Grenstroepen klaar voor de strijd

Het ziet ernaar uit dat de vijandelijkheden
gauw zullen uitbreken. Wij zijn er klaar voor, zegt de bevelvoerder van een
Indiase legereenheid in de buurt van Jammu, aan de grens met Pakistan. We
bevinden ons in een koele bunker drie meter onder de grond; rustig spoelt de
officier de laatste happen van zijn rijkelijke middagmaal door met warm
bier. Af en toe slaat een hagel van mortiergranaten in op de omgeving van de
stelling, maar die beschietingen horen duidelijk nog niet bij het vuurwerk
waarop iedereen hier zit te wachten.


Na de door India aan Pakistan toegeschreven zelfmoordaanslag op het Indiase
parlement in december hebben beide landen ongeveer een miljoen troepen
samengetrokken langs hun 2.000 kilometer lange grens. Een aanval van drie
gewapende mannen op een garnizoen in de buurt van Jammu waarbij 31
slachtoffers vielen, heeft de spanning twee weken geleden nog doen stijgen.
Vandaag (donderdag) vielen er bij een nieuwe aanval op een Indiase
politiepost in het noordoosten van Kasjmir alweer drie doden.

Het moreel van de troepen is hoog, zegt de Indiase officier. Hij wil niet
dat zijn naam wordt genoemd, maar verklapt wel dat hij ‘s nachts met een 9
mm-pistool onder zijn hoofdkussen slaapt. Als we het groene licht krijgen
van de politici, zullen we Islamabad straffen voor het terrorisme dat het al
13 jaar aanwakkert in Kasjmir. De confrontatie tussen separatistische
moslimgroepen - die volgens India door Pakistan gesteund worden - en de
Indiase ordediensten heeft al meer dan 35.000 slachtoffers gemaakt in de
woelige deelstaat.

Boven de grond turen soldaten in gevechtsuitrusting boven rijen zandzakjes
uit. Aan de andere kant van de grens beweegt alleen de door de hitte
trillende lucht, maar voor alle zekerheid lossen de Indiase strijders een
paar salvo’s in de richting van de vijand. In de buurt maakt een Indiase
artillerie-eenheid zich klaar om het amper 10 kilometer verderop gelegen
Sialkot onder vuur de nemen. In die Pakistaanse garnizoensstad worden leren
voetballen genaaid die in heel de wereld verkocht worden. Maar voor Indiase
officieren is Sialkot om heel andere redenen een begrip: na een geniale
tangbeweging viel de stad in de oorlog van 1965 in Indiase handen.

India en Pakistan hebben al twee keer een regelrechte oorlog uitgevochten om
Kasjmir; in de zomer van 2000 stonden de twee landen dicht bij een derde
grootschalige confrontatie toen moslimrebellen - waarschijnlijk weer met
Pakistaanse steun - in de buurt van de stad Kargil enkele bergtoppen op
Indiaas grondgebied bezetten. Maar na elf weken van zware
artilleriebeschietingen en bombardementen trokken de rebellen zich terug
voor het conflict verder uit de hand kon lopen.

We zullen ons gezicht verliezen als we nu de strijd niet aangaan, nadat we
zoveel troepen naar de grens hebben gebracht, zegt een officier in een
stelling die nog veel dichter bij de vijand ligt. Pakistan en de wereld
zouden denken dat India alleen maar kan dreigen. Eén van zijn manschappen
zegt dat ze nog nooit eerder zoveel vijandelijk vuur hebben moeten slikken.
Dagelijks besproeien zware Pakistaanse machinegeweren de Indiase
gevechtspost vanop 300 meter afstand met zo’n 5.000 patronen. Nu hier zoveel
troepen zijn samengetrokken, moet India het probleem maar voorgoed oplossen,
vindt de soldaat.

Maar andere bevelvoerders die aan de grens gelegerd zijn, geven toe dat een
oorlog waarschijnlijk weinig zou oplossen en de twee landen alleen nog armer
zou maken. Wat we nodig hebben is een vredesoffensief - geen aanval, zegt
een officier.

Dat is nu al duidelijk in Manihari, een Noord-Indiaas dorpje op zo’n
kilometer van de Pakistaanse grens. Het grootste deel van de gebouwen ligt
in puin nadat de Pakistaanse artillerie het plaatsje onlangs twee uur lang
onder vuur nam. In sommige straten liggen hopen pasgeoogste tarwe; tussen
het puin wijzen sandalen en potten met half gaar gekookte etenswaren op de
haast waarmee de meer dan 300 gezinnen hun huizen hebben verlaten. Ze
hebben een onderkomen gevonden in een vluchtelingenkamp 15 kilometer hier
vandaan. Nog talrijke andere grensdorpen in de buurt zijn verlaten; er
zouden al meer dan 40.000 mensen zijn samengestroomd in de tentenkampen die
de plaatselijke autoriteiten buiten het bereik van de Pakistaanse artillerie
hebben opgezet. Aan de andere kant van de grens zijn er ook veel dorpen
ontruimd, want de Indiase artillerie laat zich niet onbetuigd.

We zijn vluchtelingen in eigen land geworden, klaagt Nandi Devi, een
80-jarige weduwe uit het dorp Panser die nu in het vluchtelingenkamp Marheen
leeft. Het leger moet Pakistan aanvallen en een einde maken aan die
beschietingen die ons leven de voorbije 13 jaar tot een hel hebben gemaakt.
De meeste andere kampbewoners geloven ook dat de problemen met Pakistan
alleen met militaire macht kunnen worden opgelost.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.