'Groei ontwikkelingslanden onvoldoende om armoede terug te dringen'

In de ontwikkelingslanden die goed presteerden in 2002, leeft 46 procent van de wereldbevolking, want zowel India als China maken deel uit van de selecte kopgroep. Maar in de overige ontwikkelingslanden kwam de economische groei niet of nauwelijks boven de bevolkingstoename uit. Op die manier is het bijzonder moeilijk om aan armoedebestrijding te doen. De internationale gemeenschap heeft zich in 2000 tot doel gesteld de armoede in de wereld tegen 2015 te halveren.

Volgens de VN is er in verscheidene regio’s wel beterschap in zicht. De toename van het Afrikaanse bruto binnenlands product (bbp) zal dit jaar enigszins versnellen en in 2004 nog forser doorgroeien. De belangrijkste reden daarvoor is dat bijna alle Afrikaanse grondstoffen op prijsstijgingen kunnen rekenen. De Afrikaanse groei in 2002 was vooral te wijten aan interne factoren: de toename van de landbouwproductie, groei in andere sectoren en een lage inflatie. Die positieve ontwikkelingen zouden zich ook dit jaar en in 2004 doorzetten.

De Aziatische export groeide traag in het eerste kwartaal van 2003 en de economische groei wordt er dit jaar fors afgeremd door de negatieve effecten van de hysterie rond de sars-epidemie. Toch zag China, het land dat het zwaarst werd getroffen door de longziekte, zijn bbp in het eerste deel van het jaar nog groeien, een gevolg een toenemende interne vraag en verbeterende exportcijfers. De vooruitzichten voor de rest van 2003 en 2004 blijven goed. Ook in Zuid-Azië doen de sterke interne vraag en goede exportvooruitzichten een gestage groei verwachten.

West-Azië groeide maar langzaam in 2002, een gevolg van de recessie in de meeste olieproducerende landen, afnemende buitenlandse investeringen, teruglopende inkomsten uit het toerisme, een kwakkelende consumptie en het wegsmelten van het vertrouwen van de investeerders. Die negatieve spiraal werd veroorzaakt door de oorlog in Irak en het aanhoudende conflict tussen Israël en de Palestijnen. De heropbouw van Irak zal de regio goed doen, maar de VN verwachten dat de groei in de andere olieproducerende landen bescheiden zal blijven.

Latijns-Amerika herstelt zich van de economische crisis van de voorbije jaren, maar dat gaat langzaam omdat de wereldeconomie niet bloeit en omdat veel landen in de regio met politieke en economische problemen blijven kampen. De Latijns-Amerikaanse groei hangt voor een groot deel af van buitenlandse kapitaalstromen, en die blijven ondermaats.

Volgens het VN-rapport worden de economische vooruitzichten voor alle ontwikkelingslanden in verregaande mate bepaald door de evolutie van de wereldeconomie en de mate waarin de internationale gemeenschap zich houdt aan afspraken rond de zogenaamde ontwikkelingsagenda. Op die twee vlakken is de situatie eerder deprimerend. De wereldeconomie heeft het de eerste helft van dit jaar niet goed gedaan, waardoor de globale groeivooruitzichten zijn teruggeschroefd naar 2,25 procent voor 2003 en drie procent voor 2004. Ook de onderhandelingen over een verdere liberalisering van de wereldhandel, het belangrijkste forum waar de ontwikkelingsagenda momenteel vorm kan krijgen, zijn volgens de VN teleurstellend. Rijke en arme landen blijven het oneens over cruciale onderhandelingsthema’s.

UN World Economic and Social Survey - persmededeling http://www.unog.ch/news2/documents/newsen/ecs0302e.htm