Gevangenissen in Latijns-Amerika

Eind februari gingen in de Braziliaanse staat São Paulo tienduizenden gedetineerden tegelijk aan het muiten. Het is bijlange niet de eerste keert dat ketel overkookt maar dankzij de mobilofonie kunnen gevangenen hun acties nu ook coördineren. Overbevolking, onmenselijke leefomstandigheden en geweld binnen de muren maken niet alleen in Brazilië maar ook in andere Latijns-Amerikaanse landen de gevangenissen tot een tijdbom. Soms groeit echter uit de chaos ook een merkwaardige vorm van rehabilitatie, zoals in Bolivia.
‘De heruitvinding van de hel’, zo omschreef een parlementaire commissie in Brazilië de leefomstandigheden in de gevangenissen daar. De situatie in Carandiru in São Paulo, de grootste gevangenis van Latijns-Amerika, tart elke verbeelding. De instelling herbergt tienduizend gedetineerden hoewel er slechts plaats is voor drieduizend vijfhonderd. Die overbevolkingsgraad is representatief voor de meeste Braziliaanse gevangenissen. De opeenhoping leidt tot taferelen zoals het vastknopen van medegevangenen aan de tralies om zo om beurten gebruik te kunnen maken van de beschikbare ruimte. Anderen vinden geen slaapplaats tenzij boven de toiletgaten in de vloer. Gebrek aan elementaire hygiëne en ondervoeding maken van de omgeving broeinesten voor tuberculose en aids. Voor verwondingen, toegebracht tijdens folterpraktijken, ontbreekt de medische verzorging. Dat in zo’n gespannen omgeving gevangenen met elkaar op de vuist gaan, hoeft niet te verbazen. De dood van medegevangenen is een deel van de dagelijkse realiteit.



Vrede, gerechtigheid en vrijheid



Eind februari vloog in Carandiru het deksel van de pot. In negenentwintig gevangenissen van de staat São Paulo sloegen toen simultaan de geïnterneerden aan het muiten. Aanleiding was het protest tegen de overplaatsing van tien kopstukken uit de Carandiru-gevangenis na de dood van vijf medegevangenen. In opstanden hebben gedetineerden in de jaren negentig in Brazilië een ruime expertise opgebouwd. Achter de actie van februari bleek dan ook een heuse organisatie schuil te gaan die zich het PCC noemt, het Primer Comando de la Capital. Opgericht begin jaren negentig telt dit PCC vandaag duizend vijfhonderd leden die de netwerken van drugshandel en prostitutie binnen de detentiecentra controleren. Toch stelt het PCC in zijn manifest dat het, eerder dan een georganiseerde maffia, een sociale beweging is van gedetineerden en gemarginaliseerden die opkomt voor de rechten van de gevangenen. ‘Vrede, Gerechtigheid en Vrijheid’ is de slogan van het commando. Zijn eisen baseert het op het onderzoek van gerespecteerde juristen die pleiten voor diepgaande hervormingen binnen het Braziliaanse rechtssysteem. ‘Eén van de taken van de gevangenisinstelling is rehabilitatie’, zo stelt het manifest. En: ‘Criminelen hebben de wet overtreden maar wat met autoriteiten die de strafwet niet toepassen?’ Een justitie die veel te traag werkt en corruptie in alle geledingen van het Braziliaanse juridische apparaat zorgen bij de opeengestouwde gevangenen al jaren voor frustraties, die geregeld tot uitbarstingen leiden.

Om de toestand af te koelen werden nieuwe complexen gebouwd, te weinig echter voor het explosief groeiende aantal gedetineerden. Die groei heeft volgens het Centro de Justicia Global, een Braziliaanse ngo, veel te maken met het uitermate repressieve optreden van de politie, niet alleen tegen kleine criminaliteit maar ook bij manifestaties van sociale bewegingen als de MST of de inheemsen. In Venezuela, dat met Brazilië kan wedijveren op het vlak van overbevolkte gevangenissen en gevangenisopstanden, heeft die overbevolking alles te maken met de structurele aanpassingsprogramma’s van de jaren negentig, aldus een rapport van Human Right Watch. Een massa armen kon niet anders dan afzakken naar de criminaliteit als overlevingsstrategie. In Bolivia en Peru heeft vooral de strijd tegen de drugs de gevangenissen volgestouwd. De beruchte wet 1008 in Bolivia stelt dat ‘een verdachte schuldig is tot het tegendeel wordt bewezen’. Eind augustus vorig jaar werd op grond van deze wet de Belg Guillermo Roelants opgepakt wegens vermeende betrokkenheid bij de productie van cocaïne. De man is voorwaardelijk vrij maar staat nog onder arrest en mag La Paz niet verlaten.



Zelforganisatie als rehabilitatie



Net als elders in Latijns-Amerika kampt ook Bolivia met overbevolkte gevangenissen en een corrupt justitieel apparaat. Toch is dit het land met het minste geweld binnen de gevangenismuren. Dat heeft alles te maken met het intern functioneren van de gevangenen en met de band tussen de gevangenis en de buitenwereld. Kinderen wonen er bij hun vader of moeder in de cel, vrouwen overnachten er bij hun man, gedetineerden gaan door met hun beroep. ‘Binnen de gevangenismuren loopt de samenleving door,’ vertelt Wim De Groof die als gevangenispastor in de gevangenis van San Pedro, La Paz, werkte. Sommige gebruiken in de grote gevangenissen van La Paz, Cochabamba of Santa Cruz zijn op zijn minst merkwaardig te noemen. Voor de kersvers gedetineerde, is de eerste opdracht een cel bemachtigen. Die kun je huren of kopen, naar gelang je financiële mogelijkheden. Je kiest dan ook meteen binnen het complex de wijk uit waarin je je zult vestigen en betaalt entree aan de wijkverantwoordelijke, een medegevangene door de groep gekozen. Wie zijn beroep van bakker, kapper of schoenmaker wil uitoefenen, betaalt lidmaatschap aan de gilde. De nodige grondstoffen en materialen voor je vak worden op de bezoekdagen vanuit de stad binnengebracht door de kooplui, die een heuse markt opzetten binnen de gevangenismuren. In totaal telt San Pedro acht wijken en elke wijk heeft een afgevaardigde in het centrale comité dat over de meest uiteenlopende zaken overlegt, gaande van infrastructuurwerken in de wijken tot het bepalen van de strafmaat voor relschoppers. ‘De grote mate van zelforganisatie, die uiteindelijk is voortgekomen uit het wanbeleid van de overheid, werkt als een vorm van rehabilitatie’, vertelt Wim De Groof. ‘Het zijn geen doetjes en gevaarlijke kopstukken gaan binnen de muren gewoon door met hun criminele praktijken. En wie voor kindermishandeling of verkrachting binnenkomt, wordt hard aangepakt. Maar uiteindelijk is het percentage echte criminelen zeer klein. Negentig procent zijn arme mensen, van wie velen zijn opgepakt voor drugsdelicten. Deze mensen hebben geen ethisch maar een socio-economisch probleem. Als je het soort criminaliteit dat zij begingen, wil indijken, moet je iets doen aan hun economische situatie.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.