Gie Goris was van december 1990 tot september 2020 voltijds actief in de mondiale journalistiek, eerst als hoofdredacteur van Wereldwijd (1990-2002), daarna als hoofdredacteur van MO* (2003-juli 20
Geweld in de Filipijnen komt niet onverwacht
Bij verkiezingsgeweld op het zuidelijke Filipijnse eiland Mindanao vielen maandag 57 doden. Wellicht gaat het om een afrekening tussen twee politieke clans die gewoon zijn om mafiamethodes te gebruiken. De regering van president Arroyo gaat niet vrijuit.
Gie Goris . 25 november 2009
Mindanao kent al decennia van politiek geweld. Islamitisch-nationalistische bewegingen strijden voor onafhankelijkheid of zelfbeschikking, communistische opstandelingen vechten voor landhervorming en tegen de voortdurende verarming die vandaag minstens 62 procent van de inwoners van de provincie Maguindanao onder de armoededrempel duwt.
Maar het geweld dat maandag 23 november het leven kostte aan 52 mensen heeft met die opstanden geen uitstaans. Het konvooi met minstens twaalf journalisten, aanhangers van toekomstig gouverneurskandidaat Ishmael Mangudadatu, zijn vrouw en enkele andere vrouwelijke verwanten waren op weg naar de provinciehoofdstad van Maguindanao. Mangudadatu ging niet zelf zijn kandidatuur indienen omdat de spanningen tussen hem en zijn rivaal van de Ampatuan-clan al heel hoog opgelopen waren.
De Ampatuans worden geleid door patriarch Andal Ampatuan, die gouverneur is van Maguindanao. In 2000 zorgde hij ervoor dat de provinciehoofdstad hernoemd werd naar zijn vader, Shariff Aguak. De burgemeester van Shariff Aguak is een zoon van Andal Ampatuan, net zoals de gouverneur van de Autonome Moslim Regio Mindanao. Verschillende andere steden in de provincie worden bestuurd door directe familieleden of aangetrouwde familie. Er zijn trouwens ook familiale banden met de Mangudadatus.
De macht van de Ampatuan-clan baseert zich grotendeels op een combinatie van intimidatie en patronage, waarbij gebruik van privémilities en geweld standaardprocedures zijn. Dat geweld kreeg ook de zegen van president Gloria Macapagal-Arroyo. Zij vaardigde in 2006 Executive Order 546 uit, waarmee het uit 1987-stammende verbod op gewapende privémilities ondergraven werd en autoriteiten de zogenaamde Civil Volunteer Organisations een legale status konden verlenen.
In een artikel voor het Philippine Center for Investigative Journalism in 2008 schreef Jaileen Jimeno dat gouverneur Andal Ampatuan zelf minstens 200 CVO-leden tewerkstelde, en dat verschillende van zijn zoons en familieleden er ook gewapende privémilities op na hielden “voor hun veiligheid”. Jimeno wijst ook op de kloof tussen de dure prestigeprojecten -zoals een nieuw provinciehuis dat zo’n 116 miljoen peso zou kosten- en de achteruitgang van sociale indicatoren onder het beleid van Ampatuan. Maguindanao is nu de derde armste provincie van de Filipijnen, waar nauwelijks 40 procent van de volwassenen zes jaar onderwijs genoten heeft tegenover een landelijk gemiddelde van 84 procent en waar de levensverwachting met 52 jaar de tweede laagste van het land is.
De verklaring voor het presidentiële gedoogbeleid tegenover gewapende milities en de mafieuze machtspolitiek van de Ampatuans wordt door waarnemers gezocht in het wederzijds belang. Tijdens de presidentsverkiezingen kan Arroyo blijkbaar moeiteloos rekenen op de stemmen uit de provincie. Het feit dat tijdens de parlementsverkiezingen van 2007 alleen kandidaten van de meerderheidspartij van Arroyo verkozen werden in Maguindanao wordt door die waarnemers gezien als bewijs van fraude. Verdedigers van de gouverneur verklaren het door een systeem van voorafgaande consensus, geworteld in de eeuwenoude Moro-moslimcultuur.
Maar het geweld dat maandag 23 november het leven kostte aan 52 mensen heeft met die opstanden geen uitstaans. Het konvooi met minstens twaalf journalisten, aanhangers van toekomstig gouverneurskandidaat Ishmael Mangudadatu, zijn vrouw en enkele andere vrouwelijke verwanten waren op weg naar de provinciehoofdstad van Maguindanao. Mangudadatu ging niet zelf zijn kandidatuur indienen omdat de spanningen tussen hem en zijn rivaal van de Ampatuan-clan al heel hoog opgelopen waren.
De Ampatuans worden geleid door patriarch Andal Ampatuan, die gouverneur is van Maguindanao. In 2000 zorgde hij ervoor dat de provinciehoofdstad hernoemd werd naar zijn vader, Shariff Aguak. De burgemeester van Shariff Aguak is een zoon van Andal Ampatuan, net zoals de gouverneur van de Autonome Moslim Regio Mindanao. Verschillende andere steden in de provincie worden bestuurd door directe familieleden of aangetrouwde familie. Er zijn trouwens ook familiale banden met de Mangudadatus.
De macht van de Ampatuan-clan baseert zich grotendeels op een combinatie van intimidatie en patronage, waarbij gebruik van privémilities en geweld standaardprocedures zijn. Dat geweld kreeg ook de zegen van president Gloria Macapagal-Arroyo. Zij vaardigde in 2006 Executive Order 546 uit, waarmee het uit 1987-stammende verbod op gewapende privémilities ondergraven werd en autoriteiten de zogenaamde Civil Volunteer Organisations een legale status konden verlenen.
In een artikel voor het Philippine Center for Investigative Journalism in 2008 schreef Jaileen Jimeno dat gouverneur Andal Ampatuan zelf minstens 200 CVO-leden tewerkstelde, en dat verschillende van zijn zoons en familieleden er ook gewapende privémilities op na hielden “voor hun veiligheid”. Jimeno wijst ook op de kloof tussen de dure prestigeprojecten -zoals een nieuw provinciehuis dat zo’n 116 miljoen peso zou kosten- en de achteruitgang van sociale indicatoren onder het beleid van Ampatuan. Maguindanao is nu de derde armste provincie van de Filipijnen, waar nauwelijks 40 procent van de volwassenen zes jaar onderwijs genoten heeft tegenover een landelijk gemiddelde van 84 procent en waar de levensverwachting met 52 jaar de tweede laagste van het land is.
De verklaring voor het presidentiële gedoogbeleid tegenover gewapende milities en de mafieuze machtspolitiek van de Ampatuans wordt door waarnemers gezocht in het wederzijds belang. Tijdens de presidentsverkiezingen kan Arroyo blijkbaar moeiteloos rekenen op de stemmen uit de provincie. Het feit dat tijdens de parlementsverkiezingen van 2007 alleen kandidaten van de meerderheidspartij van Arroyo verkozen werden in Maguindanao wordt door die waarnemers gezien als bewijs van fraude. Verdedigers van de gouverneur verklaren het door een systeem van voorafgaande consensus, geworteld in de eeuwenoude Moro-moslimcultuur.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Reportage
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws