangepakt, onder andere voor het veelvuldige gebruik van Grad-raketten in de dichtbevolkte gebieden van Zuid-Ossetië. Dit zijn veelvoudige raketsystemen die slechts met weinig precisie kunnen worden afgevuurd. Het onderscheid tussen militaire en burgerdoelwitten wordt zo medogenloos opgeheven. Volgens Denber illustreert het flagrante gebruik van Grad-raketten dan ook dat de Georgische gezaghebbers helemaal geen rekening hebben gehouden met de veiligheid van de burgers. Deze veronachtzamende houding vinden we eveneens terug in de exploitatie van clustermunitie.
Grad-raketten en clustermunitie werden trouwens ook door de Russische troepen gebruikt.
HRW maant de betrokken naties aan om dringend de Conventie over Clustermunitie (CCM) te ondertekenen, én om hun eigen betrokkenheid in de oorlog zonder scrupules te onderzoeken. Hierin ziet HRW een ondersteunende taak weggelegd voor de EU en de VS.
In Georgië heeft een parlementaire onderzoekscommissie reeds het grondoffensief van Sakaasjvili onder de loep genomen. Dat onderzoek beperkte zich echter tot de gevolgen voor de nationale veiligheid en de vraag wie nu eigenlijk de aanstoker was van de Vijfdaagse Oorlog. Uiteraard wordt met de beschuldigende vinger resoluut richting Moskou gewezen.
De Russen zijn intussen ook een onderzoek gestart. Dat wordt pas in april afgerond, maar uit tussentijdse resultaten blijkt alvast dat men zich ook hier blind staart op de vraag wie de oorlog is begonnen.
Een genuanceerd onderzoek naar de eigen oorlogsmisdaden lijkt voorlopig wishful thinking.
Intensief veldonderzoek
Enkele dagen na het staakt-het-vuren trokken onderzoekers van Human Rights Watch de betwiste regio binnen – weliswaar met iets minder zwaar geschut dan de Russen en Georgiërs enkele dagen voordien. Ze interviewden zo’n 460 slachtoffers, hoge ambtenaren en medewerkers van internationale humanitaire organisaties. Hun primaire doel? Een minitieuze neerslag maken van de gewelddaden – tegen het internationaal humanitair recht – die alle partijen hadden gepleegd. Het resultaat werd vandaag gepubliceerd in het lijvige rapport “Up in flames”.
Oorlogsmisdaden
Na de Georgische terugtrekking op 10 augustus, vernielden Zuid-Ossetische milities verschillende Georgische dorpen. Etnische Georgiërs werden opgehitst, bedreigd, beroofd en weggejaagd. Minstens twee vrouwen werden verkracht, negen burgers werden vermoord. Rachel Denber, HRW-verantwoordelijke voor de regio Europa en Azië, veroordeelt de agressie: “Dergelijke opzettelijke aanvallen zijn oorlogsmisdaden. Indien ze gepleegd zijn als onderdeel van een wijdvertakt of systematisch patroon, kunnen ze zelfs vervolgd worden als misdaden tegen de mensheid.”
De Russen worden dan ook hard op de vingers getikt omdat ze deze milities niet in de hand hebben kunnen houden. Rusland – op dat moment immers de bezetter van de regio – had zijn verantwoordelijkheid moeten opnemen om de veiligheid in het gebied te garanderen. De Russische troepen maakten echter deze disproportionele agressie mogelijk– door zowel als passieve speler op de bank te blijven, als actief mee te werken aan het geweld.
Ook Georgië wordt in het rapport fel aangepakt, onder andere voor het veelvuldige gebruik van Grad-raketten in de dichtbevolkte gebieden van Zuid-Ossetië. Dit zijn veelvoudige raketsystemen die slechts met weinig precisie kunnen worden afgevuurd. Het onderscheid tussen militaire en burgerdoelwitten wordt zo medogenloos opgeheven. Volgens Denber illustreert het flagrante gebruik van Grad-raketten dan ook dat de Georgische gezaghebbers helemaal geen rekening hebben gehouden met de veiligheid van de burgers. Deze veronachtzamende houding vinden we eveneens terug in de exploitatie van clustermunitie.
Grad-raketten en clustermunitie werden trouwens ook door de Russische troepen gebruikt.
Concrete aanbevelingen
HRW maant de betrokken naties aan om dringend de Conventie over Clustermunitie (CCM) te ondertekenen, én om hun eigen betrokkenheid in de oorlog zonder scrupules te onderzoeken. Hierin ziet HRW een ondersteunende taak weggelegd voor de EU en de VS.
Minieme schuldbelijdenis
In Georgië heeft een parlementaire onderzoekscommissie reeds het grondoffensief van Sakaasjvili onder de loep genomen. Dat onderzoek beperkte zich echter tot de gevolgen voor de nationale veiligheid en de vraag wie nu eigenlijk de aanstoker was van de Vijfdaagse Oorlog. Uiteraard wordt met de beschuldigende vinger resoluut richting Moskou gewezen.
De Russen zijn intussen ook een onderzoek gestart. Dat wordt pas in april afgerond, maar uit tussentijdse resultaten blijkt alvast dat men zich ook hier blind staart op de vraag wie de oorlog is begonnen.
Een genuanceerd onderzoek naar de eigen oorlogsmisdaden lijkt voorlopig wishful thinking.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Analyse
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws