Haïti niet aan zijn lot overlaten

Een aantal Belgische ngo’s wil opnieuw aandacht vragen voor Haïti. Hernieuwde hulpprogramma’s zijn verre van overbodig in een land dat in diepe armoede zit.
In Haïti wordt tijdens de carnavalperiode traditioneel de draak gestoken met politici, maar dit jaar werden de pijlen ook op de blauwhelmen gericht. Een stelletje toeristen zijn het, volgens de Haïtianen. Minustah, een VN-stabilisatiemacht van 7036 militairen en 1793 politieagenten, moet de Haïtiaanse overheid bijstaan in het bekampen van de onveiligheid en de politieke instabiliteit.
Op 15 februari verlengde de Veiligheidsraad het mandaat van de blauwhelmen voor acht maanden. Ze krijgen daarmee impliciet de toestemming om door te gaan met de recente hardere aanpak in de wijken van de hoofdstad Port-au-Prince waar de misdaad het weligst tiert. Minustah had op een verlenging van een jaar gehoopt, maar die kwam er niet door kritiek van China. De VN-macht zou te eenzijdig militair optreden, in plaats van aan politieke verzoening en economische herstel te werken.
De Haïtianen zelf vinden dat de blauwhelmen de toestand verergeren door het geweld over het hele land te verspreiden.
Gerrit Desloovere, Belgisch vice-consul en professor aan de universiteit van Port-au-Prince, nuanceert dat: ‘Het is veel nu veiliger in Haïti dan de voorbije jaren. Er vinden nog ontvoeringen en overvallen plaats, maar Haïti doet het beter dan sommige andere Centraal-Amerikaanse landen.’ Dat van die toeristen vindt Desloovere niet geheel onterecht. ‘Van sommige van de deelnemende landen gedragende militairen zich inderdaad als toeristen. Men kan zich ook afvragen of de fondsen voor Minustah niet beter besteed zouden worden aan sociale en economische ontwikkelingsprogramma’s die het land meer vooruit kunnen helpen.’

Van de regen in de drop


Aan die ontwikkelingsprogramma’s is er in Haïti hoegenaamd geen overvloed. ‘De laatste twintig jaar lijkt de ontwikkelingshulp in Haïti een processie van Echternach’, zegt Stef Lambrecht van Protos, een ngo die landbouwgemeenschappen en steden ondersteunt in waterbeheer en drinkwatervoorziening. De hulporganisatie heeft de handen vol in een land waar bijna de helft van de bevolking geen toegang heeft tot schoon drinkwater. ‘Haïti sukkelt van de ene crisis in de andere. Tussendoor proberen we vooruit te gaan.’
De voorbije jaren werd de kraan van internationale ontwikkelingshulp grotendeels dichtgedraaid. ‘Het aanhoudende geweld dreef veel organisaties het land uit’, zegt Greet Schaumans van Broederlijk Delen. De ngo zet zijn middelen in Haïti in om de familiale landbouw te versterken zodat mensen in hun eigen voedsel kunnen voorzien en een klein inkomen kunnen verwerven. Daarnaast wil Broederlijk Delen de bevolking bewust maken van hun rechten en de burgerparticipatie stimuleren. Dat loopt niet altijd van een leien dakje. Vorig jaar nog werd een medewerker van Broederlijk Delen nog voor korte tijd ontvoerd.
Naast Broederlijk Delen en Protos zijn vandaag nog een viertal Belgische ngo’s bezig met ontwikkelingssamenwerking in Haïti. Volens werkt rond migratieproblematiek en voorziet economische hulp voor vrouwen. Artsen Zonder Grenzen bouwt aan de gezondheidsvoorziening die noodzakelijk is om de gemiddelde levensverwachting van 53 jaar op te trekken en het aantal kindersterften -1 op 8 sterft voor de leeftijd van 5 jaar - in te dijken. DMOS (Dienst Missie en Ontwikkelingssamenwerking) geeft steun uit privé-fondsen aan beroepsscholen en ACTEC (Association for Cultural Technical & Educational Cooperation) zet zich in voor een viertal scholen.
Door de jaren heen is het aantal Vlaamse missionarissen -Scheutisten, Salesianen en zusters van Don Bosco- sterk gedaald in Haïti. De weinigen die nog in Haïti wonen, hebben reeds een respectabele leeftijd bereikt en zien hun projecten langzaam overgenomen worden door lokale parochianen. Het handjevol vrijwilligers en coöperanten van ngo’s is niet in staat het aantal westerse ontwikkelingswerkers van voorheen te evenaren. Maar het verlies aan Europese mankracht uit de verschillende kloosterorden werd gecompenseerd door missionarissen uit het Zuiden, voornamelijk uit Afrika. 

Hulp uit onverwachte hoek


Een aantal Belgische ngo’s staat klaar om opnieuw aandacht voor Haïti te vragen en op te brengen. De jaarlijkse vastencampagne van Broederlijk Delen zet Haïti volgend jaar in de kijker. Deze zomer al kunnen jongeren op het wereldkamp van Broederlijk Delen kennismaken met alle aspecten van de Haïtiaanse samenleving. Ook Volens en DMOS, die de afgelopen jaren minder actief waren in Haïti, overwegen om nieuwe projecten op te zetten.
Volgend jaar wil Volens de steun aan landbouwcoöperaties en vorming van vrouwen in het platteland uitbreiden en DMOS overweegt een project op te richten dat het Haïtiaanse beroepsonderwijs een duwtje in de rug moet geven.
De Belgische overheidshulp voor Haïti gaat voornamelijk langs Europese weg of via multilaterale instellingen, van bilaterale akkoorden is nauwelijks sprake. In 2001 werd het Europees Haïti Overleg opgericht met als doel Haïti in de aandacht te plaatsen van bevolking en overheid.
‘Dit netwerk van zestig Europese ngo’s probeert door middel van kritisch lobbywerk het Europese beleid te beïnvloeden. Het CoEH wil in Haïti uitgroeien tot een aanspreekpunt voor donorganisaties als de EU en de Wereldbank’, verduidelijkt Greet Schaumans.
Jaarlijks schommelt de totale internationale hulp tussen de 300 en 500 miljoen dollar. Dat is slechts een derde van de 1,65 miljard dollar die uitgeweken Haïtianen volgens de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank vorig jaar terugstuurden naar familieleden. Dat maakt de geldtransfers, volgens het IDB-rapport, tot de belangrijkste economische factor voor Haïti.
Niet enkel is de internationale ontwikkelingshulp ontoereikend, volgens Gerrit Desloovere is ze ook selectief: ‘Het valt op dat westerse investeringen vaak naar exportproducten gaan, in plaats van naar producten voor lokale consumptie. Rijke landen zien Haïti graag als potentiële handelspartner, maar ze willen niet dat het land uitgroeit tot een zelfvoorzienend en competitief productieland.’
De macro-economische indicatoren suggereren dan wel dat het de goede richting uitgaat met de Haïtiaanse economie, maar de bevolking blijft in het moeras van armoede zitten. ‘Er is nood aan een volwaardig partnerschap in ontwikkelingshulp zodat organische groei van onderuit mogelijk wordt’, zegt Desloovere. ‘Ik pleit voor samenwerken in plaats van paternalisme.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.