Guatemala kiest voor harde hand

Het is zo ver… Gisteren is de nieuwe Guatemalteekse president verkozen: de ex-generaal Otto Pérez Molina. Hij won met 53,74 procent van neoliberaal en populist Manuel Baldizón. De ene juicht. De andere vraagt zich af hoe dit mogelijk is. Hoe is het mogelijk dat de man van de ijzeren vuist (‘mano dura’) die tijdens de burgeroorlog medeverantwoordelijk was voor genocides in eigen land door diezelfde medebevolking verkozen wordt tot president?

  • Alexis Bellido Ook bij de vorige verkiezingen in 2007 kwam Perez Molina op met zijn "Mano dura" Alexis Bellido

Is dit geen stap terug in de geschiedenis? Hoe kunnen we dit in godsnaam verklaren? Om dit vraagstuk op te lossen, bekijken we best de huidige context en de strategie die de ‘Partido Patriota’ van Otto tijdens zijn verkiezingscampagne toepaste.

Ze willen de koppen zien rollen

Om te beginnen is het interessant te kijken naar het profiel van de kiezers. Een groot deel van de kiezers bestaat uit de stedelijke bevolking. En Otto’s partij kon rekenen op deze stedelijke achterban. De steden, en dan voornamelijk de hoofdstad Guatemala Stad, hebben immers het meest te kampen met criminaliteit afkomstig van drugskartels en straatbendes. Guatemala is een van de landen met de hoogste moordcijfers. Criminaliteitsbestrijding is het stokpaardje van Otto’s verkiezingscampagne geweest en dus één van de voornaamste verklaringen voor het succes van zijn partij.

Maar ook de landelijke bevolking stemde voor ‘Mano Dura’. Ook hier is de bevolking de delinquentie beu en merken ze hoe ook bij hen de moorden en folteringen toenemen. De ex-generaal hanteert klare taal in zijn partijprogramma: aan de hand van de harde hand, met andere woorden het leger, wil hij het land van delinquentie bevrijden. Deze aanpak lijkt voor de bevolking heel duidelijk en rechtlijnig. Eindelijk een politicus die van aanpakken weet!

De mensen zien graag de koppen rollen van de zware delinquenten. Ze willen meteen resultaten zien. Ze staan er niet bij stil dat een drugsbaron of een pandillero die uitgeschakeld wordt meteen vervangen wordt door een nieuwe. Otto wijst hen niet op het feit dat deze drugsbaronnen vaak ook afkomstig zijn van arme familie’s waarbij er geen uitzicht is op een waardige toekomst. Deze narco’s verkiezen immers een ‘kort en weelderig’ boven een ‘lang en miserabel’ leven.

Maar is het niet absurd de drugskartels uit te schakelen enkel en alleen door de inzet van het leger

  • als vele militairen of ex-militairen overstappen naar de drugskartels waar ze maandelijks vijftig maal zo veel verdienen als bij het leger?
  • als militairen zélf corrupt zijn en zélf misdaden plegen (denk maar aan de overvallen die ze zelf wel eens durven te plegen of de massaverkrachtingen die ze tijdens de burgeroorlogen uitvoerden), onder andere een gevolg van de povere opleiding die deze militairen krijgen?
  • als de deliquentie voornamelijk een symptoom is van armoede, een gebrek aan sociale cohesie en onderwijs?

Sterk netwerk en campagnefinanciering

Otto Pérez Molina kon gedurende zijn campagne sterk rekenen op de steun van de traditionele olichargie, de bedrijven en van het leger. Ook de steun van de drugkartels is niet uit te sluiten. De origine van de campagnefinanciering in Guatemala is immers grotendeels duister. Slechts een tiende van de financiering is publiek.

Eén ding is zeker: Otto wist waar de centen te halen. En dit was te merken: grote oranjegekleurde borden met de ijzeren vuist sierden de straten tot in de kleinste uithoeken van het land, zijn campagnelied was non-stop te horen op de radio en in de straten, reclamestunts (mét mooie dames in oranje pakjes) waren overal in het land aanwezig en de reclameblokken op televisie kleurden herhaaldelijk oranje.

Het vervagen van het historisch geheugen

Er zijn nu nieuwe generaties gaan stemmen, generaties die de 36 jaar durende burgeroorlog (1960-1996), waarbij er meer dan 200.000 doden vielen, niet zo bewust hebben meegemaakt als hun ouders. Aangezien de bevolking van Guatemala heel jong is, zijn er ook veel jongeren gaan stemmen. Bovendien is er sprake van een gebrek aan een ‘historisch geheugen’. Op school en ook daarbuiten wordt er te weinig verteld over de gruwelen van het langdurig gewapend conflict uit het nationaal verleden. Daarbij wordt er ook amper gereflecteerd over de wortels van dit conflict en hoe een eventueel nieuw gewapend conflict in de toekomst kan worden vermeden.

Naast de talrijke doden en vluchtelingen, is ook het gebrek aan sociale cohesie een van de erfenissen van de burgeroorlog. Een cultuur van angst heeft jarenlang de bevolking verlamd en dus de opkomst van sterke sociale organisaties belet. De mensen zijn getraumatiseerd en hebben schrik dat sociaal protest of het zich organiseren tot repercussies zal leiden. Deze cultuur van angst leeft nog altijd onder de bevolking en wordt onbewust aan de nieuwe generaties doorgegeven.

Otto Pérez Molina kan dus rekenen op een geparaliseerde en angstige bevolking. Gedurende zijn verkiezingscampagne werd er weinig verzet en kritiek getoond tegenover zijn beleidsvoorstellen en -aanpak. Bovendien is de kans groot dat in de toekomst sociale protesten met nog meer militaire repressie de kop zullen worden ingedrukt. Pérez Molina heeft immers sterke banden met het leger en met de traditionele oligarchie of economische elite. Zo maakte hij bijvoorbeeld tijdens zijn campagne gretig gebruik van de helicopters die door het Canadees mijnbouwbedrijf Goldcorp Inc, die goud en zilver ontgint in San Marcos, ter zijner beschikking werden gesteld.

Kiezen tussen een ‘moordenaar’ of een ‘clown’

Het succes van de Partido Patriota van Pérez Molina moet wel gerelativeerd worden. Van al de stemgerechtigden in Guatemala ging slechts 60 procent van de bevolking tijdens de tweede verkiezingsronde kiezen. De opkomst was dus vrij laag. Diegenen die thuisbleven of ‘blanco’ stemden, deden dit omdat ze beide presidentskandidaten even slecht vonden. Heeft het immers zin om te kiezen tussen een ‘asesino’ (‘moordenaar’, aka Perez Molina) of een ‘payaso’ (‘de clown’, aka Baldizón)?

De populistische Baldizón wordt niet voor niets ‘el payaso’ genoemd. Een van de prioriteiten in zijn campagne was namelijk het opnieuw invoeren van de doodstraf, die dan telkens publiekelijk op televisie zou worden uitgezonden. Een andere prioriteit was het loodsen van het nationale elftal naar de wereldbeker voetbal. Daarnaast heeft deze jonge ondernemer uit Petén sterke banden met de georganiseerde misdaad. Zo is de kans groot dat zijn campagne voor een groot deel gefinancierd werd door één of meerdere drugsbaronnen.

Vele Guatemalteken houden hun hart vast. De meest kritische kiezer kan nu alleen maar hopen dat de bevolking zelf zal ontdekken wat voor een ‘moordenaar’ ze gekozen hebben als president. En hopelijk moet het hiervoor niet te ver komen vooraleer dat de mensen tot dit inzicht komen.

Irina Meeusen werkt als vrijwilligster voor Broederlijk Delen in Guatemala

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.